Wat is Retail/ Goederenstroom? Git jaar 1

Wat is Retail? 
Git jaar 1                      
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Wat is Retail? 
Git jaar 1                      

Slide 1 - Tekstslide


Wat ga je leren?
  • Wat is retail?
  • Wat is de bedrijfskolom?
  • Lastige woorden en begrippen uit de Retail

Slide 2 - Tekstslide

Wat is Retail?

Retail:
Winkels die producten of diensten verkopen aan klanten.

Bijvoorbeeld: supermarkten, kapper
                             Schoenenwinkels etc.

Slide 3 - Tekstslide

Wat zijn de functies van de Retail?

  • De retailer (winkelier) zorgt dat de klanten de producten kan kopen
  • De retailer is inkoper en verkoper van producten
  • De retailer is distributeur van producten

Slide 4 - Tekstslide

Begrippen/lastige woorden:
  • Functies = Het doel of een taak
  • Retail= Winkels die producten verkopen/ diensten verkopen aan consumenten
  • Consumenten= klanten, mensen die kopen
  • Producten= Spullen die te koop zijn in de winkel
  • Goederen= Producten, spullen
  • Distributeur= Tussen persoon of bedrijf die goederen/ producten door verkoopt

Slide 5 - Tekstslide

Opdracht 1.
Wat is Retail?
Winkels die producten en of diensten verkopen aan mensen die deze zelf gebruiken vormen samen de Retail.

Plak in een word document 5 verschillende foto's waarvan jij denkt dat ze onder Retail vallen. Lever dit document in bij je docent.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Wat is een bedrijfskolom?
Bedrijfskolom:
Voordat de producten/goederen bij de klanten thuis liggen hebben ze vaak een hele lange weg afgelegd.

In een bedrijfskolom of distributiekolom zie je de weg die de goederen/producten afleggen voordat een consument ze kan kopen. 

Elke tussen stap noem je een schakel. 

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 2.
Kijk of je nog weet hoe de verschillende schakels heten en vul deze in bij het plaatje.

Retail/ Detailhandel     Aardappelboer 
Fabrikant   Consument/ klant
Groothandel

Slide 9 - Tekstslide

Begrippen/ lastige woorden:
  • Bedrijfskolom/ Distributiekolom = De weg die producten afleggen voordat ze in de winkel liggen
  • Schakels = zijn de verschillende stappen in de bedrijfskolom

Slide 10 - Tekstslide

Wat zijn Goederen?
A
consumenten
B
producten die je verkoopt in de winkel
C
dozen
D
boodschappen

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn consumenten
A
mensen op straat
B
klanten die niet kopen
C
klanten die kopen
D
jij en ik

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn de functies van de retail?
A
De retailer zorgt dat de klanten de producten kan kopen
B
De retailer is de groothandel
C
De retailer gebruikt de producten zelf
D
De retailer verpakt de producten

Slide 13 - Quizvraag

waar denk je aan bij het woord Retail?

Slide 14 - Woordweb

Wat heb je geleerd?
  • Je kunt uitleggen wat de Retail betekend
  • Je weet wat de bedrijfskolom is
  • Je weet wat de lastige woorden en begrippen betekenen

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de Goederenstroom?
Git jaar 1

Slide 16 - Tekstslide

Wat ga je leren?
  • Wat is de goederenstroom?
  • Hoe moet je leveringen controleren?
  • Wat is de externe goederenstroom?
  • Wat is de externe goederenstroom?
  • Wat is de goederenontvangst?

Slide 17 - Tekstslide

Wat is de Goederenstroom?
Goederenstroom:
De weg die goederen afleggen van de fabrikant naar de klant noemen we de goederenstroom.
Er bestaan twee soorten goederenstromen.

  • De externe goederenstroom
  • De interne goederenstroom

Slide 18 - Tekstslide

de goederenstroom schematisch

Slide 19 - Tekstslide

De interne goederenstroom
De interne goederenstroom: 
Is de stroom die goederen afleggen binnen de winkel


Zie hier de magazijn verkoop in de winkel.

