5.4 Lineaire formules maken + 5.5 hellingsgestal en grafiek

Lineaire formules maken
Ik kan een lineaire formule maken bij een grafiek
Ik kan een lineaire formule maken bij een tabel
Ik kan de richtingscoëfficiënt berekenen
Ik kan het begingetal berekenen
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Lineaire formules maken
Ik kan een lineaire formule maken bij een grafiek
Ik kan een lineaire formule maken bij een tabel
Ik kan de richtingscoëfficiënt berekenen
Ik kan het begingetal berekenen

Slide 1 - Tekstslide

Formule maken
Algemene vorm lineaire formule

Verticale as = Begingetal +/- stapgrootte x Horizontale as 





Snijpunt met de verticale as (y-as).
+ stijgende lijn
- dalende lijn
Hoeveel komt er per stap bij of af?
Een stap is één!
Wat staat er bij de horizontale as (x-as)?
Wat staat er bij de verticale as (y-as)? Wat wil je berekenen?

Slide 2 - Tekstslide

Standaard volgorde van een formule bij een grafiek

Slide 3 - Tekstslide

Lineaire formule

Slide 4 - Tekstslide

Grafiek bij een formule 



  • Formule bij een lineair verband (een lineaire grafiek) 
  • Begingetal = 
  • Stijggetal / daalgetal? = 
  • Variabele = 

Slide 5 - Tekstslide

Formule bij een grafiek maken

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de lineaire formule bij deze tabel ?
A
temperatuur = 90 - 10 x tijd
B
temperatuur = 40 + 10 x tijd
C
temperatuur = 500 - 10 x tijd
D
temperatuur = 10 - 90 x tijd

Slide 7 - Quizvraag

Schrijf de formule op die hoort bij aquarium 1

Slide 8 - Open vraag

Inhoud in liters = 250 - 50t

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf de formule op die hoort bij aquarium 2

Slide 10 - Open vraag

50 : 2 = 25
Inhoud in liters = 100 - 25t

Slide 11 - Tekstslide

Schrijf de formule op van Jans.

Slide 12 - Open vraag

100 : 20 = 5 (of 200 : 40 = 5)
Inkomsten in E = 200 + 5t

Slide 13 - Tekstslide

Schrijf de formule op van Francien.

Slide 14 - Open vraag

100 : 10 = 10 (of 400 : 40 = 10)
Inkomsten in E = 0 + 10t
of
Inkomsten in E = 10t

Slide 15 - Tekstslide

Schrijf de formule op die bij deze grafiek hoort.

Slide 16 - Open vraag

Standaard formule bij een lineaire tabel

Slide 17 - Tekstslide

Hoort deze tabel bij een lineaire formule?





A
wel lineair
B
niet lineair

Slide 18 - Quizvraag

Hoort deze tabel bij een lineaire formule?





A
wel lineair
B
niet lineair

Slide 19 - Quizvraag

Schrijf de formule op bij deze tabel

Slide 20 - Open vraag

K = 5 + 2t

Slide 21 - Tekstslide

Schrijf de formule op die hoort bij deze tabel

Slide 22 - Open vraag

Richtingscoëfficiënt = 
250 : 5 = 50
Begingetal = 1050 + 250 = 1300
gewicht = 1300 - 50a

Slide 23 - Tekstslide

Schrijf de formule op dat hoort bij deze tabel

Slide 24 - Open vraag

RC = 150 : 15 = 10
Begingetal = 450 + 150 = 600
hoogte in cm = 600 - 10t

Slide 25 - Tekstslide

Schrijf de formule op.

Slide 26 - Open vraag

Welke formule hoort er bij deze tabel?

Slide 27 - Open vraag

Schrijf de formule op bij deze tabel

Slide 28 - Open vraag

Ik kan een formule maken bij een lineaire grafiek
010

Slide 29 - Poll

Ik kan een formule maken bij een lineaire tabel
010

Slide 30 - Poll

Ik kan de richtingscoëffiënt berekenen in een grafiek en tabel
010

Slide 31 - Poll

Ik kan het begingetal berekenen in een tabel
010

Slide 32 - Poll

5.5 Hellingsgetal en grafiek
Doel: Je weet wat het hellingsgetal met de lijn van een grafiek doet.

- Herhaling 
-Uitleg 5.5
- Zelfstandig werken. 

Slide 33 - Tekstslide

Wat is het startgetal?
A
76
B
100
C
91
D
50

Slide 34 - Quizvraag

Wat is het startgetal?
A
-2
B
3
C
0
D
5

Slide 35 - Quizvraag

Wat is het hellingsgetal van de volgende formule:
y = 3 x a + 5
A
3
B
5

Slide 36 - Quizvraag

Theorie 5.5  (blz. 179)

Slide 37 - Tekstslide

Theorie 5.5 (blz. 180)

Slide 38 - Tekstslide

Maak bij de middelste grafiek een tabel. Neem voor a de getallen -2 en 2
Noteer dit in je schrift.

Slide 39 - Open vraag

Geef van de blauwe formule het hellingsgetal.

Slide 40 - Open vraag

Noteer van elke grafiek het startgetal.
Noem ze rood, paars en blauw

Slide 41 - Open vraag

Zelfstandig werken
- Maak § 5.5
29, 31, 33, 35, 36, O of U


Slide 42 - Tekstslide

Oplossen met een grafiek
Gegeven is de formule : bedrag in € = 2,50 + 0,50f
Je kunt het beste werken volgens een stappenplan:
  1. Lees de grtafiek/formule goed + begrijp wat er staat:                                            ik betaal sowieso €2,50 (begingetal) en voor elke foto die ik bestel, betaal  ik €0,50 (hellingsgetal).                             0,50f = 0,50 X f (en f = aantal foto's)
  2. Maak een tabel en vul 3 punten in                                                                                (met 2 of 3 punten kun je al lijn                                                                            tekenen!)  

Slide 43 - Tekstslide