Pedagogisch handelen Bo Pabo netwerk 2025

• Bewegingsonderwijs
• HBO
• Studiejaar 2

Acpa 1

Pedagogisch handelen: Contact maken met kinderen op het schoolplein.

M.U.T.S

MUTS: vier dingen doet voordat je binnenkomt ter bevordering van de relatie. 

• Make eye contact
  
• U use their name in a positive way (Mike fijn dat je er bent)
  
• T is Touch them (geef een hand)
  
• S is van smile 

Lukt het niet om alle leerlingen een hand te geven richt je dan op kinderen waarvan jij denkt dat het nodig is. 

Dit werkte niet echt....

Binnenkomst: eerst 10 studenten zoveel mogelijk negeren. Daarna bij deur gaan staan, iedereen een hand geven of high five, of glimlach of vraagstellen

- MUTS: vier dingen doet voordat je binnenkomt ter bevordering van de relatie. Is een onderzoek van een universiteit (Bastiaan vragen naar bron)

Make eye contact

U use their name in a positive way (Mike fijn dat je er bent)

T is Touch them ( geef een hand)

S is van smile

Lukt het niet om alle leerlingen een hand te geven richt je dan op kinderen waarvan jij denkt dat het nodig is. 

Amoebe spel

Iedereen begint waggelend als een amoebe door de zaal 

Als je een andere student tegen komt die een amoebe uitbeeld blijf je staan, geef je een high-five, zeg je je naam en doe je steen papier schaar.

Als je wint evolueer je, als je verliest blijf je op hetzelfde niveau, je mag alleen je eigen soort uitdagen.

Evolutieladder

Amoebe	Waggelen
Vis	Handen tegen elkaar en bewegen als een vis
Kikker	Handen langs je lichaam en met twee benen springen
Krokodil	Gestrekte armen een bek maken die open en dicht gaat
Dinosaurus	De handen als klauwen uitsteken

Was leuk, link leggen naar eigen stage, zo kan je kinderen leren kennen. Doel, meedoen, contact maken via Muts. Ervaren hoe een spel kan bijdragen aan relatie opbouwen.

in principe alleen eigen soort uitdagen, als docent let je op dat er niet maar eentje overblijft.

evt zelf dan de oplossing zijn. Of aangeven dat iedereen mee evalueert als er nog eentje over is.

Pedagogiek  spel

Evolutieladder

verbondenheid	Pak je eigen polsen vast
Autonomie	Handen als een 'V' boven je hoofd (vrij)
Competentie	Beeld iets uit waar je goed in bent
Leerling	Huppelen
Leerkracht	Loop rond alsof je instructie geef

Ook goed, link naar eigen stage, betekenisvol maken, hoe dan, bijv. meters etc. Je kunt zelf meedoen of juist niet en dan rondlopen en alles opvangen. Doel, meedoen, contact maken via Muts. Ervaren hoe een spel kan bijdragen aan relatie opbouwen.

in principe alleen eigen soort uitdagen, als docent let je op dat er niet maar eentje overblijft.

evt zelf dan de oplossing zijn. Of aangeven dat iedereen mee evalueert als er nog eentje over is. Waarom hebben we dit spel nu met elkaar gedaan

Verwachting

• Voorbereid naar de colleges komen.
  
• Actieve bijdrage aan de bijeenkomsten: zelf aanwezigheid aanklikken
• Wees open en eerlijk tijdens de bijeenkomsten.
  
• Pedagogiek kan een gevoelig onderwerp zijn, respectvol naar elkaar. (Soms doen wij als docent het bewust 'slecht').
• Let op: ruimte creëren voor de voorbereidingsopdrachten voor het college is jullie verantwoordelijkheid. Zorg voor heldere communicatie tussen mentor en student.
  

Ballen en relatie

• Leerkracht - leerling

• Je bent eigenaar van je eigen PR.

• Spiegelen filmpje

hele gebeuren met leerlijn ballen niet gedaan. :

- in cirkel: doe mij na

- wandelen door de zaal

- dribelen door zaal

- andere hand

(ondertussen positief benaderen, regels uitleggen, positie waar je staat wat doet organisatie met de klas etc. stoute bal etc.

tweetallen en volgen, wissel, de achterste geeft tempo aan

2 groepjes half veld, dribbelen bal weg slaan, wegeslagen dan naar andere helft, kan dus niet af even bespreken

groepjes op 4 baskets, tegen elkaar en vervolgens heel duidelijk rij van wie is de beste, gaan automatisch klappen voor de winnaar, wat zegt dit?

daarna groepjes zijn een team, tegen elkaar, aan het einde alle team hebben min. 3 doelpunten, knap etc.

 wat heb ik nu gedaan?nog verder uitwerken

iedereen een bal, doe mij na:

dribbelen op de plaats. bal vast. Dribbel alleen rechter hand, een been voor, andere been voor, GEEN verbalen aanwijzingen. Alleen plaatje. andere hand. Dribbel laag, dribbel hoog. Tussendoor stoppen, wat gebeurt er. Wie luisteren er snel, compliment geven.

