Spelling gr6
1 / 16
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Waarom telt de vader van Berend schaapjes?
Slide 2 - Open vraag
Welk leesteken missen we in de zin:
Berend staat met zijn vader bij een grote wei op Texel
Berend staat met zijn vader bij een grote wei op Texel
A
De ? aan het einde van de zin
B
De , na het woord zijn
C
De . aan het einde van de zin
D
De zin is helemaal goed
Slide 3 - Quizvraag
Waar staan de leestekens juist?
A
B
C
Slide 4 - Quizvraag
Een stoffelijk bijvoegelijk naamwoord
Slide 5 - Woordweb
een telwoord
Slide 6 - Woordweb
Noem een rangtelwoord
Slide 7 - Woordweb
Slide 8 - Tekstslide
De Griekse mevrouw verkleedt zich voor haar tachtigste 1.........., zodat zij er 2.............. uitziet.
Slide 9 - Open vraag
De Griekse mevrouw verkleedt zich voor haar tachtigste 1.........., zodat zij er 2.............. uitziet.
Slide 10 - Open vraag
De Griekse mevrouw verkleedt zich voor haar tachtigste verjaardag, zodat zij er speciaal uitziet.
Welk woordsoort is Griekse?
Welk woordsoort is Griekse?
A
Voorzetsel
B
Werkwoord
C
stoffelijk bijvoegelijk naamwoord
D
bijvoegelijk naamwoord
Slide 11 - Quizvraag
De Griekse mevrouw verkleedt zich voor haar tachtigste verjaardag, zodat zij er speciaal uitziet.
Noem de werkwoorden
Noem de werkwoorden
Slide 12 - Open vraag
De Griekse mevrouw verkleedt zich voor haar tachtigste verjaardag, zodat zij er speciaal uitziet.
Noem het rangtelwoord
Noem het rangtelwoord
Slide 13 - Open vraag
De Griekse mevrouw verkleedt zich voor haar tachtigste verjaardag, zodat zij er speciaal uitziet.
Noem het voegwoord
Noem het voegwoord
Slide 14 - Open vraag
De Griekse mevrouw verkleedt zich voor haar tachtigste verjaardag, zodat zij er speciaal uitziet.
Welk woordsoort is voor?
Welk woordsoort is voor?
A
voorzetsel
B
achterzetsel
C
werkwoord
D
lidwoord
Slide 15 - Quizvraag
Deze les was
