De bijzin begint met een betrekkelijk voornaamwoord, οἳ.
Slide 4 - Tekstslide
Zin 6 Τῷ λόγῳ τούτῳ t/m δύνανται.
De bijzin begint met een betrekkelijk voornaamwoord, οἳ. οἳ is ook het onderwerp bij δύνανται
Slide 5 - Tekstslide
Wat is het antcedent van οἳ?
A
Τῷ λόγῳ τούτῳ
B
τις
C
ἐκείνους
D
τῶν ἀνθρώπων
Slide 6 - Quizvraag
Zin 6 Τῷ λόγῳ τούτῳ t/m δύνανται.
De bijzin begint met een betrekkelijk voornaamwoord, οἳ. οἳ is ook het onderwerp bij δύνανται.
Vertaal
Slide 7 - Tekstslide
Zin 6 Τῷ λόγῳ τούτῳ t/m δύνανται.
De bijzin begint met een betrekkelijk voornaamwoord, οἳ. οἳ is ook het onderwerp bij δύνανται.
Vertaal οἳ δύνανται.
Bij δύνανται komt de inf ἐπιτελεῖν als aanvulling. Vertaal ond + ἐπιτελεῖν + pv (in het Nederlands staat de pv in de bijzin achteraan)
Bij ἐπιτελεῖν komt het LV τὰ κοινὰ τοῖς ἀνθρώποις. Vertaal ond + LV + inf+ pv
Vertaal ond + οὐδὲ + LV + inf + pv
Slide 8 - Tekstslide
Zin 6 Τῷ λόγῳ τούτῳ t/m δύνανται.
Nu gaan we naar het ptc ἀλαζονεύοντες. Vertaal deze met het juiste voegwoord, in de juiste tijd en met het juiste onderwerp (=woord waarmee het congrueert).
Vertaal nu het παραδόξως bij het ptc: voegwoord ond παραδόξως ptc
Maak nu een lopende zin van Τῷ λόγῳ τούτῳ t/m δύνανται. en probeer zoveel mogelijk de verschillende delen van links naar rechts achter elkaar te zetten.
Slide 9 - Tekstslide
Zin 4 προσῆλθε t/m πρὸς αὐτόν·
Dan gaan we naar het ptc μαθὼν . Vertaal deze met het juiste voegwoord, in de juiste tijd en met het juiste onderwerp (=woord waarmee het congrueert)
ertaal nu het LV bij het ptc: voegwoord ond ptc τὰ συμβεβηκότα
Maak nu een lopende zin van προσῆλθε t/m πρὸς αὐτόν· en probeer zoveel mogelijk de verschillende delen van links naar rechts achter elkaar te zetten.
Slide 10 - Tekstslide
Zin 5 Ω οὗτος, t/m ὁρᾷς
Bekijk de aantekeningen bij deze zin en noteer/markeer deze in de tekst.
Vertaal eerst de pv ὁρᾷς in de juiste vorm, vertaal daarna met het ond Ω οὗτος, σὺ (he jij daar, jij....)
Vertaal dan ond + pv + lv τὰ ἐπὶ τῆς γῆς
Vertaal dan οὐχ bij de pv
Slide 11 - Tekstslide
Zin 5 Ω οὗτος, t/m ὁρᾷς
Dan gaan we naar het ptc πειρώμενος. Vertaal deze met het juiste voegwoord, in de juiste tijd en met het juiste onderwerp (=woord waarmee het congrueert)
Bij πειρώμενος komt een inf: voegwoord ond ptc βλέπειν