Even nadenken, met welke manier van stuiten en vangen zou jij beginnen (als we deze materialen hebben?) Tijd kan iets makkelijker maken of moeilijker. Hooghouden met je voeten. Kijken wie de koppeling maakt naar hooghouden met een stuit tussendoor. Nieuw stopsignaal. zijn alle ballen stil, wie rommelt er nog aan de bal, stoute bal. hoe kun je dit voorkomen?

dribbelen achter elkaar aan wie bepaalt het tempo. Verwachting uitspreken, als ik signaal geef dan zitten met de bal in het huisje. jij vertelt wat, loopt naar iemand toe die niet echt oplet, wat gebeurt er dan, als je in de persenal space komt. Blijft die dan kletsen, of rommelen aan de bal. Non verbaal heeft veel invloed. gebruik dat soms als tool voor je pedagogisch klimaat.

tussen de oefeningen door, complimentjes geven, voorbeelden. in the picture staan, iemand slechte voorbeeld laten doen? wat voel je?

Dribbelen maar nu sneller, hoe ga je botsingen voorkomen? nadenken over welke afspraken we hier over kunnen maken. Signaal geven, zitten, wat is er bedacht, split vision uitleggen. Spel ballen bij elkaar wegslaan, wat doe je als de bal weggetikt is?

Alles wat je met de handen kunt doen, kun je ook doen met je voeten, spel nog een keer spelen.

 

voorbeeld van leiding nemen, non verbaal contact, personal space, kracht van een plaatje, complimenten en negatief, voorbeeld geven, groepsdruk, stoute bal, positie in de zaal, verwachtingen uitspreken etc etc

Relatie en belevingswereld

Relatie (Verbondenheid) - Competentie - Autonomie --> (les 5 pedagogiek)

Aan welke relaties hebben we nu gewerkt en op welke manier?

• Leerkracht – student (kind)
  
• Student – student (kind – kind)

Wat hebben we gedaan om te zorgen dat het spel liep?

laatste vraag beetje overbodig..... Bespreken wat hebben we nu gedaan? De betekenis van de woorden relatie – competentie en autonomie komt in les 5 van pedagogiek terug (Deci&Ryan). Vandaag ervaar je vooral wat relatie kan zijn. Welke relaties hebben we nu gewerkt? Leerkracht – student (kind) en student – student (kind – kind). Wat hebben we nog meer gedaan om te zorgen dat het spel werkte? Denk aan de vorige colleges (in belevingswereld kind/ student).

Buitenspelen en relatie opbouwen

voetbalfilmpje 

Wat zie je gebeuren?

Taarten van Abel (zie college Marjolein en Bas) principe à Spelen met kinderen om ze beter te leren kennen, mee voetballen of draaien met het touw met kinderen. Dus je kan beste elke dag buiten spelen met de kinderen. (filmpje laten zien van een meester die voetbalt, vragen aan hoe zie je hier relatie competentie autonomie) 

Chinese muur?

V(L)AP:

Veilig (sociaal-emotioneel en fysiek)

(Leren)

Actief

Plezier

eeerst zonder plaatje dan met plaatje

Buitenspelen

Naar buiten!

Meenemen:

- 8 flapjes

- 4 pionnen

- 1 trefbal

- stoepkrijt

- 9 kleine touwtjes

- 2 elastieken

- groot touw (touwtje springen)

binnen gebleven: 

-touwtje springen individueel (1-1 werken aan relagtie) 

- elastieken (klein groepje werken aan relatie)

- rupsbal (groep werken aan relatie, groepsproces etc.)

geen tijd voor klassikaal touwtje springen. wel even heel kort voorgedaan bij 1 groepje

 wNa een tijd wisselen we van samenstelling van het groepje, ga weer spellen spelen. Als het hetzelfde spel is, is je beleving dan het zelfde met een ander groepje, hoe komt dit? 

Uitleg over succesfactoren bij het uitleggen van een spel. Waar sta je, wanneer leg je uit, hoe vraag je aandacht, hoe leg je uit (pad) welke afstand is er tussen jou en de leerlingen, met wie doe je iets voor, welke verwachtingen spreek je uit, zijn er van te voren afspraken gemaakt, we zijn klaar wat dan?

Buitenspelen

Ronde 1 en 2; gewoon spelen

Nabespreken:

• Hoe ging het? 
• Werkte de leskaart? Waarom wel/niet?
• Wat heb je nodig om dit 'soepel(er)' te laten verlopen?

alleen ronde 1  samenstelling van het groepje, ga weer spellen spelen. Als het hetzelfde spel is, is je beleving dan het zelfde met een ander groepje, hoe komt dit? 

