grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Redekundig
ontleden?

Zinsontleding

pv/wg

o

lv

Niels 

heeft

vanmorgen

nieuwe oordopjes

gekocht.

Zinsontleding

pv/wg

o

lv

Zij 

kocht 

gisteren

een taart

voor haar moeder.

Mijn broer timmert zijn eigen tafel

Ik zag jou.

De zorg biedt nu extra hulp aan ouderen

Heeft hij hun een brief geschreven?

Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp

Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp

Mijn broer timmert zijn eigen tafel

Ik zag jou.

De zorg biedt nu extra hulp aan ouderen

Heeft hij hun geschreven?

Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp

Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp

Stappenplan ontleden (redekundig)

1. zinsdeelstrepen

2. pv

3. wg

4. O

5. lv

6. mv

7. bwb

Lijdend voorwerp

Vraag: wie/wat + pv + o + rest wg

Ik heb gisteren pannenkoeken gegeten.

meewerkend voorwerp

vraag: aan/voor wie/wat + pv + o + rest wg

Ik heb mijn moeder een taart gegeven.

Let op: niet in iedere zin staat een lv of mv

ontleed de volgende zinnen

Johan gaf zijn vriendin een nieuw horloge.

Tijdens die ruzie heeft zij hem een klap gegeven.

Dat mooie huis ligt aan het water.

nieuw: bijwoordelijke bepaling: BWB

Geeft een tijd, plaats, manier of hoeveelheid aan.

Woordjes als 'toch', 'altijd', 'ook' zijn ook bwb.

Gisteren ben ik op de fiets naar huis gegaan.

let op...

Werkwoorden met een vast voorzetsel, bijv.:

wachten op

kijken naar

verzetten tegen

Ik wacht op jou.

op jou --> voorzetselvoorwerp (VZV)

bekijk de reader

Hoe zit die in elkaar?

Welke onderdelen gaan we doen?

maken

opdracht 3, 4 en 5 van de grammaticareader periode 3