degrees of comparison


Degrees of comparison

Trappen van vergelijking
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Degrees of comparison

Trappen van vergelijking

Slide 1 - Tekstslide

-er / -est
Bij woorden van één lettergreep gaan de trappen als volgt:

big - bigger than - the biggest
tall - taller than - the tallest
white - whiter than - the whitest

Slide 2 - Tekstslide

more / most
Bij woorden van twee of meer lettergrepen gaan de trappen als volgt:

beautiful / more beautiful than / the  most beautiful
interesting / more interesting than / the most interesting
stunning / more stunning than / the most stunning

Slide 3 - Tekstslide

as ... as
Als je wilt zeggen dat 2 dingen (bijna) hetzelfde zijn dan gebruik je as ... as (net zo ... als)

You're as tall as my brother.
She is as old as her cousin.
Your girlfriend is almost as pretty as mine.

Slide 4 - Tekstslide

Uitzondering 1
Woorden van twéé lettergrepen op -y krijgen ook -er / -est

Happy / Happier than / The happiest

Pretty / Prettier than / The prettiest

Slide 5 - Tekstslide

Uitzondering 2
Uit je hoofd leren
Good / better than / the best
Bad / worse than / the worst
Little / smaller than / the smallest (size)
Little / less than / the least (quantity)
many - much / more than / the most

Slide 6 - Tekstslide

Exercise 1
Fill in the missing form of the degrees of comparison

Protip: don't forget your the and than

2 open spaces? separate them with -
e.g. tall - ___ - ___    --->  taller than - the tallest

Slide 7 - Tekstslide

big - ____ - the biggest

Slide 8 - Open vraag

rude - ruder than - ____

Slide 9 - Open vraag

silly - ____ - _____

Slide 10 - Open vraag

boring - ____ - ____

Slide 11 - Open vraag

amazing - ___ - ___

Slide 12 - Open vraag

Exercise 2
Fill in the correct form of the degrees of comparison

Use the sentence to figure out which one it should be.

type only the missing words.

Slide 13 - Tekstslide

My friend is ____ my brother. (fat)

Slide 14 - Open vraag

It's a watermelon inside a watermelon, it's ____ thing I've ever seen! (beautiful)

Slide 15 - Open vraag

She is ____ at English than her classmates. (good)

Slide 16 - Open vraag

English is _____ French. (interesting)

Slide 17 - Open vraag

He is ____ her sister. (scary)

Slide 18 - Open vraag

This is ____ film I've seen. (terrifying)

Slide 19 - Open vraag

We herhalen kort wat jullie deze les hebben geleerd

Slide 20 - Tekstslide

Hoe maak je de vergrotende trap bij korte woorden in het Engels?

Slide 21 - Open vraag

Hoe maak je de overtreffende trap bij korte woorden in het Engels?

Slide 22 - Open vraag

Hoe maak je de vergrotende trap bij woorden langer dan 2 lettergrepen.

Slide 23 - Open vraag

Hoe maak je de overtreffende trap bij woorden langer dan 2 lettergrepen?

Slide 24 - Open vraag

Homework
Maken: 8 en 9 op blz 54 en 55 voor maandag
Opdracht 9: Inleveren op A4/per mail/presentatie
Een circusact + link naar de video + 3 plaatjes + safety rules 
Lees goed a/b/c  

Slide 25 - Tekstslide