Voortgezette Assimilatie Vetten en Dissimilatie

Voortgezette assimilatie laatste stukje en dissimilatie

Eiwitten en koolhydraten gehad, nu nog even Vetten!
Start maken aan dissimilatie
en dan zelf aan de slag!
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Voortgezette assimilatie laatste stukje en dissimilatie

Eiwitten en koolhydraten gehad, nu nog even Vetten!
Start maken aan dissimilatie
en dan zelf aan de slag!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Amylase breekt af
A
koolhydraten
B
vetten
C
eiwitten

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke groep voedingsstoffen hoort
hemoglobine
A
eiwitten
B
vetten
C
koolhydraten
D
vitamines

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke groep voedingsstoffen horen antistoffen?
A
eiwitten
B
vetten
C
koolhydraten
D
vitamines

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vetten (lipiden)
Waar hebben we ze voor:
- Steroidhormonen van cholesterol (Testosteron, Oestrogeen)
- Insulatie
- Bouwstof
- Brandstof opslag

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Assimilatie vetten 
vetten worden ook wel lipiden genoemd

Meestal opgebouwd uit:
  • glycerolmolecuul
  • 3 vetzuurmoleculen (triglyceride)


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van glucose naar vet
Lipogenese
vorming van vetzuren uit glucose
Veel stappen, hoef je niet te kennen maar weet dat het kan.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

vetten - fosfolipiden
  • bestanddeel van celmembranen
  • één vetzuur is vervangen door een fosfaatgroep
  • vetstaarten hydrofoob
  • vetkoppen hydrofiel


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verzadiging vetten
  • verzadigde vetten: heeft het maximale aantal waterstofatomen door alleen enkelvoudige bindingen. Het vetzuur heeft een rechte vorm. Vetten

  • (meervoudig) onverzadigde vetten: heeft niet het maximale aantal waterstofatomen --> bevat één of meerdere dubbele bindingen tussen C-atomen. Het vetzuur heeft geen rechte vorm. Oliën

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vetten
+ 3 H2O

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fosfolipiden: Membranen
Dubbele laag fosfolipiden omdat de hydrofobe staarten naar elkaar steken. (weg van het water)

Verdeling onverzadigde en verzadigde vetzuren bepaalt hoe beweegbaar het is:
Vis bevat veel onverzadigde
vetzuren

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BS 5: Dissimilatie
Afbraak en energiewinning

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Startpunt: Glucose
Glucose kan worden afgebroken voor energie:

Dit kan Aeroob (verbranding)

en
Anaeroob (gisting)


Gisting

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aerobe dissimilatie
Ook wel verbranding genoemd

4 stappen:
Glycolyse
Vorming Acetyl-CoA
Citroenzuurcyclus
Oxidatieve Fosforylering

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overzicht: BiNaS 68A
Voor nu gaan we het hebben over de glycolyse. 

Zorg dat je in de BiNaS bij kunt houden waar we zijn.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Glycolyse
Binas 68B
In het kort:
Vorming van twee pyrodruivenzuur (C3) uit een glucose (C6)
Netto: Twee ATP en Twee NADH,H+

NADH,H+ is net als NADPH,H+ een elektronendrager
Gisting staat hier ook bij

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

citroenzuurcyclus
Productie van ATP, NADH,H+ en FADH2. 

Geen zuurstof nodig, waarom is dit dan toch aerobe dissimilatie?

Slide 18 - Tekstslide

De aerobe dissimilatie van glucose wordt dus volledig afgebroken in koolstofdioxide, water en energie (ATP). Dit gebeurt in 4 belangrijke stappen:
Glycolyse
Decarboxylering
Citroenzuurcyclus
Oxidatieve fosforylering

De aerobe dissimilatie begint bij de glycolyse. Glycolyse is het proces dat 1 glucose-molecuul omzet in 2 pyrodruivenzuur moleculen. Dit gebeurt met behulp van speciale enzymen in het cytoplasma.
oxidatieve fosforylering
Elektronendragers worden omgezet in energiedragers. 

1 NADH,H+      ~ 3 ATP
1 FADH2          ~ 2 ATP

Wat is de totale opbrengst?

Slide 19 - Tekstslide

De aerobe dissimilatie van glucose wordt dus volledig afgebroken in koolstofdioxide, water en energie (ATP). Dit gebeurt in 4 belangrijke stappen:
Glycolyse
Decarboxylering
Citroenzuurcyclus
Oxidatieve fosforylering

De aerobe dissimilatie begint bij de glycolyse. Glycolyse is het proces dat 1 glucose-molecuul omzet in 2 pyrodruivenzuur moleculen. Dit gebeurt met behulp van speciale enzymen in het cytoplasma.

A
koolhydraat
B
vet
C
eiwit

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Vet wordt afgebroken tot
A
Glucose en glycerol
B
Glycerol en vetzuren
C
Vetzuren en aminozuren
D
Aminozuren en glucose

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel ATP levert de glycolyse van glucose op?
A
1 ATP
B
2 ATP
C
3 ATP
D
4 ATP

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke uitspraak is fout?
A
Bij glycolyse heb je geen zuurstof nodig
B
Voor de glycolyse heb je ATP nodig
C
De glycolyse levert netto NADH, H+ op
D
De glycolyse vindt plaats in de mitochondria

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Glycolyse
Welke uitspraak over de glycolyse is niet juist?

A
Bij de glycolyse is netto ATP nodig.
B
Bij de glycolyse wordt een C6-suiker gesplitst in twee C3-suikers.
C
Bij de glycolyse wordt glucose afgebroken.
D
De glycolyse vindt in alle actieve cellen plaats.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Glycolyse is de eerste stap bij de aerobe dissimilatie van glucose. Dit gebeurt in het celplasma. Is hier zuurstof voor nodig?
A
Ja
B
Nee
C
Een beetje
D
Soms

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
koolhydraat
B
vet
C
eiwit

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk voor de volgende keer:
44 t/m 46 en 47 t/m 49

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies