SOVA 2

• Burgerschapskunde
• Basisschool
• Groep 4-8

Overkoepelende thema:

Samen Groeien

Benodigdheden voor deze les:

- Deze les

- Het 'samen groeien' boekje.

- Potlood en pen

- Een stukje draad (1 meter per leerling)

- Een opdrachtkaartje (1 per persoon)

- Een schaar (per 4/5 kinderen)

- Een rol plakband (per 4/5 kinderen)

- 25 ijslollystokjes (per 4/5 kinderen)

- Een A4-vel (per 4/5 kinderen)

Voorbereidingen voor de les:

Elke leerling krijgt een blaadje met één van de volgende opdrachten in zijn boekje* samen met een stukje draad van 1 meter.

- Maak een cirkel waar je in kan staan

- Maak een vierkant waar je in kan staan

- Maak een huisje waar je in kan staan

- Maak een driehoek waar je in kan staan

- Maak een rechthoek waar je in kan staan

- Enz.

Zorg dat je de opdrachten zeer gemixt uitdeelt.

*Of op zijn tafel

DOEL

"Vandaag gaan we iets meer leren over samenwerken met andere. Kijk maar eens mee naar de doelen op het bord..."

VOORKENNIS

"Kijk eens terug in je boekje naar de vorige les. Wat heb je toen opgeschreven? Wat maakte jou uniek?" 

Laat verschillende leerlingen iets noemen.

"Stel je nu eens voor dat we allemaal verschillende mensen in één team zouden stoppen. Ze zouden samen een opdracht moeten uitvoeren. Zou dat lukken? Waarom wel/niet?" 

Benadruk dat geen antwoord goed/fout is.

INTRO

"In jullie boekje* vinden jullie een envelop met een stukje draad en een opgevouwen papiertje. Straks als ik uitgepraat ben vouw je het papiertje open en voer je de opdracht uit die er op staat. Jullie krijgen ongeveer 2 minuten de tijd. Succes!"

Na 2 minuten

"Bij wie is het gelukt?" Waarschijnlijk niet bij iedereen. "Wie moesten er een driehoek maken? En wie een vierkant? Hé, wat grappig. Zie je dat? Meerdere mensen hadden dezelfde opdracht. Jullie hadden goed samen kunnen werken! Probeer het nu nog eens, werk samen. Je mag prima met meerdere mensen in 1 figuur staan. Je mag ook meerdere stukken draad gebruiken om een figuur te maken. Twee minuten. Succes!"

Kijk nog eens terug. Hoe ging het nu?

* Of op jullie tafel

INSTRUCTIE

"Je hebt mensen die veel denken (Jongetje met groen shirt). Je hebt mens die altijd bezig zijn (Jongetje met blauwe shirt). Je hebt mensen die wat dromerig zijn (meisje met roze shirt). En je hebt mensen die snel beslissingen maken (Meisje met bruin/grijze blouse). Iedereen brengt iets anders in de groep. Zo heb je in de klas ook kinderen die het graag netjes hebben en dus alles opruimen, maar ook mensen die van gezelligheid houden en juist voor gezelligheid zorgen enzovoorts. Je hebt elkaar nodig om een fijne groep te zijn."

GESPREK

"Ga is in twee- of drietallen met elkaar in gesprek over de vragen die je op het bord ziet. Je krijgt ongeveer 3 minuten."

Na 3 minuten.

Stel vragen als:

"Wat heb je voor interessants gehoord vandaag? Wat vond jouw maatje fijn/lastig? Wat heeft hij/zij juist nodig?" Wie herkent dat?"

ACTIVITEIT

Straks gaan jullie in groepjes van 4 of 5 aan de gang. Je krijgt dan 15 minuten de tijd om een zo hoog mogelijke toren te bouwen. Hier zie je wat je voor materiaal je krijgt! Maar... iedereen in jouw groepje krijgt een andere rol! En bij die rol hoort ook een taak. Je gaat straks de rollen verdelen. Dit betekend dat je gaat nadenken over elkaars talenten. Let op: De tijd gaat al wel in. Dus de rol verdeling gaat af van het bouwen. Als jullie maar 4 kinderen in je groepje hebben, is er geen verslaggever. Maar zijn er vijf? Dan is 1 iemand verslaggever en die kijkt alleen maar! Succes. De tijd gaat ... nu in!"

Na 15 minuten.

Bespreek na. Gebruik eventueel de volgende vragen:

"Nou verslaggevers hoe ging het in jullie groepje? Wat ging goed? Wat kan beter? Wat voor cijfer zou je geven voor de rolverdeling? EN voor samenwerken? EN waarom?"

Kijk als laatste wie de hoogste toren heeft en geef een compliment aan ieder groepje!

VERWERKING

"Ga eens als groepje bij elkaar zitten. Dan geef je elkaar een top en een tip! Iedereen krijgt en geeft een top en een tip aan een ander uit het groepje. 2 minuutjes!"

Na 2 minuten.

Geef compliment "Nu gaan jullie de vragen in je boekje weer invullen. Even vijf minuten in stilte!"

AFLSUITING

Ga in een kring staan.

De leerkracht begint: "...(naam) is echt een goede luisteraar. Ik zag dat hij heel goed luisterde naar ... (naam)." Laat de leerlingen elkaar een compliment geven!