Uitleg over succesfactoren bij het uitleggen van een spel. Waar sta je, wanneer leg je uit, hoe vraag je aandacht, hoe leg je uit (pad) welke afstand is er tussen jou en de leerlingen, met wie doe je iets voor, welke verwachtingen spreek je uit, zijn er van te voren afspraken gemaakt, we zijn klaar wat dan?

Buitenspelen

Ronde 3 en 4: spelen en nadenken over hoe zou ik als leerkracht dit spel uitleggen

Nabespreken:

- Waar let je op bij goed uitleggen?

(zie volgende sheet)

! WISSEL VAN GROEPSINDELING !

niet gewisseled van groepsindeling  samenstelling van het groepje, ga weer spellen spelen. Als het hetzelfde spel is, is je beleving dan het zelfde met een ander groepje, hoe komt dit? 

Uitleg over succesfactoren bij het uitleggen van een spel. Waar sta je, wanneer leg je uit, hoe vraag je aandacht, hoe leg je uit (pad) welke afstand is er tussen jou en de leerlingen, met wie doe je iets voor, welke verwachtingen spreek je uit, zijn er van te voren afspraken gemaakt, we zijn klaar wat dan?

Uitleg als leerkracht

factoren om mee rekening te houden:

• Waar sta je, 
• wanneer leg je uit, 
• hoe vraag je aandacht,
• hoe leg je uit (pad),
• welke afstand is er tussen jou en de leerlingen,
• met wie doe je iets voor, 
• welke verwachtingen spreek je uit, 
• zijn er van te voren afspraken gemaakt, 
• we zijn klaar wat dan,
• V(L)AP

Spellenkermis, ga met een groepje langs de spelletjes. Speel het spel, daarna kies je een nieuw spel om te spelen

Na een tijd wisselen we van samenstelling van het groepje, ga weer spellen spelen. Als het hetzelfde spel is, is je beleving dan het zelfde met een ander groepje, hoe komt dit? 

Uitleg over succesfactoren bij het uitleggen van een spel. Waar sta je, wanneer leg je uit, hoe vraag je aandacht, hoe leg je uit (pad) welke afstand is er tussen jou en de leerlingen, met wie doe je iets voor, welke verwachtingen spreek je uit, zijn er van te voren afspraken gemaakt, we zijn klaar wat dan?

Buitenspelen

Ronde 5 en 6: spellen spelen, al een keer gespeeld

Nabespreken:

• Wat ging er anders in deze samenstelling? 
• Hoe was je beleving? 
• Wat gebeurt er als je met andere speelt.

alleen rond 3, voor ronde 3 in de wissel 1 student die het spel uitlegt aan de rest. Wat wellicht iets te veel tijd/nadruk op PAD, waardoor weinig tijd voor het einde.... di tmag sneller  samenstelling van het groepje, ga weer spellen spelen. Als het hetzelfde spel is, is je beleving dan het zelfde met een ander groepje, hoe komt dit? 

Uitleg over succesfactoren bij het uitleggen van een spel. Waar sta je, wanneer leg je uit, hoe vraag je aandacht, hoe leg je uit (pad) welke afstand is er tussen jou en de leerlingen, met wie doe je iets voor, welke verwachtingen spreek je uit, zijn er van te voren afspraken gemaakt, we zijn klaar wat dan?

Rol van spelbegeleider

Zie brightspace voor artikel

Even goed vragen bekijken. volgende dia is het doel voor de ons. Iemand is het niemand is het.

Verwerking: rol van spelbegeleider. 

1. Welke verschillen zijn er tussen de rol van een speelbegeleider en een pleinwacht?

a) Een speelbegeleider heeft een reactieve rol, terwijl een pleinwacht proactief is

b) Een speelbegeleider is verantwoordelijk voor toezicht, terwijl een pleinwacht activiteiten organiseert

c) Een speelbegeleider neemt een proactieve rol aan en stimuleert spel, terwijl een pleinwacht reactief toezicht houdt

d) Een speelbegeleider is alleen betrokken bij fysieke activiteiten, terwijl een pleinwacht alles observeert

Correct antwoord: c

Verwerking: rol van spelbegeleider. 

2. Hoe kunnen begeleiders proactief bijdragen aan een positief pedagogisch klimaat tijdens het buitenspelen?

a) Door toezicht te houden zonder actief mee te doen

b) Door kinderen hun eigen spel te laten organiseren zonder inmenging

c) Door spel te initiëren, mee te spelen en kinderen te enthousiasmeren

d) Door vooral conflicten tussen kinderen te vermijden

Correct antwoord: c

Verwerking: rol van spelbegeleider. 

