Herhaling H3

Imperium Romanum
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Imperium Romanum

Slide 1 - Tekstslide


Koninkrijk?


De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.

En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?

Slide 2 - Tekstslide

Leren van Grieken en Etrusken
Rome--> Een plaatsje in de streek latium in de 8e eeuw v. Chr. 
Etrusken het machtigst in Midden Italië.
Maakten van Rome een echte stad:
- onderaan de heuvel droog leggen voor forum
(politieke centrum van Rome):
- plek met veel tempels en veel handel


Slide 3 - Tekstslide

leren van Grieken en Etrusken
Rome: gunstige ligging want:
- Tiber oversteken
- verschillende wegen samenkomen
belangrijke handelsroute Etrusken en Griekse koloniën

Rome:  had Zout, zeldzaam en duur.
Griekenland:  Olijfolie en wijn, alfabet, havens, gebruik munten.



Slide 4 - Tekstslide

Romeinen baas in grootste deel van hellinistische koninkrijken, in bijna heel Spanje en Noord Afrika

Imperium Romanum

Slide 5 - Tekstslide


Alle wegen leiden naar Rome

In hun hele rijk leggen de Romeinen verharde wegen (via) aan. 
Hierdoor kan niet alleen het Romeinse leger snel in alle uithoeken van het rijk zijn, maar ook handel wordt hierdoor makkelijker.

En inderdaad: alle wegen leiden écht naar Rome!

Slide 6 - Tekstslide

De Germanen (bataven)
  •  Ze moesten voedsel of vee las belasting betalen
  • jonge mannen moesten in het romeins leger


  • De Germanen die in dit gebied kwamen wonen werden Bataven genoemd.

Slide 7 - Tekstslide


Romeinen in Nederland


  • De Romeinse tijd (58 v. Chr. - ±400 n. Chr) is een belangrijke periode voor ons gebied. 
  • Zo nemen de Romeinen ijzer mee, dat handig is als gereedschap, maar ook het schrift
  • Hiermee eindigt ook bij ons de prehistorie en begint de historie.

Slide 8 - Tekstslide

Limes
  • Na de dood van Ceasar veroveren de Romeinen de laatste gebieden van hun enorme rijk. 
  • Ze maken vaak gebruik van natuurlijke grenzen zoals: zeeën, rivieren, bergen en woestijnen.
  • Maar als het nodig is bouwen ze een versterkte grens met wachttorens en forten. Zo'n grens heet limes

Slide 9 - Tekstslide

Monarchie 753-509 v. Chr      .            
  • Rome gesticht in 753 v. Chr 
  • Eerste koning Romulus 
  • 7 Etruskische koningen
    --> laatste koning Tarquinius Superbus verdreven in 509 v. Chr. 
  • Nooit meer alle macht bij één persoon! 

Slide 10 - Tekstslide

De Romeinse Republiek (1)

  • De naam republiek komt van: res publica. Dat betekent: publieke zaak, in het Latijn.

  • Op papier is de republiek een democratie...

  • ...maar in de praktijk is een kleine groep mensen aan de macht. Dit heet: aristocratie

Slide 11 - Tekstslide

De Romeinse Republiek (2)

  • De republiek wordt bestuurd door de senaat ('raad van ouderen'). Dit waren rijke Romeinen.

  • Het volk kiest elk jaar 2 leiders: consuls

  • Zij voerden de besluiten van de senaat uit

Slide 12 - Tekstslide


Julius Caesar wordt vermoord
44 v. Chr.



  • Julius Caesar wordt steeds machtiger. Tegenstanders denken dat Caesar zelfs koning wil worden: ze moeten hem tegenhouden!
  • Op de idus (15e dag) van maart wordt hij in de Senaat door andere senatoren vermoord.

Slide 13 - Tekstslide


Imperator Caesar Augustus
27 v. Chr. - 14 n. Chr.



  • Uiteindelijk is er niemand machtiger dan hij. De rust in het rijk is terug.
  • De senaat bedankt hem hiervoor en geeft de titel Augustus ('de verhevene') te geven. 
  • Augustus wordt de eerste keizer (princeps) van het Romeinse Rijk.

Slide 14 - Tekstslide


Barbaren!


