P2 Week 4 - Plichtethiek

Week 2 Plichtethiek
"Handel alleen volgens die maxime waarvan je tegelijkertijd kunt willen dat ze een algemene wet wordt"
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Week 2 Plichtethiek
"Handel alleen volgens die maxime waarvan je tegelijkertijd kunt willen dat ze een algemene wet wordt"

Slide 1 - Tekstslide

Programma vandaag

  1. Huiswerk controleren
  2. Inleiding plichtethiek
  3. De goede wil
  4. Het categorisch imperatief
  5. Plichtethiek in de praktijk

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen

Aan het einde van deze les:
10) ik kan uitleggen wat plichtethiek is
11) ik kan uitleggen een handeling volgens Kant alleen goed is als die voortkomt uit plichtsbesef en niet uit neigingen of gevoelens
12) ik kan de categorische imperatief uitleggen en toepassen op een voorbeeld
13) ik kan kritiek geven op de plichtethiek


Slide 3 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Vergelijk je antwoorden met je buur

Slide 4 - Tekstslide

Stroming:
Utilisme
Plichtethiek
Wat is belangrijk?
Geluk
De goede wil
Wat moet je wel doen?
Meer geluk voor meer mensen
De goede wil en je verstand volgen
Wat moet je niet doen?
Geluk verkleinen in de wereld
Iets doen wat niet de goede wil volgt
Wat gebruik je om er achter te komen wat je moet doen?
De hedonistische calculus
Het categorisch imperatief

Slide 5 - Tekstslide

Immanuel Kant
  • Duits filosoof  1724-1804
  • Grondlegger van de plichtethiek (en belangrijk in de filosofie voor meer redenen)
  • Nog steeds veel invloed op o.a. mensenrechten
  • Ging elke dag om precies dezelfde tijd wandelen

Slide 6 - Tekstslide

Waarom doen mensen 'goede dingen'?
  • Uit empathie?
  • Uit emoties?
  • Omdat we het leuk vinden?
  • Omdat we bepaalde waarden hebben? 

Slide 7 - Tekstslide

Waarom doen mensen 'goede dingen'?
  • Uit empathie?
  • Uit emoties?
  • Omdat we het leuk vinden?
  • Omdat we bepaalde waarden hebben? 
Volgens Kant:
  • Al deze antwoorden zijn niet universeel.
  • Ze kunnen allemaal ook tot iets 'slechts' leiden.

Slide 8 - Tekstslide

Waarom doen mensen 'goede dingen'?
  • Lees paragraaf 2.2.1 en beantwoord de volgende vragen:
  • Wat is voor Kant belangrijk als het gaat om wat moreel goed en toelaatbaar is?
  • Wat zegt Kant dat aan die voorwaarde voldoet? 

Slide 9 - Tekstslide

De goede wil en de rede
  • Kant zoekt dus iets wat universeel (altijd waar) is, dit is:
  • De Goede wil: Je hebt de goede wil als je handelt volgens een wet die universeel waar is.
  • We vinden die wetten met de rede (ons verstand)

Slide 10 - Tekstslide

De goede wil en de rede
Voorbeelden van wetten:

"Water kookt bij Honderd graden"

Zien we of deze wet klopt door puur ons verstand, of wat anders?

Slide 11 - Tekstslide

De goede wil en de rede
Voorbeelden van wetten:

"Je mag niet door rood fietsen"

Zien we of deze wet klopt door puur ons verstand, of wat anders?

Slide 12 - Tekstslide

De goede wil en de rede
Voorbeelden van wetten:

"Meneer Langhout wordt verdrietig als je op je telefoon zit, dus dat moet je niet doen."
Zien we of deze wet klopt door puur ons verstand, of wat anders?

Slide 13 - Tekstslide

De goede wil en de rede
Voorbeelden van wetten:

"Drie keer drie is negen."

Zien we of deze wet klopt door puur ons verstand, of wat anders?

Slide 14 - Tekstslide

De goede wil en de rede
  • Als Kant zegt dat hij universele morele wetten zoekt, zoekt hij een wet die alleen met het verstand is bewezen.
  • Zo'n universele wet zou eigenlijk op dezelfde manier waar zijn als wiskunde.
  • En die wet zou dus universeel zijn. 

Slide 15 - Tekstslide

Het categorisch imperatief
Formulering 1:
"Handel alleen volgens die maxime waarvan je tegelijkertijd kunt willen dat ze een algemene wet wordt"

Formulering 2:
'Behandel andere mensen nooit alleen als middel, maar ook altijd als doel op zichzelf'.