3. Wat is de rol van leerkrachten in het buitenspelen, en hoe kunnen ze kwetsbare kinderen helpen?

a) Door alleen toezicht te houden en niet deel te nemen aan het spel

b) Door kwetsbare kinderen apart te laten spelen

c) Door kwetsbare kinderen vooraf vragen te stellen over wat ze gaan doen en ze een veilig gevoel te geven

d) Door alle kinderen te behandelen zonder onderscheid

Correct antwoord: c

Verwerking: rol van spelbegeleider. 

4. Wat zijn de voordelen van het meespelen van een begeleider tijdens buitenspelactiviteiten?

a) Het zorgt ervoor dat kinderen zich volledig aan de regels houden

b) Het bevordert de relatie tussen begeleider en leerling, vooral voor minder zelfverzekerde kinderen

c) Het vermindert de kans op conflicten tussen leerlingen

d) Het verkort de speeltijd, waardoor kinderen minder snel moe worden

Correct antwoord: b

Verwerking: rol van spelbegeleider. 

5. Welke uitdagingen zijn er voor pedagogisch medewerkers en ouders om het buitenspel te begeleiden?

a) Zij kennen vaak de regels van de spellen niet goed genoeg

b) Zij zijn vaak minder bekend met de kinderen dan de leerkrachten, wat proactief begeleiden moeilijk maakt

c) Zij zijn vaak pedagogisch niet voldoende geschoold

d) Zij vinden het moeilijk om de materialen voor het spel te organiseren

Correct antwoord: allemaal wel...

Verwerking: rol van spelbegeleider. 

6. Welke competenties zijn nodig voor begeleiders om buitenspelen succesvol te ondersteunen?

a) Kennis van spelregels, sociale hiërarchie, pedagogiek en speelgedrag

b) Vaardigheid om toezicht te houden zonder in te grijpen

c) Vermogen om conflicten tussen kinderen te vermijden

d) Het opzetten van gestructureerde sporten in plaats van vrij spel

Correct antwoord: a

Verwerking: rol van spelbegeleider. 

7. Wat is het belang van enthousiasme en aanmoediging door de begeleider tijdens het spel?

a) Het zorgt ervoor dat kinderen zich aan de regels houden

b) Het helpt kinderen om in beweging te blijven en geeft hen het gevoel dat ze gezien worden

c) Het zorgt ervoor dat kinderen zich beter aan de spelregels houden

d) Het vermindert de noodzaak voor begeleiding

b

Verwerking: rol van spelbegeleider. 

8. Wat zijn de risico’s van te veel regels invoeren tijdens het buitenspelen, volgens het artikel?

a) Het zorgt ervoor dat kinderen meer conflicten hebben

b) Het kan de begeleider overbodig maken tijdens het spel

c) Het kan het spel verstarren en het plezier en de spontaniteit wegnemen

d) Het kan kinderen juist creatiever maken in hun spel

Correct antwoord: c, maar a kan ook

Voorbereiding volgend college Bewegingsonderwijs

Bekijk op je eigen stageschool:

• Hoe er wordt gewerkt aan de relatie tussen leerkracht - kind en kind- kind tijden het buitenspelen. Zijn er verschillen tussen manieren van de verschillende leerkrachten/ begeleiders van het plein? Zoja welke? Wat zou op dit moment jouw voorkeur zijn?
  
• Op welke manier de leerkracht contact maakt met de leerlingen bij binnenkomst in de klas? Worden er verschillende manieren gebruikt bij de verschillende kinderen? Zoja welke? Wat zou op dit moment jouw voorkeur zijn?

--> Neem dit mee op papier naar het volgende college.

Correct antwoord: c, maar a kan ook

Acpa 1

Pedagogisch handelen: Wat zie je op het plein?

Bijeenkomst 5/6

voetbal

• wat hebben we gezien/ervaren?
• welk schuifje van de basisbehoefte staat nu volledig open?
• welke pedagogische uitdagingen zijn er?
• welke oplossingen kunnen we bedenken?

Binnenkomen 1 bal, wat gebeurt er? Sommige studenten gaan zitten, andere staan, paar gaan voetballen Schuifje autonomie staat helemaal open. Vervolgens de opdracht geven, ga voetbalwedstrijdje spelen, autonomie iets dichters (maar hoe voetballen wordt niet gezegd) Het moet in groepen, heterogene groepen.

Perfect voetbalspel

Wat is er hier gebeurd met de schuifjes autonomie (competentie en verbondenheid?) 