  • Aan het eind van de 3e eeuw vallen vreemde volken het Romeinse Rijk vanuit het oosten aan. 
  • De Romeinen noemen ze barbaren. Dit komt van het Griekse woord barbaros

  • Zo klinkt de taal van de barbaren namelijk volgens hen: 'bar, bar, bar, bar'.

Slide 15 - Tekstslide


Grote Volksverhuizing
3e eeuw - 5e eeuw



  • ...Europese stammen slaan op de vlucht en kunnen, nu de grenzen niet meer zijn bewaakt, het Romeinse Rijk binnentrekken. 
  • En door deze volken, gaan andere volken ook weer op de vlucht. In heel Europa trekken volken rond.

Slide 16 - Tekstslide


Het Rijk wordt gesplitst
395


  • Het Rijk wordt in 395 twee stukken gedeeld. 
  • Het oostelijk deel wordt het Oost-Romeinse Rijk. De hoofdstad is Constantinopel. 
  • In het West-Romeinse Rijk blijft Rome (voorlopig) de hoofdstad. 
  • Beide rijken hebben een eigen keizer.






Slide 17 - Tekstslide


Het West-Romeinse Rijk valt
476




  • Volken vallen het Rijk binnen en plunderen de rijkdommen. 
  • Romeinse aanvoerders hebben steeds minder te zeggen, en in 476 wordt zelfs een niet-Romein, keizer.
  • Historici zien dit als het einde van het West-Romeinse Rijk.

Slide 18 - Tekstslide

Joden
  • Het jodendom komt uit Palestina
  • Monotheïsme : ze vereren één god
  • Zij wachten op een Messias: die zou een nieuwe tijd van vrede en rechtvaardigheid brengen. 
  • Volgelingen van Jezus meenden dat hij die messias was. 
  • Jezus van Nazareth in de ogen van de joden een onruststoker
  • Hij werd opgepakt en en stierf aan het kruis.

Slide 19 - Tekstslide


Jezus van Nazareth


  • Jezus is een Joodse man die rondreist in de streek Palestina en vertelt dat God goede mensen beloont en slechte mensen straft.
  • Jezus krijgt veel aanhangers. 
  • De Romeinen vinden hem daarom gevaarlijk. Ze nemen hem gevangen en kruisigen hem, de straf voor een opstandige slaaf.

Slide 20 - Tekstslide


Christenen

  • De volgelingen van Jezus noemen zichzelf christenen
  • Deze naam komt van Christus, dat 'messias' betekent.  
  • Jezus wordt door zijn volgelingen zo genoemd. 
  • Zij geloven in de woorden die Jezus (via zijn leerlingen) aan hen heeft gegeven: 'Iedereen is gelijk voor God en voor ieder goed mens is er een plek in de hemel'.

Slide 21 - Tekstslide


Constantijn de Grote


  • Christenen zijn ruim 3 eeuwen vervolgd in het Romeinse Rijk. 
  • Door Constantijn de Grote komt daar een einde aan:  kort voor een veldslag zou hij in een visioen een teken hebben gezien met daarbij geschreven de woorden dat de god van de christenen hem de zege belooft. 
  • Hij won de veldslag en werd christen...

Constantijn de Grote ziet een christelijk teken. Gravure uit de 17e eeuw.

Slide 22 - Tekstslide




  • ...vermoedelijk was de werkelijkheid iets anders: er braken steeds meer rellen uit tussen christenen en Romeinen. 

  • Constantijn bedacht de oplossing: godsdienstvrijheid voor de christenen. 
  • 313: Tolerantie-edict: het verbod op het christendom werd opgeheven. 
  • Hij werd zelf pas christen vlak vóór zijn dood.

Een standbeeld van Constantijn de Grote, of eigenlijk Flavius Valerius Aurelius Constantinus. De naam 'de Grote' heeft niets te maken met zijn lengte of het feit dat hij een goede keizer was. Het is een titel die de christelijke kerk aan hem heeft gegeven voor zijn bijdrage aan het christendom.

Slide 23 - Tekstslide


Staatsgodsdienst

  • In 391 gebeurt er iets bijzonders: keizer Theodosius verplicht iedereen om christen te worden. 
  • Het christendom wordt staatsgodsdienst en alle andere godsdiensten worden verboden. 
  • Iedereen die niet christen is wordt vervolgd en hij verbiedt de Olympische Spelen, omdat ze niet christelijk zijn.
Romeinse munt met het hoofd van Theodosius I de Grote

Slide 24 - Tekstslide