Emma zit in een tweede klas. Zij heeft binnenkort een toets wiskunde. De gedachte aan de toets maakt haar al prikkelbaar. Emma wil het studeren zo lang mogelijk uitstellen. 'Het zal mij toch nooit lukken.' denkt zij. Op het moment van de toets voelt zij zich verdrietig worden. Zij wordt boos op zichzelf en loopt de klas uit. 'Waarom nog studeren als het toch niet lukt?'