Grammar recap unit 4

• Engels
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Unit 4 - grammar recap

grammar recap

Adverbs of Frequency

woorden die aangeven hoe vaak iets wel of niet gebeurt

Always = altijd

usually = meestal

normally = normaal gesproken

often = vaak

sometimes = soms

not often = nauwelijks

seldom = zelden

hardly ever = bijna nooit

never = nooit

Adverbs of Frequency 

kunnen op 2 plaatsen komen te staan in de zin:

1. Vóór het hoofdwerkwoord (I always go to school)

2. Maar achter een vorm van to be  (I am never late)

Wat moet je nu precies kennen en kunnen?

1. Je moet weten wat de adverbs of frequency zijn 

(dus kunnen vertalen en correct kunnen gebruiken)

2. Je moet weten op welke plek deze woorden in de zin komen te staan

Exercise 1

ENG: 

Drag the adverbs of frequency in the correct order from smallest to biggest

NL:

Zet de woorden in de juiste volgorde van kleinst naar grootst

0%

10%

50%

70%

90%

100%

never

always

usually

often

sometimes

seldom

Exercise 2

ENG:

Put the words in the correct order to make a sentence

NL:

Zet de woorden in de juiste volgorde om een zin te maken

he / visits / often / you

go swimming / sometimes / on Sundays / I

angry / we / sometimes / are

usually / is / hungry / Jan / after school

in our house / cold / it / often / is

goes / never / my cousin / cycling

Expressions of frequency

Soms gebruiken we geen adverbs, maar een klein zinnetje. 

Dit = een expression. Het zijn altijd 2 of meer woorden.

once a week / every day / three times a day / etc.

Deze uitdrukkingen komen altijd helemaal achteraan in de zin!

Jackie eats breakfast every morning.

Exercise 3

ENG:

Put the words in the correct order to make a sentence

NL:

Zet de woorden in de juiste volgorde om een zin te maken

Mark and Ted / books / once a year / read

I / my homework / at my mom's place / do / twice a week

snows / in this area / every winter / it

Sam / goes out / three times a month / with / his / friends