SOVA 1

• Burgerschapskunde
• Basisschool
• Groep 4-8

Overkoepelende thema:

Samen Groeien

Benodigdheden voor deze les:

- Deze les 

- Het 'samen groeien' boekje.

- Potlood en pen

- Bol wol

Voorbereidingen voor de les:

- Tas met spullen die bij jou (leerkracht) passen.

DOEL

"Vandaag gaan we iets meer leren over onszelf en over de ander. Kijk maar eens mee naar de doelen op het bord..."

VOORKENNIS

"Denk eens na over de vragen die je op het bord ziet. Als jij iets bedenkt wat jou anders maakt dan de rest, schrijf je dat op in je boekje*. Het mogen ook meer dingen zijn. Je krijgt ongeveer 1 minuut de tijd om iets te bedenken"

* of op een los blad.

Optioneel: "Wie wil zijn woord(en) eens voorlezen?"

INTRO

Stel je voor: je ontmoet de jongen op het bord, jullie kunnen elkaar niet verstaan en toch wil je iets over jezelf vertellen. Hoe zou je dat kunnen doen? (gebaren, spullen). Ik wil het doen aan de hand van spullen die iets met mij te maken hebben. Pak je tas erbij en laat zien welke spullen er in jouw tas zitten en wat die zeggen over jou.

Laat de leerlingen nadenken over wat er in hun tas zou zitten. 

INSTRUCTIE

Leg aan de leerlingen uit wat je 'identiteit' is. Vertel dat het te maken heeft met wie je bent. 

Allereerst je naam hoort bij jouw identiteit, maar ook je hobby's, gezin. Maar ook je waarden en normen (dingen die je belangrijk vindt). Ook je geloof, cultuur, taal, uiterlijk enzovoorts horen bij je identiteit. 

GESPREK

"Ga is in twee- of drietallen met elkaar in gesprek over de vragen die je op het bord ziet. Je krijgt ongeveer 3 minuten."

Na 3 minuten

Stel vragen als:

"Zo, nou wat zei jou maatje bij de eerste vraag? En waar dacht jij aan bij de tweede vraag? Wat hebben jullie besproken bij de derde vraag? Hey! En die laatste vraag, hoe zit dat?"

Bespreek vooral vraag 4. Benadruk daarbij dat iedereen anders is. Iedereen is uniek, maar iedereen hoort erbij. 

ACTIVITEIT

"In het 'samen groeien' boekje staat een plaatje van een hoofd. Dit hoofd ga je vullen met allerlei woorden die bij jou passen. Je krijgt hier één minuut de tijd voor!"

VERWERKING

"Ga nu met je boekje een rondje in de klas lopen en zoek iemand op die iets precies hetzelfde heeft. Iets wat bij jullie allebei past. Schrijf de naam van die persoon aan de linkerkant van jouw hoofd. Ga daarna opzoek naar iemand die iets totaal anders heeft. Zet die naam aan de rechterkant van jouw hoofd."

VERWERKING (2)

"Geef nu antwoord op de vragen in jouw 'samen groeien' boekje. Je krijgt hier 5 minuten de tijd voor. Ben je eerder klaar? Dan maak je een bijpassende tekening in je boekje"

AFSLUITING

Neem de bol wol in je hand en ga met alle leerlingen in een kring staan (handen los). De leerkracht begint. Hij pakt het uiteinde van de bol en zegt: "Ik ben verbonden met (naam), want... (en noem iets wat jullie hetzelfde hebben)". De bol gaat zo de hele klas door.