Voetbal-terreur

Als voetbal niet goed geregeld wordt op het schoolplein, kun je structureel conflicten verwachten (op het hele plein)

Binnenkomen 1 bal, wat gebeurt er? Sommige studenten gaan zitten, andere staan, paar gaan voetballen Schuifje autonomie staat helemaal open. Vervolgens de opdracht geven, ga voetbalwedstrijdje spelen, autonomie iets dichters (maar hoe voetballen wordt niet gezegd) Het moet in groepen, heterogene groepen.

Perfect voetbalspel

Wat is er hier gebeurd met de schuifjes autonomie (competentie en verbondenheid?) 

voetbal

Hoe kunnen we het spel VLAP maken?

• Kijk naar de aantallen (18-14 of 4-4/ 5-5/ 3-3)
• Kijk naar het veld (één groot veld of meerdere kleine veldjes)
• Kijk naar de samenstelling (vaardigheid, mee willen doen, aandeel, hoe wisselen van team?) 
• Kijk naar regels en begeleiding (wie bepaalt, wie neemt de leiding?)
• Kijk naar materiaal (andere bal/ meerdere ballen/ ballen per niveau)
• Kijk naar alternatieven voor de voetballers (hou ze bezig, anders ....)

Zelfdeterminatietheorie  

Relatie

Competentie

Autonomie

Observeren op het plein

Filmpje dansende man

• Open observatie
• planmatig, elke week 10 min
• bedoeling; kijken hoe de kinderen individueel en met elkaar functioneren op het schoolplein

1e wat in je opkomt: amichtala (reptielenbrein) --> radicaal realistisch --> waarnemen (en oordelen = valkuil van observeren, maar reptielenbrein kan je niet uitzetten, dus wees hier bewust van)

Radicaal genuanceerd (De meeste mensen nuanceren in gedachten snel, je ziet redenen

Radicaal anders 

Wanneer observeer je? Dit is besproken in de vorige peda les. Niet alleen als er iets is. 

Observeren gymzaalschoolplein

• zaal ombouwen, daarna observanten heel even de zaal uit.
• 5 observanten, iedere observant een eigen observatie whiteboard. 

Bedoeling van de observanten:

•  kijken naar hoe de studenten individuele en met elkaar functioneren op het gymzaalschoolplein, schrijf op wat je ziet.

Observeren: naspelen verschillende types: blaadjes uitdelen met types erop

We gaan buitenspelen. Je krijgt een kaartje met daarop hoe je je gaat gedragen.

5 mensen even naar buiten, jullie mogen zo observeren.

We gaan buitenspelen, iedereen een kaartje, gedraag je zoals op kaartje staat:

• Basketbal bij basket
• Veldje met zachte bal
• Springtouwtjes (groot/klein)
• Balanceerplekken
• Individueel materiaal
• Wandrek uit schuin

Observanten, wat viel op aan gedrag? 

Observeren pleinslagbal

• zaal ombouwen, daarna 5 nieuwe observanten heel even de zaal uit.
• 5 observanten. iedere observant een eigen observatie whiteboard. 

Bedoeling van de observanten:

•  kijken naar hoe de studenten individuele en met elkaar functioneren op het gymzaalschoolplein

Gewoon slagbal + 5 observanten, wat valt op? Ook koppelen aan competentie (keuzes in slagmateriaal, ballen, evt. Honken keuze etc.) en relatie (etalage effect is de relatie veilig genoeg om...)

Meeloopslagbal, iedereen mag zichzelf zijn, 4 teams:

¼ studenten andere observanten

Slagpartij

Meelooppartij

Veldpartij

Wat valt op? 

Kaders bij het buitenspelen

• Individueel: zoek een eigen plekje in de zaal en beantwoord de volgende vraag:
• Welke regels en routine's zou jij op het schoolplein willen?
  

• Een groepje van 4 studenten met dezelfde schoenmaat als jou
• Leg je keuzes uit aan de hand van autonomie, relatie en competentie.

Acpa 1

Pedagogisch handelen: Klas en plein, leerkrachtstijlen

Rugzak vullen schoolpleinspel

• Iemand is hem, niemand is hem met naam
• Wie heeft dit spel gezien tijdens de observatie?

 

ervaren wat bewegen kan doen voor je etc

Wat gebeurt er qua pedagogiek bij dit spel, wie moedigt aan, wie mag er spelen, wat als je af bent, hoe voelt iedereen zich.

Met welke bal speel je

Hoe kun je dit spel meer VLAP maken?

Eerst naam roepen en dan af (=af)

daarna 3 = teveel en je mag een lintje pakken voor een schild

Pedagogisch kan je heel veel betekenen op het plein.

vaak is het zo dat de betere bewegers de regels bepalen en dan dus ook zorgen dat het voor hun leuk is. En dat wil niet zeggen dat zij het niet leuk mogen hebben. laten we proberen om het zo aan te passen dat iedereen op zijn eigen niveau kan spelen. Dat het voor iedereen leuk is. we doen dit overal in de klas, aan de instructietafel etc. waarom dan niet in de klas?

