Thema 5 Paragraaf 4 De evolutietheorie

Thema 5 Paragraaf 5 

1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 5 Paragraaf 5 

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma 
  1. Herhaling
  2. Uitleg paragraaf 5.
  3. Zelfstandig werken. 

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling 

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling 

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling 

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling 

Slide 6 - Tekstslide

Variatie bij tomaten
Variatie bij Kempvissen

Slide 7 - Tekstslide

Als een nieuw organisme ontstaat doordat twee

geslachtscellen versmelten, noemen we dat ___________.

Hierbij ontstaat in nakomelingen veel variatie in 

_____________. 


Door deze variatie verschillen ook de __________________.
geslachtelijke voortplanting
Genotypen
Fenotypen

Slide 8 - Sleepvraag

Bij geslachtelijke voortplanting hebben de nakomelingen....
A
dezelfde genotypen als de ouders.
B
andere genotypen en fenotypen dan de ouders.
C
alleen andere fenotypen dan de ouders.

Slide 9 - Quizvraag

Hoe noem je een plotselinge verandering in de erfelijke eigenschappen?

Slide 10 - Open vraag

Mutaties
Een mutatie kan ervoor zorgen dat een organisme een andere eigenschap krijgt.

Dit kan soms in het voordeel zijn of soms in het nadeel.  
Welke eigenschap blijkt hier het voordeligst? 

Slide 11 - Tekstslide

Is een mutatie in een lichaamscel altijd zichtbaar?
A
JA!
B
NEE!

Slide 12 - Quizvraag

Jeremy heeft zelf stijl haar net als zijn vader, maar zijn moeder heeft gelijke genen voor krullen.
Wat voor soort genen heeft Jeremy?
A
Ongelijke genen
B
Gelijke genen voor stijl haar
C
Gelijke genen voor krullend haar

Slide 13 - Quizvraag

Stelling: Een gen bevat de informatie voor meerdere erfelijke eigenschappen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Onderzoek heeft aangetoond dat genetische modificatie kan helpen maïsplanten te ontwikkelen die beter bestand zijn tegen rupsenvraat. Hierbij wordt een specifiek onderdeel uit de cel van de Bacillus thuringiensis (Bt)-bacterie ingebracht in het genoom (DNA) van de maïsplant. Hierdoor ontstaat maïs dat giftig is voor bepaalde rupsen, waardoor de plant is beschermd tegen vraatschade. Welk onderdeel zorgt ervoor dat de maisplant beschermd is tegen vraat?
A
Een gen
B
Een basenpaar
C
Een eiwit
D
Een chromosoom

Slide 16 - Quizvraag

DNA kan beschadigen door mutagene factoren, noem twee mutagene factoren die DNA kunnen aantasten (beschadigen):

Slide 17 - Open vraag

Een kattencel bevat 19 chromosomen, wat voor cel is dit?
A
Lichaamscel
B
Oogcel
C
Geslachtscel
D
Linker longcel

Slide 18 - Quizvraag

Paragraaf 4
Leerdoel:
Je kunt de evolutietheorie beschrijven. 

Slide 19 - Tekstslide

Wat betekend evolutie?

Slide 20 - Open vraag

Wie is één van de grootste/bekendste grondleggers van de evolutietheorie? Geef de naam:

Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Video

Wat is natuurlijke selectie?

Slide 23 - Woordweb

  • Overlevingskans 
  • Natuurlijke selectie

Slide 24 - Tekstslide

Natuurlijke selectie

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

De camouflage-kleur van organismen is ontstaan door natuurlijke selectie.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quizvraag

Seksuele selectie
 Seksuele selectie is in de biologie de selectie van partners op grond van aantrekkelijk eigenschappen. Zo’n aantrekkelijke eigenschap levert op dat je eerder een partner vindt, waardoor je dus een grotere kans op voorplanting hebt. Daardoor komen jouw genen in het nageslacht, een voorwaarde voor evolutie.

Slide 28 - Tekstslide

Seksuele selectie
Organismen zorgen voor de mooiste kleuren, de grootste geweien, de langste veren enz. 
Dit uiterlijke vertoon mag natuurlijk geen selectie nadeel opleveren door bijvoorbeeld een lagere overlevingskans, doordat je eerder ten prooi valt.

Slide 29 - Tekstslide

Kunstmatige selectie, waarom?

Slide 30 - Tekstslide

In een populatie komen +/- evenveel slakken met lichtgekleurde huisjes voor als met donkergekleurde huisjes. De kleur van de huisjes is erfelijk bepaald. Door een verandering in de omgeving wordt de ondergrond waarop ze leven donkerder. Vogels eten daardoor slakken met lichte huisjes eerder op dan die met donkere. Na een paar generaties blijken er in die populatie bijna geen slakken met lichte huisjes meer te zijn. Is er sprake van selectie?
A
Nee
B
Ja, van kunstmatige selectie
C
Ja, van natuurlijke selectie

Slide 31 - Quizvraag

Een bulldog en een terrier werden gekruist. Uit de nakomelingen werden door de fokkers alleen hondjes uitgekozen met bepaalde eigenschappen. Met die hondjes werd verder gefokt. Zo ontstond een nieuw ras: de Staffordshire bull terriër. Hoe wordt het genoemd als alleen dieren met bepaalde eigenschappen worden gebruikt om mee te fokken?

Slide 32 - Open vraag

Netflix: minuut 30.55

Slide 33 - Tekstslide