Slide 16 - Tekstslide

Het categorisch imperatief
  • Lees paragraaf 2.2.2 en beantwoord de volgende vragen:
  1. Waarom denkt Kant dat de categorisch imperatief universeel is?
  2. Waarom denkt Kant dat de categorisch imperatief alleen vanuit het verstand komt?
  3. Waarom mag je volgens Kant nooit liegen?

Slide 17 - Tekstslide

Het categorisch imperatief
"Handel alleen volgens die maxime waarvan je tegelijkertijd kunt willen dat ze een algemene wet wordt"

Stel je voor dat je weet dat de vriend van je beste vriend Karel vreemd gaat. Karel vraagt aan jou of jij misschien weet waar zijn vriend elke donderdagavond heen gaat? Wat moet je doen volgens Kant?

Slide 18 - Tekstslide

Het categorisch imperatief
"Handel alleen volgens die maxime waarvan je tegelijkertijd kunt willen dat ze een algemene wet wordt"

1: Wat zijn je opties?
2: Maak van een optie een algemene regel.
3: Bedenk wat er zou gebeuren als iedereen die regel zou volgen.
4: Als wat er dan gebeurt niet logisch is, kun je het dus niet willen

Slide 19 - Tekstslide

Het categorisch imperatief
"Handel alleen volgens die maxime waarvan je tegelijkertijd kunt willen dat ze een algemene wet wordt"

1: Je kan de waarheid vertellen of liegen.
2: "je mag liegen."
3: Als iedereen de hele tijd zou liegen zou liegen helemaal niet meer werken.
4: Dus ik kan niet willen dat mensen mogen liegen.

Slide 20 - Tekstslide

Het categorisch imperatief
"Handel alleen volgens die maxime waarvan je tegelijkertijd kunt willen dat ze een algemene wet wordt"

1: Wat zijn je opties?
2: Maak van een optie een algemene regel.
3: Bedenk wat er zou gebeuren als iedereen die regel zou volgen.
4: Als wat er dan gebeurt niet logisch is, kun je het dus niet willen

Slide 21 - Tekstslide

Het categorisch imperatief
'Behandel andere mensen nooit alleen als middel, maar ook altijd als doel op zichzelf'.

  • Volgens Kant zijn we morele wezens door onze eigen wil en verstand.
  • Als je iemand als een middel gebruikt onderdruk je hun wil en verstand.
  • Je kan logisch gezien niet zeggen dat het oké is om iemands wil en verstand te onderdrukken. 

Slide 22 - Tekstslide

Plicht
  • Lees 2.2.3 en beantwoord de volgende vragen:
  • Waarom vindt Kant dat je moet handelen vanuit een plichtgevoel, en niet vanwege je emotie?
  • Vindt jij dat iemand die hun oma bezoekt puur uit 'plichtsgevoel' goed bezig is?

Slide 23 - Tekstslide

Plicht

Slide 24 - Tekstslide

Plicht

Slide 25 - Tekstslide

Plicht

Slide 26 - Tekstslide

Plicht
  • Als Kant zegt dat we uit 'plicht' moeten handelen bedoelt hij dat we de morele wetten net zo sterk voelen als de wetten van de wiskunde
  • Dus een morele wet is goed volgens Kant als we ons niet eens voor kunnen stellen dat die fout is.
  • Alleen dan is de wet universeel, ze geldt voor iedereen en altijd.

Slide 27 - Tekstslide

Kritiek op de plichtethiek
Discussievragen:
  • Is het niet te streng? Wat als iemand met een bijl vraagt waar je moeder is, dan mag je volgens Kant niet liegen.
  • Is het wel goed om een ethiek zonder emoties te hebben?
  • Kun je in het dagelijks leven wel iets met Kant?

Slide 28 - Tekstslide

Wat heb je aan plichtethiek?
1. Kant dwingt je om elke beslissing logisch uit te kunnen leggen. Dit is een heel filosofische houding.
2. Het idee dat iedereen een doel op zichzelf is is erg belangrijk voor mensenrechten

Slide 29 - Tekstslide

Leerdoelen

Aan het einde van deze les:
10) ik kan uitleggen wat plichtethiek is
11) ik kan uitleggen een handeling volgens Kant alleen goed is als die voortkomt uit plichtsbesef en niet uit neigingen of gevoelens
12) ik kan de categorische imperatief uitleggen en toepassen op een voorbeeld
13) ik kan kritiek geven op de plichtethiek


Slide 30 - Tekstslide