Leerkrachtstijlen/rollen

Pedagogiek les 7:

1. De gastheer​
   
2. Presentator​
   
3. Didacticus​
   
4. Pedagoog​
   
5. Afsluiter​
   
6. Coach
   

Doel: bewustwording dat je kunt (soms moet) schakelen tussen de rollen/stijlen, je past je eigen stijl/rol aan wat de groep/het kind nodig heeft, je weet dat je flexibel moet kunnen zijn.

Les 7 was theorie, nu in de praktijk:

Oefenen van het herkennen en het uitvoeren van verschillende rollen/stijlen. 

We maken het moeilijk, dus we gebruiken een andere indeling van leerkrachtstijlen/rollen :)

Leerkrachtstijlen/rollen

8 groepjes

• ieder groepje krijgt 1 spel (onderdeel) en 1 leerkrachtstijl/rol
• ieder groepje bereidt het spel voor. 
• docent kiest een aantal groepjes uit om les te geven volgens de gekregen leerkrachtstijl/rol
• Na het spel proberen alle groepjes de verschillende stijlen/rollen en kenmerken hiervan die aan de beurt geweest zijn te onderscheiden. Let dus tijdens het spel goed op.

• klassikale groepjesles per spel, 2 of 3 lesgevers

- raak en haal 

Leerkrachtstijlen/rollen

4 Leerkrachtstijlen/rollen:

Coach

Instructeur

Organisator

Scheidsrechter

--> CIOS

Voorbereiding op dit college

• Lees het artikel: De vijf knoppen voor kwalitatief goed buitenspelen op de basisschool - Steven Mauw, Wim van Gelder, Mirka Janssen, Goedhart Bastiaan (zie brightspace)
• Haal voor jezelf observatiepunten uit het artikel en ga kijken tijdens het buitenspelen op jouw plein wat er op valt. Neem dit mee naar het volgende college.

• in tweetal bespreken terwijl je rondloopt
• zestal vormen en op een bord de meest betekenisvolle, leerzame, opmerkelijke punten opschrijven om te delen met de klas.

10 min.

Pedagogiek college 5:

Betrokkenheid vergroten 

(o.a. Marzano)

10. Verbinden met het dagelijks leven van leerlingen

11. Verbinden met persoonlijk ambities van leerlingen

12. Stimuleren van het toepassen van kennis

13. Volgen en bestuderen van vorderingen

14. Gebruiken van effectieve verbale feedback.

• Bedenk voor jezelf op welke manier je deze punten terug kunt zien tijdens het buitenspelen.
• Wie kan een punt niet plaatsen? Wie kan hierbij helpen?

zie volgende sheets wat hiermee bedoeld wordt

Plak dit eens op buitenspelen. 

denk zelf even 1 minuut na hoe je dit terug kunt zien.

hierna klassikaal vragen wie een punt ziet waarvan hij zegt 

5: koppelen aan coach rol, dan werk je ook aan positieve rol

Betrokken buitenspelen

Voorbereiding volgend college:

Opdracht: ontwerp ideale buitenspeelsituatie -->

   - uitvoerbaar (in jouw context)

   - (zoveel mogelijk) rekening houdend met tips uit artikel, punten van betrokkenheid van Marzano en Deci&Ryan

Op het whiteboard komt de uitwerking:

• Voorbereiding: wat doe ik van te voren ?
  
• Start Buitenspelen start: wat doe ik als we buitenkomen?
  
• Tijdens het buitenspelen: wat doe ik als iedereen bezig is?
  
• Einde buitenspelen: wat doe ik als we gaan afronden?
  
• Na het buitenspelen: wat doe ik als we terug zijn in de klas 

De activiteit hebben we nog niet tijdens de bijeenkomsten behandeld.

groepje maken, wat was het leukste dat je gedaan hebt in de herfstvakantie. Benoem dat in 1 woord. Ga op alfabet staan 

Groepspleinspel

Klassikaal 10-tellen in de rimboe

Inspiratie verstoppertje voor op het schoolplein 

2 zoekers, staan op 1 dikke mat (ieder eigen dikke mat iets meer naar het midden van de bucket) alles wordt gebouwd. 

10 tellen in de rimboe, 10,9,8,7,6,5 etc.

zie je iemand, komt op de mat, als standbeeld, mag volgende ronde meezoeken, zie je niemand meer dan roep je 8 tellen in de rimboe, dan moet je de mat aanraken en dan weer verstoppen. 

