5.2 Wat voor ondernemingen?

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Peter heeft een tomatenkwekerij. In welke productiesector valt het bedrijf van peter?
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoort niet thuis in de quartaire sector?
A
Ziekenhuis
B
Brandweer
C
Chirurg
D
Taxichauffeur

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een pluimveehouder behoort tot de ....... sector
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Primaire sector.
Tertiaire sector.
Secundaire sector.
Quartaire sector.

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Primaire sector
secundaire sector
tertiare sector
quartiare sector

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Arbeidsverdeling

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is arbeidsverdeling?
A
Elke werknemer doet evenveel werk
B
Elke werknemer doet waar hij/zij goed in is
C
Elke werknemer werkt evenveel uren

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doen ze leidinggevend of uitvoerend werk? Kies het juiste antwoord.

Bert is vrachtwagenchauffeur.
A
Leidinggevend
B
Uitvoerend

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doen ze leidinggevend of uitvoerend werk? Kies het juiste antwoord.

Dion is bedrijfsleider.
A
Leidinggevend
B
Uitvoerend

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Doen ze leidinggevend of uitvoerend werk? Kies het juiste antwoord.

Soraya heeft haar eigen bedrijf.
A
Leidinggevend
B
Uitvoerend

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verschillende ondernemingsvormen ken je?

Slide 16 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke ondernemingsvorm heeft aandelen?
A
BV
B
NV
C
VOF
D
Eenmanszaak

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

9. De ondernemingsvorm VOF staat voor:
A
Vennootschap onder financiën
B
Vereniging onder firma
C
Vennootschap over firma
D
Vennootschap onder firma

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke ondernemingsvorm is privé aansprakelijk?
A
Naamloze vennootschap
B
Besloten vennootschap
C
Vennootschap onder firma

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen ondernemingsvorm?
A
Eenmanszaak
B
Tweemanszaak
C
Besloten vennootschap (BV)
D
Naamloze vennootschap (NV)

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ondernemingsvorm met altijd één eigenaar.
A
BV
B
VOF
C
eenmanszaak
D
NV

Slide 22 - Quizvraag

BV en NV