2T DINSDAG 24 MRT 2020 OOA

2T DINSDAG 24 MAART OOA
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
neMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

2T DINSDAG 24 MAART OOA

Slide 1 - Tekstslide

AFRONDEN SPELLING H3 + 4!
We gaan deze les een start maken met Grammatica. Maar omdat er op dit moment geen toets komt van Spelling (het vorige onderdeel waar we aan hebben gewerkt), wil ik wel dat jullie nog een opdracht maken om te laten zien dat je deze leerstof beheerst. Als EXTRA WERK krijg je hierover dus nog een klein testje. Na het einde van de les ga je naar 'Opdracht' in Teams. Daarin kun je de Test Jezelf van Spelling maken en inleveren. Let op: dit doe je pas NA DE LES! 
LET OP: je kunt deze Test Jezelf inleveren tot 17.00 vandaag
Niet ingeleverd = WNA.

Slide 2 - Tekstslide

Grammatica 1.4 t/m 3.4
Aan het einde van deze les kun je in een zin het volgende benoemen:
- persoonsvorm (PV)
- zinsdelen (///)
- werkwoordelijk gezegde (WG)
- onderwerp (O)
- lijdend voorwerp (LV)
- meewerkend voorwerp (MV)
- bijwoordelijke bepaling (BWB)
LET OP: DIT IS ALLEMAAL HERHALING!

Slide 3 - Tekstslide

Wat heb je nodig?
- de Talentsite in CumLaude;
- eventueel je boek om nog wat theorie op te zoeken (zie bijvoorbeeld blz. 259);
- De inleveropdracht bij Microsoft Teams. (dit voor het afronden van Spelling H3 + 4).

Slide 4 - Tekstslide

Start korte uitleg
Het zinsontleden doe je altijd in een bepaalde volgorde. Deze volgorde is als volgt:
  • PV (vraagproef of tijdproef)
  • zinsdelen (////)
  • WG (alle werkwoorden -dus ook PV!- in de zin)
  • O (Wie/wat + WG?)
  • LV (Wie/wat + WG + O?)


Slide 5 - Tekstslide

vervolg uitleg
HOE VIND JE HET MEEWERKEND VOORWERP IN DE ZIN?
Nadat je op zoek bent gegaan naar PV, zinsdelen, WG, O en LV stel je jezelf de vraag: Aan/voor wie + WG + O + LV?


Slide 6 - Tekstslide

vervolg uitleg
voorbeeld: 
Na het avondeten wilde de jongen zijn oma bloemen brengen.
  • PV = wilde (PV onderstrepen!)
  • zinsdelen: Na het avondeten/wilde/de jongen/zijn oma/ bloemen/brengen.
  • WG -> wilde brengen
  • O -> Wie wilde brengen? de jongen
  • LV -> Wat wilde de jongen brengen? bloemen

Slide 7 - Tekstslide

vervolg uitleg
                             WG        O                           LV
Na het avondeten / wilde / de jongen / zijn oma / bloemen 
      WG
/ brengen.
  • vraag bij MV: Aan/voor wie wilde de jongen bloemen brengen?
  • antwoord: zijn oma = MV!


Slide 8 - Tekstslide

vervolg uitleg
Als laatste stap ga je op zoek naar de bijwoordelijke bepaing(en) in de zin. Dit is eigenlijk het gemakkelijkste onderdeel: als je alles goed hebt gedaan, zijn namelijk alle zinsdelen die je nog niet benoemd hebt, de BWB's! In de volgende voorbeeldzin is 'na het avondeten' dus BWB!
        BWB               WG       O              MV           LV 
Na het avondeten / wilde / de jongen / zijn oma / bloemen 
      WG
/ brengen.

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
- Bekijk het filmpje op de volgende pagina;
- Ga daarna aan het werk met je huiswerk voor de volgende les:
M. IN CL TEST JEZELF GRAMMATICA H1
- Klaar? Maak de korte test bij Spelling H3 + 4 in Microsoft Teams en LEVER DEZE IN vóór 17.00 vandaag!

Slide 10 - Tekstslide

0

Slide 11 - Video

Succes!

Slide 12 - Tekstslide