Inkomsten en Uitgaven mavo 3

Inkomsten en Uitgaven mavo 3 1.3
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Inkomsten en Uitgaven mavo 3 1.3

Slide 1 - Tekstslide

https://youtu.be/LeOrwNVUqqg?si=YUE8hQk2-aamwCQ8

Slide 2 - Tekstslide

Bereken de begroting van Meryem en reken uit hoeveel ze te kort komt.
A
15
B
12
C
19
D
5

Slide 3 - Quizvraag

Meryem wil het bedrag dat ze te kort komt niet lenen, welke reden kan ze hiervoor hebben?

Slide 4 - Open vraag

Soorten inkomens
  • Inkomen uit arbeid
  • Inkomen uit bezit
  • overdrachtsinkomen

Slide 5 - Tekstslide

Welk soort inkomen krijgt de volgende persoon? Umit helpt zijn oom mee in zijn bedrijf en krijgt als beloning een volleybal.
A
Inkomen uit arbeid
B
Inkomen in natura
C
Inkomen uit bezit
D
Overdrachtsinkomen

Slide 6 - Quizvraag

Welk soort inkomen krijgt de volgende persoon? Lieuwe krijgt maandelijks 50 euro zakgeld.
A
Inkomen uit arbeid
B
Inkomen in natura
C
Inkomen uit bezit
D
Overdrachtsinkomen

Slide 7 - Quizvraag

Welk soort inkomen krijgt de volgende persoon? Yasmine verhuurt tijdens vakanties haar appartement aan toeristen.
A
Inkomen uit arbeid
B
Inkomen in natura
C
Inkomen uit bezit
D
Overdrachtsinkomen

Slide 8 - Quizvraag

Welk soort inkomen krijgt de volgende persoon? Susan werkt in een theater en ontvangt een keer per maand loon.
A
Inkomen uit arbeid
B
Inkomen in natura
C
Inkomen uit bezit
D
Overdrachtsinkomen

Slide 9 - Quizvraag

Uitgaven
  • Dagelijkse uitgaven
  • Vaste lasten
  • Incidentele uitgaven

Slide 10 - Tekstslide

Je koopt een gitaar, tot welke soort uitgave behoort dit?

Slide 11 - Open vraag

Van week naar maand en andersom

Slide 12 - Tekstslide

Reken de volgende kosten om naar een bedrag per week:
2.756 euro per jaar

Slide 13 - Open vraag

Reken de volgende kosten om naar een bedrag per week:
26 euro per maand

Slide 14 - Open vraag

Reken de volgende kosten om naar een bedrag per week:
806 euro per maand

Slide 15 - Open vraag

Reserveren
Je wilt over een jaar een nieuwe laptop van 760 euro kopen. Van je ouders krijg je 100 euro. Hoeveel moet je nu per maand reserveren?
760-100= 660
660:12= 55

Slide 16 - Tekstslide

Je wilt over 5 maanden een nieuwe speaker halen van 320 euro. Je hebt al 40 euro gespaard. Bereken hoeveel je de komende tijd per maand moet reserveren.

Slide 17 - Open vraag

Wat vond je van deze manier van lesgeven?

Slide 18 - Open vraag