Beeldspraak
1 / 12
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hij zweette als een otter tijdens de voetbalwedstrijd.
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor
Slide 2 - Quizvraag
Haar kamer was een zwijnenstal.
A
Personificatie
B
Metafoor
C
Vergelijking
Slide 3 - Quizvraag
Je bent een engel dat je mij uit de brand hebt geholpen.
A
Vergelijking
B
Personificatie
C
Metafoor
D
Twee metaforen
Slide 4 - Quizvraag
De dood zit hem op de hielen.
A
Personificatie
B
Vergelijking
C
Metafoor
Slide 5 - Quizvraag
De muren van het fort keken dreigend op ons neer.
A
Metafoor
B
Vergelijking
C
Personificatie
Slide 6 - Quizvraag
Onze tuin snakte deze zomer naar regen.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
Slide 7 - Quizvraag
De tijd kroop heel langzaam voorbij.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
Slide 8 - Quizvraag
Baal jij ook als een stekker van de hele dag thuis moeten zitten?
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
Slide 9 - Quizvraag
Als je moet wachten op de uitslag, kruipt de tijd voorbij.
A
Vergelijking
B
Metafoor
C
Personificatie
Slide 10 - Quizvraag
Toen Joyce de talentenjacht won, was haar moeder zo trots als een pauw.
A
Personificatie
B
Metafoor
C
Vergelijking
Slide 11 - Quizvraag
Hij kwam zo traag als een slak over de finish.
A
Metafoor
B
Personificatie
C
Vergelijking