8 tellen in de rimboe

ronde 1:

zoekers op de mat

gevonden word je ook zoeker

ronde 2:

een persoon mag een stap bij 9

ronde 3

groep krijgt ballen,  probeer iemand te raken dan ben je ook zoeker geworden

variatie: kan zoeken vanaf andere mat

ronde 4:

jongens tegen de meisjes vanaf twee matten

Acpa 1, bijeenkomst 16

Pedagogisch handelen: groepsvorming en pedagogisch handelen

Vandaag

Groepsvorming en rijke leeromgeving

• verschillende activiteiten die je kunt inzetten voor groepsvorming
• rugzak vullen met energizers en buitenspelspellen
• rijke leeromgeving ervaren en herkennen

Wensen studenten:

• energizers
• zelf bewegen, zelf groepsvorming

Op welke manier kan je de inhoud van de colleges meenemen naar de klas?

• context is buitenspelen, probeer dit te vertalen naar het klaslokaal
• Visie mag veranderen, goed om alvast over dingen na te denken. Nu kun je dingen zien.

Stukje visie

3 lessen gehad in de gymzaal, dit is de 4e les. Wie kan vertellen/punten noemen/ervaringen delen van dingen die je van de colleges meeneemt naar het lesgeven in het lokaal/groepsleerkracht zijn.

Energizer

5 energizers

5 groepjes

voorbereiden energizer, iedereen komt aan de beurt.

• dit is mijn oor, hoe gaat het?
• Zoals ik ga op vakantie en neem mee:
• dit is mijn oor, terwijl je dit zegt wijs je een ander lichaamsdeel aan dan je oor.
• Daarna is iemand anders aan de beurt, die start met dit is mij oor, en doet daarna een andere erbij. 
• Doel, als groep zo veel mogelijk lichaamsdelen anders benoemen en onthouden totdat het fout gaat. Tellen hoeveel er wel gelukt is.
• Dit doe je in een 5/6 tal

Energizer

Maar eerst een energizer van ons:

• Dit is mijn oor

• dit is mijn oor, hoe gaat het?
• Zoals ik ga op vakantie en neem mee:
• dit is mijn oor, terwijl je dit zegt wijs je een ander lichaamsdeel aan dan je oor.
• Daarna is iemand anders aan de beurt, die start met dit is mij oor, en doet daarna een andere erbij. 
• Doel, als groep zo veel mogelijk lichaamsdelen anders benoemen en onthouden totdat het fout gaat. Tellen hoeveel er wel gelukt is.
• Dit doe je in een 5/6 tal

Organiseren bewegen tussen het leren

Je weet wat je gaat geven, maar hoe ga je dit geven ?

• Aandacht creëren
• Waar ga je staan 
• Welke ruimte gebruik ik 
• Wanneer leg ik het uit 
• Hoe geef ik het voorbeeld en wie ondersteunen
• Verwachtingen uitspreken

• Wat moeten de leerlingen doen als het klaar is

Groepsvorming

Filmpje uit college 12

Groepsvorming activiteiten

• Het donkere doolhof
• Explosieve toren
• Hou ze recht

• 3 studenten hebben een blinddoek om. De andere moeten de studenten door het doolhof leiden zonder van de weg af te raken. kijk of het lukt om binnen de paden te blijven.
• Scheve toren van Piza, Pedalo
• Stokken spel, zorg dat je met zn alle de stokken van de grond houd, terwijl jullie van plek wisselen
• 
  

Ridderen/ doseren OMV

Angst voor de bal

Ga staan op geboren op dag (datum) --> 3 - tal maken 

Ridderen met zwemnoedel 

1.  Sla 3x zo hard mogelijk op de grond (kracht 10, 5 en 0)

2. Testen verschillende krachten op je eigen arm en hoofd

Welk niveau bevalt jou

3. 1 vs 1, maak afspraken met welke kracht je speelt. Sla elkaar

met die kracht op de arm. Is dit wat er werd bedoelt?

4. Afspraak, welke lichaamsdelen doen mee aan het duel?

5. Duel, hand zonder noedel is een schild, de scheidsrechter 

telt hoeveel punten ieder haalt. Blijf elkaar raken met de afgesproken snelheid

afspreken, hoe lang het duurt

Doseren

• Hoe kunnen we elkaars grenzen leren kennen zonder er overheen te gaan.
• Hoe kunnen we rekening houden met elkaar, hiervoor is eerst ontmoeting nodig.
• Hoe is er aan het pedagogische klimaat gewerkt? Is dit op individueel niveau of groepsniveau?
• Hoe hebben jullie trefbal ervaren? Hoe zou deze oefening kunnen bijdragen aan een sociaal beter speel klimaat tijdens o.a. trefbal en buitenspelen?

