Thema 6 BS1 Ecologie

Thema 3
Organismen leven samen
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 3
Organismen leven samen

Slide 1 - Tekstslide

Lesindeling
Lesopening
Leerdoelen
Uitleg 3.4 Voedselrelaties
Nabespreken oefenvragen vorige les
Huiswerk 
Lesafsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Lesopening

Slide 3 - Tekstslide

Fotosynthese
Glucose
Koolstofdioxide
Zuurstof
Water
Zonlicht

Slide 4 - Sleepvraag

Slide 5 - Tekstslide

Biotische factoren
De invloeden uit de levende natuur
- voedsel
- roofvijanden
- schuilplaats
- soortgenoten
- ziekteverwekkers

Slide 6 - Tekstslide

Abiotische factoren
Invloeden uit de levenloze natuur.
- water
- licht
- temperatuur
- wind
- bodem

Slide 7 - Tekstslide

Aanpassingen
Een aanpassing is een eigenschap van een organisme, waardoor hij goed kan overleven in zijn ecosysteem.




Slide 8 - Tekstslide

Voorjaarsbloeiers

Slide 9 - Tekstslide

Woestijnplanten

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Ecosysteem
Alle biotische en abiotische factoren in een bepaald gebied

Bijvoorbeeld:
In de sloot leven vissen, algen, waterplanten, kikkers en insecten (biotische factoren). De watertemperatuur, de helderheid van het water en de hoeveelheid licht (abiotische factoren) spelen een rol in het leefgebied van deze dieren en planten. 

Slide 13 - Tekstslide

Niveaus van een ecosysteem

Slide 14 - Tekstslide

Voedselrelaties
In ieder ecosysteem is de voedselrelatie een belangrijke biotische factor. Een voedselrelatie geeft aan welke organismen in een ecosysteem elkaar eten. 

Slide 15 - Tekstslide

Voedselketen

Slide 16 - Tekstslide

Voedselketen
Begint altijd met een producent. Vervolgens komen de consumenten
Je noteert altijd een pijltje tussen de organismen. 

Slide 17 - Tekstslide

Voedselketen

Slide 18 - Tekstslide

Voedselweb
In een ecosysteem zijn verschillende voedselketens. 

Wanneer deze ketens met elkaar verbonden worden krijg je een voedselweb. 

Slide 19 - Tekstslide

Voedselpiramide
Je kunt ook gaan kijken naar de aantallen organismen die opgegeten worden in de verschillende voedselketens.
Je maakt dan een voedselpiramide.

Slide 20 - Tekstslide

Voedselpiramide:
een piramide die laat zien hoeveel organismen de ene soort nodig heeft om te overleven.

De havik eet koolmezen.
De koolmezen eten rupsen.
De rupsen eten bladeren.

Slide 21 - Tekstslide

Biomassa
Het gewicht van alle stoffen in een organisme, zonder water.

Dieren verbruiken stoffen, scheiden stoffen uit en bouwen stoffen op. 

Slide 22 - Tekstslide

Piramide van biomassa
Blauw = verbranding
Bruin = vertering
Rood = assimilatie van eiwitten

Slide 23 - Tekstslide

Oefenvragen over uitleg
Oefenen!
Dus pak je tekstboek erbij en zoek de antwoorden op!

Slide 24 - Tekstslide

Een havik is een producent
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Een reiger is een consument
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Een individu is onderdeel van een populatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Klaas zegt:
Een ecosysteem omvat alle abiotische factoren in een bepaald gebied.
Is zijn uitspraak juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Zet deze dieren in de goede volgorde van de voedselketen.

Slide 29 - Sleepvraag

Voedselketen
Voedselweb

Slide 30 - Sleepvraag