6. Roofdieren




Roofdieren
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierenVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les




Roofdieren

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les weet jij;
- Welke dieren roofdieren zijn
- Waar roofdieren zich mee voeden

Slide 2 - Tekstslide


Roofdieren

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Beren
Beren behoren tot de roofdieren. Ze eten echter niet alleen vlees, maar zijn alleseters. Sommige eten zelfs voornamelijk planten. Er zijn zeven soorten grote beren en 18 soorten kleine beren, waartoe de wasbeer behoort. De twee soorten pandaberen vormen een aparte groep.

Slide 5 - Tekstslide

Honden
Alle honden zijn roofdieren, zelfs het kleinste schoothondje. Zulke kleine dwergrassen komen in de vrije natuur niet voor. De mens heeft meer dan 400 hondenrassen gefokt. Tot de hondachtige roofdieren behoren de wolf, de prairiewolf, de vos en de jakhals. Bijna allemaal jagen ze voor hun plezier. Grote honden, zoals wolven, jagen in groepen, andere, bijvoorbeeld vossen, gaan alleen op jacht. Hierbij komen hun uithoudingsvermogen en reukzin goed van pas.

Slide 6 - Tekstslide

Hyena's
Hyena's zien eruit als honden, maar doen ook wel aan katten denken. Ze vormen een aparte groep roofdieren. Er zijn vier soorten. Alle hyena's hebben lange voorpoten en een naar beneden aflopende rug. De dieren kunnen verschrikkelijk huilen. Net als gieren eten ze voornamelijk -> kadavers. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Civetkatachtigen
Er zijn ongeveer 75 soorten civetkatachtigen. Ze zien er merkwaardig uit. Vele doen denken aan onze huiskatten, andere aan een marter en weer andere aan een vos. De meeste civetkatachtigen leven allen. Ze wonen inbomen en komen, behalve de genetkat, allen in Afrika en Azië voor. Enkele van deze roofdieren worden bijna een meter lang, andere slechts 30 CM. Allemaal hebben ze een opvallend lange staart

Slide 9 - Tekstslide

Katten
De familie van de katten kent 37 soorten. Ze zijn allemaal heel goed aangepast aan hun roofzuchtige leefwijze. Met hun scherpe ogen en neus zijn het prima jagers. Geluidloos besluipen ze hun prooi. Dan trekken ze hun klauwen in. Als ze aanvallen, steken ze hun klauwen juist uit: het slachtoffer kan niet meer ontkomen.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Marters
Marters zijn kleine roofdieren. Ze komen voor in alle werelddelen en leven in bossen, bergen, de woestijn en langs het water. Er zijn ongeveer 65 soorten. Ze kunnen allemaal heel goed horen, zien en ruiken. Bovendien zijn ze bijzonder snel en behendig. Zo kunnen ze een prooi pakken, die vaak veel groter is dan zijzelf. 

Slide 12 - Tekstslide

Robben
De robben zijn de roofdieren van de zee. Ze gaan echter ook aan land. Deze zoogdieren zijn goed aangepast aan het water. Ze hebben vinnen in plaats van armen en benen. Als ze duiken, sluiten ze oren en neusgaten. Een dikke speklaag beschermt ze tegen afkoeling. Zo kunnen robben lange tijd in het water blijven en vis vangen.

Slide 13 - Tekstslide

Opdrachten

Slide 14 - Tekstslide