GPL GRAMMAR
1 / 17
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Wat hoort er bij I/he/she/it
A
was
B
were
Slide 5 - Quizvraag
ToBe: I - You - He / she / it -
A
am, is, are
B
are, am, is
C
am, are, is
D
is, are, am
Slide 6 - Quizvraag
I
you
he/she/it
you
he/she/it
A
zijn persoonlijke voornaamwoorden
B
zijn bezittelijke voornaamwoorden
C
zijn vragende voornaamwoorden
Slide 7 - Quizvraag
1.1 I/He/She/It _____ there.
A
was
B
were
Slide 8 - Quizvraag
IK
JIJ
HIJ
ZIJ
HET
JULLIE
ZIJ
I
YOU
HE
SHE
IT
WE
YOU
THEY
Slide 9 - Sleepvraag
They ... (to be) happy to be here
A
are
B
am
C
is
Slide 10 - Quizvraag
To be:
You _____ (to be)hungry.
You _____ (to be)hungry.
A
was
B
to be
C
are
D
is
Slide 11 - Quizvraag
I ........ (to be) happy to be here.
Slide 12 - Open vraag
She..... (to be) sick.
Slide 13 - Open vraag
they ...... (to be) very helpful.
Slide 14 - Open vraag
Sleep de vormen van to be naar de juiste plek in de zinnen.
1. I _________ at home.
2. You _________ with your brother.
3. He _________ working out.
am
is
are
Slide 15 - Sleepvraag
Kies het juiste antwoord:
My sister ____ my best friend.
My sister ____ my best friend.
A
Am
B
Is
C
Are
D
's
Slide 16 - Quizvraag
John and Casey _____ best friends
A
're
B
are
C
is
D
's
