Voorkennis activeren

Woordenschat (30) en begrijpend lezen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordenschat (30) en begrijpend lezen

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we de aankomende lessen doen?
Je leert 20 nieuwe woorden, steeds 7 woorden per keer.
Je gaat dit op verschillende manieren leren. Een effectieve manier is woordraadstrategieën toepassen zoals:

  • context
  • synoniemen
  • afbeeldingen gebruiken


Slide 2 - Tekstslide

De 10 woorden
  1. Ecosystemen
  2. Biologisch
  3. Recyclebaar
  4. Biodiversiteit
  5. Duurzaam
  6. Broeikaseffect
  7. Klimaatverandering
  8. Uitstoot
  9. Hernieuwbaar
  10. Composteren

Slide 3 - Tekstslide

De 10 woorden
  1. Ecosystemen
  2. Biologisch
  3. Recyclebaar
  4. Biodiversiteit
  5. Duurzaam
  6. Broeikaseffect
  7. Klimaatverandering
  8. Uitstoot
  9. Hernieuwbaar
  10. Composteren

Slide 4 - Tekstslide

Voorkennis Activeren

Slide 5 - Tekstslide

Matching
  1. Match de kaartjes met een andere (simpelere) korte beschrijving;
  2. Match de kaartjes met een langere beschrijving van het woord;
  3. Match de kaartjes met een afbeelding;

Wil je meer uitdaging?
 4. Match de kaartjes met een eigen beschrijving. Denk hierbij aan zinsbouw, grammaticaal correct en zorg ervoor dat de betekenis van het woord duidelijk wordt. De beschrijving bestaat uit minimaal 10 woorden.

Slide 6 - Tekstslide

Welke woordraadstrategie(ën) was/waren effectief en waarom?

Reflectie

Slide 7 - Tekstslide

Wat gaan we de aankomende lessen doen?
Je leert 30 nieuwe woorden, steeds 10 woorden per keer.
Je gaat dit op verschillende manieren leren. Een effectieve  manier is woordraadstrategieën toepassen zoals:

  • context
  • synoniemen
  • afbeeldingen gebruiken


Slide 8 - Tekstslide

De 10 woorden
  1. Innovatie 
  2. Kunstmatige intelligentie (AI) 
  3. Algoritme 
  4. Automatisering
  5. Efficiëntie 
  6. Cybersecurity
  7. Encryptie
  8. Virtual reality (VR) 
  9. Biotechnologie 
  10. Ethiek

Slide 9 - Tekstslide

Voorkennis Activeren

Slide 10 - Tekstslide

2 leugens, 1 waarheid
Wat: één woord met daarbij twee leugens, één waarheid, jullie bepalen de waarheid. (Eerst zoek je de leugens en waarheid bij het juiste woord);
Hoe: in groepjes 3-4;
Hulp: tien setjes met de woorden en daarbij behorende leugens en waarheid;
Tijd: vijf minuten;
Uitkomst: je hebt je voorkennis over de te behandelen woorden geactiveerd;
Klaar: geef een seintje, dan controleren we de antwoorden.

timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Meer uitdaging?
Wat: tien woorden, jullie bedenken daarbij zelf twee leugens en één waarheid. De zinnen bestaan uit minimaal 10 woorden en zijn grammaticaal en zinsbouw technisch goed;
Hoe: in groepjes 3-4;
Hulp: tien setjes met de woorden en daarbij lege vakjes waar de leugens en waarheid genoteerd kunnen worden;
Tijd: vijf minuten;
Uitkomst: je hebt je voorkennis over de te behandelen woorden geactiveerd;
Klaar: geef een seintje, dan controleren we de antwoorden.

timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Nabespreking
  1. Innovatie 
  2. Kunstmatige intelligentie (AI) 
  3. Algoritme 
  4. Automatisering
  5. Efficiëntie 
  6. Cybersecurity
  7. Encryptie
  8. Virtual reality (VR) 
  9. Biotechnologie 
  10. Ethiek

In welke vakken kun je deze woorden nog meer toepassen?

Slide 13 - Tekstslide

De 10 woorden
  1. Stofwisseling
  2. Voedingsstof
  3. Veganisme
  4. Spiermassa
  5. Regeneratie
  6. Hydratatie
  7. Mentale gezondheid
  8. Meditatie
  9. Supplementen
  10. Slaapcyclus

Slide 14 - Tekstslide

Wat gaan we de aankomende lessen doen?
Je leert 30 nieuwe woorden, steeds 10 woorden per keer.
Je gaat dit op verschillende manieren leren. Een effectieve manier is woordraadstrategieën toepassen zoals:

  • context
  • synoniemen
  • afbeeldingen gebruiken


Slide 15 - Tekstslide

Voorkennis Activeren

Slide 16 - Tekstslide

Woorden in context: Vul de gaten in de tekst!
Wat: tien woorden, hiermee vullen jullie de gaten in de tekst. Elk woord past ergens 1 keer;
Hoe: in groepjes 3-4;
Hulp: maak gebruik van de woordraadstrategieën die je hebt geleerd;
Tijd: vijf minuten;
Uitkomst: je hebt je voorkennis over de te behandelen woorden geactiveerd;
Klaar: we controleren de antwoorden per groepje.

timer
5:00

Slide 17 - Tekstslide

Woorden in context: maak je eigen zin!
Wat: vijf woorden, hiermee maken jullie zinnen die logisch is binnen jullie belevingswereld;
Hoe: in groepjes 3-4;
Hulp: maak gebruik van synoniemen of geef een korte uitleg;
Tijd: vijf minuten;
Uitkomst: je hebt je voorkennis over de te behandelen woorden geactiveerd;
Klaar: we controleren de antwoorden per groepje.

timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Meer uitdaging?
Wat: vijf woorden, jullie schrijven een tekst waarin de vijf woorden naar voren komen en waarmee de betekenis duidelijk is. De zin bestaat uit minimaal 10 woorden en is grammaticaal en zinsbouw technisch goed;
Hoe: in groepjes 3-4, ;
Hulp: maak gebruik van synoniemen of geef een korte uitleg;
Tijd: vijf minuten;
Uitkomst: je hebt je voorkennis over de te behandelen woorden geactiveerd;
Klaar: geef een seintje, dan controleren we de antwoorden.

timer
5:00

Slide 19 - Tekstslide





Wat: vijf woorden, hiermee maken jullie zinnen die logisch is binnen jullie belevingswereld;
Hoe: in groepjes 3-4;
Hulp: maak gebruik van synoniemen of geef een korte uitleg;
Tijd: vijf minuten;
Uitkomst: je hebt je voorkennis over de te behandelen woorden geactiveerd;
Klaar: geef een seintje, dan controleren we de antwoorden.



Wat: vijf woorden, jullie schrijven een tekst waarin de vijf woorden gecombineerd worden in een betekenisvolle context;
Hoe: in groepjes 3-4;
Hulp: maak gebruik van synoniemen of geef een korte uitleg;
Tijd: vijf minuten;
Uitkomst: je hebt je voorkennis over de te behandelen woorden geactiveerd;
Klaar: geef een seintje, dan controleren we de antwoorden.
Woorden in context: maak je eigen zin!
Meer uitdaging?
timer
5:00

Slide 20 - Tekstslide

Presentatie 
Presenteer de zinnen aan de klas!

Slide 21 - Tekstslide