*Werkwoordspelling H2, vwo 1

Werkwoordspelling H2 
Persoonsvorm in de verleden tijd: zwakke werkwoorden 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Werkwoordspelling H2 
Persoonsvorm in de verleden tijd: zwakke werkwoorden 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van de lessenserie kun je: 
- de verleden tijd van zwakke werkwoorden correct spellen 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Persoonsvorm verleden tijd: zwakke werkwoorden: 
Zwakke werkwoorden (veranderen niet van klank in de verleden tijd)
Stam + te(n) of de(n).
2 manieren:
- Maak het woord langer. Hoor je een –t, dan schrijf je een t. Hoor je een –d , dan schrijf je een d.
- Gebruik ’T eXFoKSCHaaP
Zit de laatste letter voor de –en van het hele werkwoord in ’t kofschiptaxi, dan schrijf je een –t, anders een –d.
Voorbeeld:
Zij raadden het antwoord.
Hij wachtte op de bus.

Slide 4 - Tekstslide

Noteer de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd:

Ik (krabben) gisteren de hele tijd aan die jeukende muggenbult.

Slide 5 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd:

Jullie (boffen) vorig jaar behoorlijk.

Slide 6 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd:

Het huis (branden) vorige week geheel af.

Slide 7 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd:

Jij (juichen) toen iets te vroeg.

Slide 8 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd:

Een week geleden (rammelen) bijna alle deuren.

Slide 9 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd:

Rick en Lisette (spelen) twee maanden geleden een potje voetbal.

Slide 10 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd:

Oma (rusten) elke dag een uurtje op de bank.

Slide 11 - Open vraag

Noteer de juiste vorm van het werkwoord in de verleden tijd:

Gisteren (schrobben) mama de keukenvloer.

Slide 12 - Open vraag

Opdracht 
Maak de opdrachten van H2 werkwoordspelling op Nieuw Nederlands online 

Slide 13 - Tekstslide