• Iedereen een noodel. Sla zo hard als je kan op de grond, dit 3 keer. Dit is vanaf nu kracht 10. Sla nu een keer met kracht 5, kracht 3, kracht 1
• Speel hier een beetje mee, zodat voor jou duidelijk wordt hoe hard wat ongeveer is
• Daarna sla je op je eigen linker onderarm met een kracht die jij prima vindt, ga kijken naar tot welke kracht je oke vindt om mee geraakt te worden
• Daarna kris kras door de zaal lopen. Als ik het roep dan 3 tal maken. Voorbeeld geven via PAD. We gaan het spel ridderen spelen:
• Ridderen, elkaar raken op een kracht waarbij de ridders van tevoren afspreken met welk kracht cijfer er gespeeld wordt. Dit doe je door eerst een voorstel te doen en dit op je eigen arm te laten zien. Dan kan de ander aangeven of die denkt dat dit goed is, of toch iets minder/harder. Daarna elkaar raken op de afgesproken kracht. Akkoord dan spelen. 3e persoon is scheidsrechter.
• ronde 1 Raken mag alleen op de rechter arm na 4 keer wisselen van tegenstander
• Na ronde 1 door de klas heen rennen. Nieuw 3 tal, nu ook waar je elkaar mag raken bespreken.
• Ronde 3, je mag nu zelf 3 tal zoeken. Pedagogisch bespreken, wanneer laat je zelf groepjes maken en wanneer niet?
• Introduceren groene stip, blauwe stip en rode stip. Groene stip, ik heb even pijn/ben geschrokken, ga op de groene stip staan, even bijkomen, als je weer kunt lachen, weer meedoen. Rode stip, ik ben boos, het er niet mee eens, stap uit de situatie, ga op de rode stip staan, als het zonnetje weer in je hoofd zit, doe je weer mee. Dit gaat over doorzetten, doorzetten is niet over je eigen grenzen heen gaan, maar is ook er uit kunnen stappen, nadenken en daarna weer, als het gaat meedoen.
• Student vraagt, wat is de rode stip, rode stip hebben we niet nodig, die is als ik iemand over de grens heen zien gaan, maar ik verwacht die bij deze top groep niet nodig te hebben. 

Groepsvorming op muziek

• Podium dans
• Tweetallen, samen 2x8 dans verzinnen
• 4 tallen, dansjes samenvoegen en aan elkaar aanleren
• 8 tallen, dansjes samenvoegen en aan elkaar aanleren
• Show

• Podium dans, super ster op de mat, rest staat voor het podium, en danst de superster na. Je mag zelf doordraaien, als je geen zin hebt, loop/beweeg je over het podium heen.

Groepsvorming

Buitenspelen

Sport/spel dag

Kamp

Sporttoernooien

Energizers

Acpa 1, bijeenkomst 17

Vandaag

Onderwerpen:

• De rijke leeromgeving van een les bewegingsonderwijs
• De rijke leeromgeving van het buitenspelen
• De pedagogische waarde van een les bewegingsonderwijs

Herhalen:

- contact maken

- observeren

- belevingswereld

- leerkrachtstijl

- aansturen gewenst gedrag

- pedagogisch klimaat: klas versus plein

Rijke leeromgeving (college 15)

• raak & haal
• balanceren ton, pedalo, Slack line, balanceer parcource
• trampoline kast wendsprong (aanloop kast) diff, ook met plank en afzet vanaf de grond (time delay i-pad)
• 3-3 handbal met 3-2-1, met kameleon
• touwzwaaien, diff, met knoop, zonder knoop, met schotel afstand verschillend etc

college 15 van pedagogiek

Koppelen trefbal aan doelen college

• contact maken
  
• observeren
  
• belevingswereld
  
• leerkrachtstijl
  
• aansturen gewenst gedrag
  
• pedagogisch klimaat: klas versus plein

tjie tja toef

• tikken met de tikstok
• getikt, met een tweetal rennen
• nog iemand getikt bent dan een 3 tal vormen. Als jij na zip zap zop als eenling blijft, ben je de tikker.

Stelling

Als leerkracht ben je medeverantwoordelijk dat kinderen de beweegrichtlijnen behalen. 

NPO1 over belang van bewegen

Tip artikel zitgedrag

Kwaliteitskader:

Geeft inzicht in de kwaliteit van een 

bewegend leren activiteit.

- 8 vragen over de kwaliteit

- 4 vragen over de randvoorwaarden

Foto: Inspiratiegids Bewegend Leren 2022

kwaliteitskader- schema

streef naar 5 punten

- doel, kind, groep en moment van de dag 

kunnen de keuze beïnvloeden.

Foto: Inspiratiegids Bewegend Leren 2022

4 matjes in de hoeken, 6 kwarten.

2 tegelijk spelen.

- aanpassing, meer matjes (organisatie aangepast)

- 'gratis' kwartet 4 pionnen (materiaal)

- wanneer is het afgelopen? 1,5 min 

rol als observator als docent op je nemen en uitlichten, kijken, singaleren, aanpassen weer kijken...etc