2.3 Sparen met profijt

Ga rustig naar je plek en pak je spullen.
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Ga rustig naar je plek en pak je spullen.

Slide 1 - Tekstslide

H2 Thuis in geldzaken
2.3 Sparen met profijt

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
  • Herhaling paragraaf 2 (5 min)
  • behandelen paragraaf 3 (15 min)
  • Nakijken paragraaf 2 ( 5 min) 
  • zelfstandig werken (10 min)
  • Wat hebben we geleerd (5 min)

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling

Slide 4 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een betaalrekening en een spaarrekening?

Slide 5 - Open vraag

Wat is het verschil tussen een bankpas en een creditcard?

Slide 6 - Open vraag

Bij een creditsaldo heb je een .... saldo op je rekening
A
positief
B
negatief

Slide 7 - Quizvraag

Herhaling begrippen
Debet en credit
Creditcard
Directe en indirecte ruil
3 functies van geld

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan aangeven dat er verschillende doelen zijn om te sparen
  • Ik kan aangeven dat er verschillende spaarvormen zijn
  • Ik kan uitleggen wat inflatie is
  • Ik kan uitleggen wat koopkracht is
  • Ik kan aangeven wat er met de koopkracht gebeurt als je spaart

Slide 9 - Tekstslide

2.3 Sparen met profijt

Sparen = een deel van je inkomen niet uitgeven

Spaardoelen/spaarmotieven = 

1) Doel- grote uitgave
2) Voorzorg- tegenvallers opvangen
3) Rente

Slide 10 - Tekstslide

Rentebedrag stijgt
  • hoger rente percentage
  • hoger spaarbedrag
  • langere looptijd

Slide 11 - Tekstslide

Spaarvormen verschillen van elkaar:

- door de hoogte van het rentepercentage
- door de hoogte van het minimale spaarbedrag
- door de periode (looptijd) waarin het spaargeld niet opvraagbaar is. 

Slide 12 - Tekstslide

Spaarvormen
  • Verschillende soorten spaarvormen. 
  • Opvraagbaarheid van het spaartegoed, denk hierbij aan de looptijd. 
  • Hoe langer de looptijd, hoe hoger het rentepercentage.

Slide 13 - Tekstslide

Depositosparen
= Manier van sparen waarbij spaargeld gedurende de looptijd niet (zonder boete) opgevraagd kan worden.


Spaardeposito gebruik je als je langere tijd het geld niet nodig hebt. (1 of meerdere jaren)

Slide 14 - Tekstslide

Enkelvoudige rente

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Slide 17 - Video

Wat is koopkracht?

Slide 18 - Tekstslide

Koopkracht en inflatie
  • koopkracht : de hoeveelheid goederen en diensten die je kan kopen.  
  • Koopkracht van een spaarder stijgt door rente en daling inflatie.

  • inflatie: de gemiddelde stijging van de prijzen

Slide 19 - Tekstslide

Inflatie

Slide 20 - Tekstslide

Spaargeld, inflatie en koopkracht
Stel:
- rente 2%
- inflatie 5%

Jouw koopkracht stijgt/daalt/blijft gelijk

Slide 21 - Tekstslide

Spaargeld, inflatie en koopkracht
Stel:
- rente 2%
- inflatie 5%

Jouw koopkracht stijgt/daalt/blijft gelijk

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk
  • Maken opdrachten hoofdstuk 2 paragraaf 3

  • Lees de theorie op bladzijde 54/55
  • Maak de opdrachten 1 t/m 14

Slide 26 - Tekstslide

opdrachten maken

Slide 27 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Ik kan aangeven dat er verschillende doelen zijn om te sparen
  • Ik kan aangeven dat er verschillende spaarvormen zijn
  • Ik kan uitleggen wat inflatie is
  • Ik kan uitleggen wat koopkracht is
  • Ik kan aangeven wat er met de koopkracht gebeurt als je spaart

Slide 28 - Tekstslide