V6 - literatuur - 4 - Le Classicisme

Mardi 28 novembre 2023


Aujourd'hui tu as besoin de :


Startopdracht:
ta fiche

Open de link op jouw laptop.
Laat jouw telefoon in jouw zakje en zorg dat je de juiste spullen voor je hebt.
Begin daarna met de startopdracht.  
un stylo
ton 
ordinateur
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Mardi 28 novembre 2023


Aujourd'hui tu as besoin de :


Startopdracht:
ta fiche

Open de link op jouw laptop.
Laat jouw telefoon in jouw zakje en zorg dat je de juiste spullen voor je hebt.
Begin daarna met de startopdracht.  
un stylo
ton 
ordinateur

Slide 1 - Tekstslide

Programme
  • Réponses : Le Malade imaginaire

Le Classicisme
  • Racine
  • La Fontaine

Slide 2 - Tekstslide

Réponses : Le Malade imaginaire
  • 1) (regel 7) Wie noemt Toinette kwakzalvers?
    Monsieur Purgon en alle andere artsen die Argan eerder geraadpleegd heeft.
  • 2) Wat is er volgens Toinette aan de hand met Argan?
    Alle symptomen zijn terug te voeren op een slecht functionerende long. Daarnaast trekt de rechterarm van Argan al het voedsel naar zich toe, waar de rest van zijn lijf onder lijdt.
  • 3) En hoe zouden zijn problemen opgelost kunnen worden?
    De rechterarm amputeren en het rechteroog uitsteken.

Slide 3 - Tekstslide

Réponses : Le Malade imaginaire
  • 4) Quel mot décrit le mieux le ton sur lequel parle Toinette ?
    A) décidé

  • 5) De quelle manière Argan réagit-il aux remèdes que propose Toinette ?
    C) peureux

  • 6) Waarom denk je dat Toinette zich als arts heeft vermomd?
    Alleen in vermomming kan ze Argan een lesje leren.

Slide 4 - Tekstslide

Réponses : Le Malade imaginaire
  • 7) Wie wordt of worden er door Toinette in dit stuk bespot?
    - Argan, die hypochonder is en zich vanalles aan laat praten.
    - De artsen, die van de situatie misbruik maken en geld verdienen aan de hypochonder.

  • 8) Molière past in Le Malade imaginaire het concept plaire et instruire toe. Leg uit wat hij de toeschouwer wil leren. Lis le texte et réponds aux questions en néerlandais.
    Hij wil het publiek leren dat ze niet zomaar alles aan moeten nemen van de ‘heren doktoren’, maar ook hun eigen verstand moeten gebruiken.

Slide 5 - Tekstslide

                 Le Classicisme
Allégorie à Louis XIV, protecteur des arts et des sciences, peint par Jean Garnier
Le Grand Siècle
  • Molière
  • Jean Racine
  • Jean de la Fontaine

L'influence de l'antiquité
  • théâtre; selon les règles du philosophe Aristotle (la forme + vérité)
    > leçon
  • La Fontaine; Fables de Aesopus
    > critique du gouvernement

Slide 6 - Tekstslide

    La tragédie
Image de Phèdre
- personages ontleend aan de klassieke oudheid
- onoplosbare conflicten ; gaan een onontkoombaar noodlot tegemoet   
- bienséance (fatsoen)
- catharsis (zuiverende werking)
- règle des trois unités : 
     1 plek
     1 etmaal
     1 verhaallijn

Slide 7 - Tekstslide

     Jean Racine
Jean Racine, portrait peint par Jean-Baptiste Santerre
  • (1639 - 1699)
  • Griekse tragedies als inspiratiebron 
  • band met Molière
  • Louis XIV (historiographe)
  • Académie française
  • stopt als hij 38 is met toneelschrijven
       >>> Phèdre
  • règle des trois unités 

Slide 8 - Tekstslide

Phèdre
Phèdre, Acte I, scène 3
Illustration de Anne-Louis Girodet de Roucy-Trioson (1767 - 1824) 

- personages kampen met een conflict tussen de liefde en familie-eer
- Phèdre (1677)

Phèdre, een Griekse koningin, wordt verliefd op haar stiefzoon Hippolyte. Als haar man Thésée lange tijd afwezig is, biecht ze haar liefde op, maar Hippolyte is al verliefd op Aricie.
Als Thésée onverwacht terugkeert, probeert Phèdre zichzelf te redden door te zeggen dat Hippolyte haar probeerde te verleiden. 
Thésée vervloekt zijn zoon, met vreselijke gevolgen voor alle betrokkenen. 

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Phèdre
Phèdre, Acte I, scène 3
Illustration de Anne-Louis Girodet de Roucy-Trioson (1767 - 1824) 

Réponds aux questions 9 à 13 sur Phèdre de Jean Racine.

Slide 11 - Tekstslide

Réponses : Phèdre
  • 9) Phèdre vindt het lastig om een bekentenis te doen. Noteer de woorden uit de tekst waaruit dat blijkt.
    je tremble, je frissonne (r.12). 

  • 10) Welke omschrijving(en) geeft Phèdre in dit fragment van Hippolyte?
    Ze duidt hem aan als de zoon van een Amazone en als prins (die ze geen blik waardig keurde).

Slide 12 - Tekstslide

Réponses : Phèdre
  • 11) Quelle est l'attitude d'Œnone envers Phèdre ?
    B) Elle est humble.
  • 12) Que pense Phèdre de son amour pour Hippolyte ?
    A) Elle a honte.
  • 13) Œnone est la seule à prononcer le nom d'Hippolyte dans ce fragment. Pourquoi Racine ne laisse-t-il pas prononcer le nom d'Hippolyte par Phèdre ?
    A) Parce que c'est contre la règle de bienséance.

Slide 13 - Tekstslide

Les Fables
        de La Fontaine
Jean de La Fontaine par Hyacinthe Rigaud, 1690
Nous allons regarder une vidéo à propos de Jean de La Fontaine.
Regardez la vidéo et prenez des notes.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Le Loup et l'Agneau


Lees op de website Le Loup et l'Agneau en geef antwoord op de vragen 14 t/m 21.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video