les 2 pedagogisch beleidsplan stromingen

les 2 pedagogisch beleidsplan stromingen

Lesdoelen

Wat gaan we doen?

Bekende pedagogen

1. Loris Malaguzzi
2. Maria Montessori
3. Lev Vygotsky
4. Emmi Pikler
5. Janusz Korczak
6. Rudolf Steiner
7. Thomas Gordon
8. Celestin Freinet

Loris Malaguzzi:

Reggio Emilia-benadering: Malaguzzi geloofde dat kinderen sterke, competente wezens zijn die hun eigen leerproces vormgeven. Zijn benadering benadrukt de rol van de omgeving en de interactie met leeftijdsgenoten en volwassenen

Maria Montessori:

Montessori-pedagogiek: Montessori legde de nadruk op zelfstandigheid en respect voor de individuele ontwikkeling van het kind. Ze ontwikkelde speciaal materiaal om kinderen te helpen bij hun ontwikkeling op verschillende gebieden

Leer mij om het zelf te doen

Lev Vygotsky

Vygotskiaanse benadering: Vygotsky benadrukte het belang van sociale interactie voor de ontwikkeling van kinderen. Hij geloofde dat kinderen leren door samen te werken en te communiceren met anderen, waarbij de volwassene een begeleidende rol speelt

Emmi Pikler

Pikler-pedagogiek: Pikler's visie richt zich op de natuurlijke ontwikkeling van kinderen, waarbij ze de nadruk legt op respectvolle verzorging en het belang van vrije beweging. Haar benadering wordt steeds populairder in kinderdagverblijven 

Janusz Korczak

Korczak's pedagogiek: Korczak zag kinderen als volwaardige menselijke wezens met eigen rechten. Hij benadrukte het belang van respect voor de ervaringen en rechten van kinderen, zoals het recht op eigen keuzes en risico's

Oprichter van de kinderrechtbank, kinderrechten

Rudolf Steiner

Vrije school, ontwikkeling van het gevoelsleven en creatieve vorming als basis.

Thomas Gordon 

Ouders en hun behoeften zijn belangrijk

Kinderen en hun behoeften zijn belangrijk

De relatie tussen ouders en kinderen is belangrijk

Iedereen is gelijkwaardig, maar niet gelijk

Ieder mens heeft behoeften, dus ook iedere ouder en elk kind

In een relatie zijn beide partijen even belangrijk én is hun relatie belangrijk

Macht wordt zo veel mogelijk vermeden, daarbij moet je denken aan (dreigen met) straf, belonen, dwingen

Celestin Freinet

Freinet ondervond in zijn dorpsschooltje dat de (voornamelijk) arbeiderskinderen er ongemotiveerd in de schoolbanken bij zaten. De kinderen waren leergierig, maar toonden geen enkele interesse in de schoolboeken. Freinet ging daarom met ze op pad, liet ze verslagen maken (teksten, kranten) en liet ze levend, zinvol en handelend leren in coöperatief overleg. De school werd niet alleen een plaats waar leerstof werd aangeboden, maar vooral waar kennis en ontvoogding werden uitgedragen

www.bing.com