H2 paragraaf 4 "Dichtheid"
1 / 15
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is er zwaarder, papier of steen?
A
Papier is zwaarder
B
Steen is zwaarder
C
Dat kun je niet zeggen
Slide 2 - Quizvraag
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Een voorwerp heeft een volume van 4cm3. De massa van het blokje is 77,2g. Waar is het blokje van gemaakt?
A
Zilver
B
Aluminium
C
Goud
D
Koper
Slide 9 - Quizvraag
Bereken de massa (in gram) van een blokje zilver met een volume van 5cm3. Alleen getal noteren. Geen eenheid noteren. Gebruik indien nodig een komma.
Slide 10 - Open vraag
Een blokje aluminium heeft een massa van 5,4g. Het blokje heeft een volume van 2cm3. Bereken de dichtheid van het stukje aluminium in g/cm3. Alleen getal noteren. Geen eenheid noteren. Gebruik indien nodig een komma.
Slide 11 - Open vraag
De massa van een blokje aluminium is 64,8g. De breedte van het blok is 2,0cm. De lengte 3,0cm. Wat is de hoogte van het blok in cm? Rond af op een heel getal. Geen eenheid noteren! Alleen getal noteren.
Slide 12 - Open vraag
Slide 13 - Tekstslide
Wanneer je een blokje koper op water legt, wat gebeurd er dan?
A
Het blokje koper drijft op het water
B
Het blokje koper zinkt
C
Het blokje koper zweeft in het water
D
Dat kun je niet zeggen, ligt er aan hoe groot en zwaar het blokje koper is
Slide 14 - Quizvraag
Wanneer je een blokje koper op kwik legt, wat gebeurd er dan?
A
Het blokje koper drijft op het kwik
B
Het blokje koper zinkt
C
Het blokje koper zweeft in het kwik
D
Dat kun je niet zeggen, ligt er aan hoe groot en zwaar het blokje koper is
