#1 sheets en aantekeningen bij gedrag

Leerdoelen gedrag
  • Je kunt een gedrag definiëren en kunt dit begrip in verband brengen met de termen prikkels, motivatie, erfelijk gedrag en gedragsketen.
  • Je kunt sociaal gedrag verklaren met gebruikmaking van evolutionaire fitness.

  • Je kunt de instrumenten voor gedragsonderzoek inzetten (ethogram, protocol, frequentieanalyse, sequentieanalyse)
  • Je kunt de diverse vormen van leergedrag herkennen en benoemen.

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen gedrag
  • Je kunt een gedrag definiëren en kunt dit begrip in verband brengen met de termen prikkels, motivatie, erfelijk gedrag en gedragsketen.
  • Je kunt sociaal gedrag verklaren met gebruikmaking van evolutionaire fitness.

  • Je kunt de instrumenten voor gedragsonderzoek inzetten (ethogram, protocol, frequentieanalyse, sequentieanalyse)
  • Je kunt de diverse vormen van leergedrag herkennen en benoemen.

Slide 1 - Tekstslide

Wat versta jij onder het begrip gedrag?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Gedrag
= alle waarneembare activiteit van een dier of mens

Wat gaan we leren over gedrag?
Wat zit er in de black box?

Interne en externe prikkels zorgen samen voor het ontstaan van gedrag.

Wat zou een interne prikkel voor het pakken van een frietje kunnen zijn?


Slide 4 - Tekstslide

Hoe doe je onderzoek aan gedrag?
  1. Zorg voor objectieve waarnemingen
  2. Zorg voor goede verslaglegging
  3. Hoe kun je gericht analyse doen?

Slide 5 - Tekstslide

Ethogram

Slide 6 - Tekstslide

Protocol

Slide 7 - Tekstslide

Sequentieanalyse
In een sequentieanalyse kun je weergeven hoe vaak een bepaalde handeling is opgevolgd door een andere handeling. Zo zie je in deze analyse dat “handeling a” 12 keer werd opgevolgd door handeling b.  
 
Een opeenvolging van handelingen, waarbij het effect van de ene handeling leidt tot een volgende handeling noem je een gedragsketen. Meestal is gedrag ook georganiseerd in gedragssystemen. De handelingen in een systeem hebben vaak een gemeenschappelijk doel en volgen elkaar daarom ook vaak op in eenzelfde volgorde.  


 


Slide 8 - Tekstslide

Gedragsketen

Slide 9 - Tekstslide

Welk gedrag hoef je niet te leren?
  • Gedrag dat mens/dier bij de geboorte al heeft: aangeboren gedrag.

  • bestaat uit:
1. Reflexen: zoals de zuig- en slikreflex.
2. Erfelijk gedrag of instinctief gedrag: zoals het spergedrag bij vogels, huilen bij angst.

Dankzij aangeboren gedrag kunnen jonge dieren meteen na de geboorte overleven.

Slide 10 - Tekstslide

sleutelprikkel


sleutelprikkel = prikkel die altijd hetzelfde gedrag tot gevolg heeft

respons = reactie

respons op sleutelprikkel is aangeboren

Slide 11 - Tekstslide

Sleutel- en supernormale prikkel

Slide 12 - Tekstslide

Sociaal gedrag (opdr. 2 wb)

Slide 13 - Tekstslide

Wat zie je allemaal aan gedrag?

Slide 14 - Tekstslide

Wanneer zijn aangeboren gedragssystemen een probleem?
Aanpassen aan verandering in de omgeving is moeilijk.
Oplossing: leergedrag

Slide 15 - Tekstslide

LEERGEDRAG (opdracht 3 wb)
  • Inprenting
  • Imitatie 
  • Oefening
  • Gewenning
  • Trial-and-error
  • Operant conditioneren
  • Klassiek conditioneren
  • Inzicht

Slide 16 - Tekstslide

Welk leergedrag zie je?
A
gewenning
B
trial-and-error
C
imitatie
D
inprenting

Slide 17 - Quizvraag

Welk leergedrag zie je hier?
A
gewenning
B
trail-and-error
C
operant conditioneren
D
inzicht

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

Wat voor een leergedrag zag je bij de kraai?

Slide 20 - Open vraag

En, hoe wordt hier geleerd?
A
Operant conditioneren
B
Klassiek conditioneren
C
Inzichtelijk leren
D
Gewenning

Slide 21 - Quizvraag

Pavlov
klassieke conditionering
handeling wordt aan nieuwe prikkel verbonden
geconditioneerde reflex
Skinner
operante conditionering
dier ontdekt welke handeling beloond wordt
geen reflex! lijkt meer op proefondervindelijk leren

Slide 22 - Tekstslide

Hoe of wat wordt hier geleerd?
A
recht-van-de-sterkste
B
overleven
C
niets
D
how-to-kill-a-teacher

Slide 23 - Quizvraag