Slide 20 - Tekstslide

Interne goederenstroom

Slide 21 - Tekstslide

De externe goederenstroom


De externe goederenstroom is de weg die goederen afleggen naar de winkel toe.

Slide 22 - Tekstslide

Wat is logistiek?
Logistiek:
Logistiek zijn verschillende stappen die worden uitgevoerd bij de externe en interne goederenstroom.
Daar hoort het transport, de opslag en de planning van het lossen bij

Slide 23 - Tekstslide

Distributie/ groothandel

Slide 24 - Tekstslide

Wat is een distributiecentrum of groothandel?
De producten die bij een winkel worden afgeleverd komen meestal niet direct van de fabrikant maar komen van een groothandel of een distributiecentrum.

Een groothandel of distributiecentrum is een centraal magazijn waar vanuit goederen opgehaald of verzonden kunnen worden. 

Slide 25 - Tekstslide

Begrippen/ lastige woorden:
  • Goederenstroom intern = Goederen bewegen binnen het bedrijf naar de klant
  • Goederenstroom extern= Goederen bewegen van de leverancier naar de winkel
  • leveringen= Goederen die bezorgd zijn
  • Magazijn= Opslag plaats voor goederen
  • Logistiek=  Het regelen van goederen vervoer b.v transport, plannen, opslag etc.
  • Distributiecentrum= Centraal magazijn waar goederen worden ontvangen en verdeeld

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Vertel in je eigen woorden het verschil tussen de bedrijfskolom en de goederenstroom

Slide 28 - Open vraag

Wat heb je geleerd?
  • Je kunt uitleggen wat de goederenstroom is en je weet het verschil tussen de interne en externe goederenstroom
  • Je weet wat ze bedoelen met de logistiek
  • Je kunt uitleggen wat een distributiecentrum/ groothandel is
  • Je weet wat de lastige woorden en begrippen betekenen?

Slide 29 - Tekstslide

Wat is de goederontvangst?
Wat ga je leren?
  • wat is goederen ontvangst
  • wat zijn retourgoederen en emballage
  • wat is de achterdeurprocedure

Slide 30 - Tekstslide

goederenontvangst
Een levering die bij de winkel binnenkomt noemen we goederen ontvangst.
Als de levering binnenkomt moet je:
  • op tijd klaar staan
  • na ontvangst de goederen controleren
  • de goederen verplaatsen
  • de goederen ompakken
  • goederen opslaan

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Zorg dat je goed de regels weet:
  • hoeveel leveringen komen er
  • hoe laat komen de leveringen
  • welke goederen worden geleverd
  • wat er bij elke levering moet gebeuren 
  • Vragen hierover kun je stellen aan je leidinggevende

Slide 33 - Tekstslide

Opdracht 1.
schrijf 6 regels op die van toepassing zijn op jouw stageplek

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Video

wat zijn retourgoederen en emballage?
Retourgoederen:
goederen die verkeerd bezorgd zijn of waarvan de kwaliteit niet goed is
Emballage:
Verpakking- of transportmateriaal dat op nieuw gebruikt wordt, zoals pallets, kratten, karton en lege flessen

Slide 36 - Tekstslide

wat is de achterdeurprocedure?
Veiligheid is belangrijk bij de goederenontvangst. In de achterdeurprocedure staat hoe je veilig handelt.
  • Hou de omgeving in de gaten 
  • Kijk via het raam of de monitor wie er voor de deur staat
  • Staat de magazijn deur open bewaak deze dan.

Slide 37 - Tekstslide

Begrippen en lastige woorden
  • levering = op een plek brengen
  • goederen controleren = bekijken of alle producten goed zijn
  •  ompakken = de verpakking en afhalen
  • regels = afspraken die gemaakt zijn
  • kwaliteit = hoe goed of slecht iets is
  • omgeving = alles wat om je heen is
  • transportmiddel = materialen die je gebruikt om de goederen te kunnen vervoeren.

Slide 38 - Tekstslide

Wat heb ik geleerd?
  • wat is goederen ontvangst
  • wat zijn retourgoederen en emballage
  • wat is de achterdeurprocedure

Slide 39 - Tekstslide