Verzorgingsstaat v4 3.1 en 3.2

3.1 Wie helpt?
Je weet wat een verzorgingsstaat is. ​
Je kunt de drie reguleringsmechanismen van de welfare triangle noemen 
Je kunt uitleggen voor welke reguleringsmechanismen de verschillende politieke stromingen een voorkeur hebben.

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.1 Wie helpt?
Je weet wat een verzorgingsstaat is. ​
Je kunt de drie reguleringsmechanismen van de welfare triangle noemen 
Je kunt uitleggen voor welke reguleringsmechanismen de verschillende politieke stromingen een voorkeur hebben.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzorgingsstaat 

Twee onderdelen:​
Eerst de theorie,​
dan een praktische opdracht. ​

Toetsing PO2​
Deze praktische opdracht bestaat uit twee onderdelen: een schriftelijke voorbereiding (50%) en een talkshow (50%) zelf. In totaal telt deze opdracht 1x mee. ​
Inleverdatum script: eind mei 






Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzorgingsstaat is een samenleving waarin de overheid zich garant stelt voor noodzakelijke geachte materiële en immateriële voorzieningen voor alle burgers. ​


Met andere woorden: een overheid die zich actief bemoeit met de welvaart en het welzijn van haar inwoners. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welfare triangle 
               Overheid                                        Markt





                                  Primaire sociale orde (organisaties)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel moet de overheid doen?
Er zijn drie mogelijkheden om hulp voor burgers de regelen:​
  

Overheid -> waarde = gelijkheid​
Markt -> waarde = vrijheid​
Particulier initiatief -> waarde = naastenliefde en solidariteit


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De beste keuze?
Liberalen = markt 
Leidt tot efficiënt gebruik van middelen en welvaart.​Sociaaldemocraten = overheid 
Vrije markt zorgt voor ongelijkheid.​
Christendemocraten = particulier initiatief 
Samenleving heeft elkaar nodig.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag! 

Lees 3.1  -> Maak opdracht 5 (blz. 127) (5 minuten)
Wissel uit met je buurman/buurvrouw (5 minuten)
Klassikaal uitwisselen

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul aan! 
De Nederlandse verzorgingsstaat is een mengvorm van reguleringsmechanismen. We willen graag dat mensen gelijke toegang hebben tot zorg, daarom moet de 1)... voor gezondheidszorg zorgen. Dit idee past bij de politieke stroming 2)... Toch kunnen we ook zelf zorg inkopen, daarin zien we het mechanisme 3)... terug. Dit idee past bij de politieke stroming 4)...  Soms zorgen mensen ook voor elkaar, dit laatste mechanisme heet 5)... en past bij de politieke stroming 6)...

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3.2: Ontstaan van de verzorgingsstaat

Je kunt drie verklaringen voor het ontstaan van de verzorgingsstaat beschrijven 
Je kunt de vier functies van de verzorgingsstaat beschrijven. ​

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom helpen we elkaar?
Waarom helpen we elkaar?​


1. Swaan-theorie​
2. Arbeidersbeweging​
3. Gegoede burgerij



Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Theorie van Swaan

Interdependentie – mensen zijn steeds afhankelijker van elkaar geworden. ​
Externe effecten – daardoor zorgt het gedrag van een individu voor externe effecten voor anderen. ​
Dilemma van collectieve actie – individuele rationele keuzes hebben invloed op het collectief​
Oplossing: verzorgingsstaat 



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Andere verklaringen
Arbeidersbeweging:​

Arbeiders komen op voor de slechte 
werkomstandigheden. ​
​ 
Gegoede burgerij​:
Beschavingsoffensief




Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vier functies verzorgingsstaat
 Materiële en immateriële voorzieningen 
​​
  1. Verzorgingsfunctie​
  2. Verzekeringsfunctie​
  3. Verheffingsfunctie​
  4. Verbindingsfunctie




Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Materiële functies 
Verzorgingsfunctie:

Hierbij gaat het om hulp aan mensen die niet (meer) voor zichzelf kunnen zorgen. ​
Voorbeeld: hulp aan mensen die een beperking hebben. 
Verzekeringsfunctie:

Iedereen in de samenleving heeft de zekerheid van een (minimum)inkomen wanneer het inkomen wegvalt.​

Voorbeeld: AOW. 


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Immateriële functies 
Verheffingsfunctie:

Mensen krijgen de kans om zich te ontplooien en hun weg te vinden in de samenleving. ​
Voorbereiden op arbeidsmarkt (onderwijs).​
Maar ook normen en waarden. 
Verbindingsfunctie:

Hierbij gaat het om het creëren van sociale cohesie. ​

Sociale cohesie is de onderlinge verbondenheid in een samenleving.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Link

vanaf minuut 35 - 37.45
Aan de slag! 
Lees paragraaf 2 
Maak opdrachten 4 en 5 (blz. 135) 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke functie?
Schrijf op:
 Welke functie(s) je herkent

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies