304

Zoek je plek.        
Pak je
spullen
Lees in je 
leesboek
Deze les:
- Lezen
- Korte herhaling vorige les
- HW bespreken

Vragenlijstje

Toets inzien







5 min
2 min 
5 min

15 min

15 min










1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zoek je plek.        
Pak je
spullen
Lees in je 
leesboek
Deze les:
- Lezen
- Korte herhaling vorige les
- HW bespreken

Vragenlijstje

Toets inzien







5 min
2 min 
5 min

15 min

15 min










Slide 1 - Tekstslide

Lezen
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Waar is geleidbaarheid van afhankelijk?

1: soort materiaal
2: dikte van de draad
3: lengte van de draad

Slide 3 - Tekstslide

Geleidbaarheid
Geleidbaarheid geeft aan hoe makkelijk elektronen door iets kunnen bewegen.

Je zegt:
Dit apparaat heeft een geleidbaarheid van 20 siemens.
Je schrijft:
G = 20 S

Slide 4 - Tekstslide

Weerstand
Weerstand geeft aan hoe moeilijk elektronen door iets kunnen bewegen.

Je zegt:
Dit apparaat heeft een weerstand van 6 ohm.
Je schrijft:
R = 6  

Ω

Slide 5 - Tekstslide

26a
  • Een dunne draad heeft een grotere weerstand dan een dikke draad.
26b
  • De elektronen kunnen heel makkelijk door de dikke draad. Door de dunnen draad gaan is moeilijker, kost energie. Deze energie wordt licht en warmte.
26c
  • Verlengsnoeren zijn zo gemaakt dan ze makkelijk stroom geleiden. Het kleine beetje energie wat de elektronen verliezen door het bewegen door het verlengsnoer heeft geen merkbaar effect op de lamp.

Slide 6 - Tekstslide

Begrippen 3.2
Geleidbaarheid
  • Dit geeft aan hoe goed een voorwerp of draad elektrische stroom geleidt.
(I,U)-diagram
  • Een diagram waarin de stroomsterkte bij verschillende spanningen staat.
Recht evenredig verband
  • Bij zo'n verband geldt dat als de ene waarde twee keer zo groot wordt, de andere waarde ook twee keer zo groot wordt.
Weerstand
  • Dit geeft aan hoe slecht een voorwerp of draad elektrische stroom geleidt.

Slide 7 - Tekstslide

Formules
G=UI
GUI
R=IU
RIU
R=G1
G=R1
RG1
I is de stroomsterkte
      in ampère (A)
U is de spanning
      in volt (V)
G is de geleidbaarheid
      in Siemens (S)
R is de weerstand
      in ohm (   )
Ω

Slide 8 - Tekstslide

timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Tafels leeg en tassen voorin

Slide 10 - Tekstslide

1
waar 
1p
2
waar
1p
3
waar
1p
4
onwaar
1p
5a
const. snelheid
0,5p
5b
const. snelheid
0,5p
5c
vertraging
0,5p
5d
vertraging
0,5p
5e
stilstaan
0,5p
5f
const. snelheid
0,5p

Slide 11 - Tekstslide

6
122,4
1p
7
33,3
1p
9
t=0 tot t=4
   s = 1/2 x v x t
   s = 1/2 x 10 x 4
   s = 20m
t=4 tot t = 12 
   s = v x t 
   s = 10 x 8
   s = 80 m
20 + 80 = 100 m


1p


1p


1p
8
voorwaartse

tegenwerkende 
weerstands
1p
10
Bij t = 12s is zijn snelheid weer nul.
1p

Slide 12 - Tekstslide

11
s = 1/2 x v x t
s = 1/2 x 20 x (9,1-1,3)
s = 77 m
1p

1p
12
De trein heeft een hoge snelheid.
De trein heeft een hoge massa.
1p

1p
13
stoot= F x t
stoot=40000x(9-1,3)
stoot = 308000 Ns
1p

1p
14
Oplettenheid
Snelheid
Medicatie/alcohol
Zicht
Vermoeidheid
4x
0,5p

Slide 13 - Tekstslide

15
s = v x t
s = (320/3,6) x (0,8)
s = 71,11 m
1p

1p
16
W=Fxs
W=5500x1850000
W=10175000000 J
1p

1p
17
Weerstandskrachten
of tegenwerkende krachten
1p


18
F x t = m x v

v = (Fxt)/m

v = (9 x 0,3)/0,145

v = 18,62 m/s
1p

1p



1p

Slide 14 - Tekstslide