Eiwitten en koolhydraten gehad, nu nog even Vetten!
Start maken aan dissimilatie
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5
In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Voortgezette assimilatie
Eiwitten en koolhydraten gehad, nu nog even Vetten!
Start maken aan dissimilatie
Slide 1 - Tekstslide
Amylase breekt af
A
koolhydraten
B
vetten
C
eiwitten
Slide 2 - Quizvraag
Bij welke groep voedingsstoffen hoort hemoglobine
A
eiwitten
B
vetten
C
koolhydraten
D
vitamines
Slide 3 - Quizvraag
Bij welke groep voedingsstoffen horen antistoffen?
A
eiwitten
B
vetten
C
koolhydraten
D
vitamines
Slide 4 - Quizvraag
Vetten (lipiden)
Waar hebben we ze voor:
- Steroidhormonen van cholesterol (Testosteron, Oestrogeen)
- Insulatie
- Bouwstof
- Brandstof opslag
Slide 5 - Tekstslide
Assimilatie vetten
vetten worden ook wel lipiden genoemd
Meestal opgebouwd uit:
glycerolmolecuul
3 vetzuurmoleculen (triglyceride)
Slide 6 - Tekstslide
Vetten
+ 3 H2O
Slide 7 - Tekstslide
Van glucose naar vet
Lipogenese
vorming van vetzuren uit glucose
Veel stappen, hoef je niet te kennen maar weet dat het kan.
Slide 8 - Tekstslide
Verzadiging vetten
verzadigde vetten:heeft het maximale aantal waterstofatomen door alleen enkelvoudige bindingen. Het vetzuur heeft een rechte vorm. Vetten
(meervoudig) onverzadigde vetten: heeft niet het maximale aantal waterstofatomen --> bevat één of meerdere dubbele bindingen tussen C-atomen. Het vetzuur heeft geen rechte vorm. Oliën
Slide 9 - Tekstslide
vetten - fosfolipiden
bestanddeel van celmembranen
één vetzuur is vervangen door een fosfaatgroep
vetstaarten hydrofoob
vetkoppen hydrofiel
Slide 10 - Tekstslide
Fosfolipiden: Membranen
Dubbele laag fosfolipiden omdat de hydrofobe staarten naar elkaar steken. (weg van het water)
Verdeling onverzadigde en verzadigde vetzuren bepaalt hoe beweegbaar het is:
Vis bevat veel onverzadigde
vetzuren
Slide 11 - Tekstslide
Dissimilatie
Afbraak en energiewinning
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Startpunt: Glucose
Glucose kan worden afgebroken voor energie:
Dit kan Aeroob (verbranding)
en
Anaeroob (gisting)
Gisting
Slide 14 - Tekstslide
Aerobe dissimilatie
Ook wel verbranding genoemd
4 stappen:
Glycolyse
Vorming Acetyl-CoA
Citroenzuurcyclus
Oxidatieve Fosforylering
Slide 15 - Tekstslide
Overzicht: BiNaS 68A
Voor nu gaan we het hebben over de glycolyse.
Zorg dat je in de BiNaS bij kunt houden waar we zijn.
Slide 16 - Tekstslide
Glycolyse
Binas 68B
In het kort:
Vorming van twee pyrodruivenzuur (C3) uit een glucose (C6)
Netto: Twee ATP en Twee NADH,H+
NADH,H+ is net als NADPH,H+ een elektronendrager
Gisting staat hier ook bij
Slide 17 - Tekstslide
A
koolhydraat
B
vet
C
eiwit
Slide 18 - Quizvraag
Vet wordt afgebroken tot
A
Glucose en glycerol
B
Glycerol en vetzuren
C
Vetzuren en aminozuren
D
Aminozuren en glucose
Slide 19 - Quizvraag
Hoeveel ATP levert de glycolyse van glucose op?
A
1 ATP
B
2 ATP
C
3 ATP
D
4 ATP
Slide 20 - Quizvraag
Welke uitspraak is fout?
A
Bij glycolyse heb je geen zuurstof nodig
B
Voor de glycolyse heb je ATP nodig
C
De glycolyse levert netto NADH, H+ op
D
De glycolyse vindt plaats in de mitochondria
Slide 21 - Quizvraag
Glycolyse Welke uitspraak over de glycolyse is niet juist?
A
Bij de glycolyse is netto ATP nodig.
B
Bij de glycolyse wordt een C6-suiker gesplitst in twee C3-suikers.
C
Bij de glycolyse wordt glucose afgebroken.
D
De glycolyse vindt in alle actieve cellen plaats.
Slide 22 - Quizvraag
Glycolyse is de eerste stap bij de aerobe dissimilatie van glucose. Dit gebeurt in het celplasma. Is hier zuurstof voor nodig?