Maatschappijleer|Relaties|Paragraaf 7.4|

7.3 Alleen of samen?
1 / 11
volgende
Slide 1: Woordweb
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

7.3 Alleen of samen?

Slide 1 - Woordweb

Relaties
Paragraaf 7.4 Wil je met me....?

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Aan het einde van de les: 

  • Kan jij benoemen wat jou plichten zijn tijdens een huwelijk.
  • Kan jij benoemen wat de regels zijn over wanneer je mag trouwen.
  • Weet jij welke manieren er zijn om afspraken over je relatie vast te leggen en kan je inhoudelijk benoemen wat deze manieren inhouden.

Slide 3 - Tekstslide

Trouwen
Vroeger trouwde bijna iedereen om te kunnen samenwonen. 
Om iedereen duidelijk te maken dat je ging trouwen, ging een stel zich eerst verloven

Een huwelijk is naast een persoonlijke ook een zakelijke relatie
Bij het huwelijk horen namelijk allerlei rechten en plichten
  • De plicht elkaar te helpen en te steunen.
  • De plicht de huishoudkosten te delen. 
  • De plicht de kinderen te verzorgen en op te voeden.


     Van de 8,5 miljoen Nederlanders die een relatie hebben, is ruim 60 procent getrouwd.

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer mag je trouwen?
Om te kunnen trouwen zijn er een aantal regels:
  • Je mag niet al getrouwd zijn met iemand anders.
  • Er moeten twee getuigen bij het huwelijk zijn. 
  • Je moet weten wat je doet: begrijpen wat de rechten/plichten van het huwelijk zijn.
  • Je moet 18 jaar of ouder zijn. 
  • Je mag niet trouwen met een naast familielid, zoals je ouder, je broer, je zus, opa, oma of je kind.

Slide 5 - Tekstslide

Homohuwelijk
  •  Sinds 2001, trouwen mensen van hetzelfde geslacht. 
  • Elk huwelijk is gelijkwaardig, ongeacht het geslacht van de partners. 
  • Bijna 30 landen waar het legaal is. 
  • Sommige landen waar homo's juist vervolgd worden/homohuwelijk verboden.

Slide 6 - Tekstslide

Andere vormen
Je hoeft niet te trouwen om afspraken over je relatie vast te leggen. 

Andere opties; 
  • Een samenlevingscontract : daarin spreek je zaken af over de verdeling van de kosten van boodschappen, verzorgen en opvoeden van kinderen en over het verdelen van de spullen als je uit elkaar gaat.
  • Een geregistreerd partnerschap: dit lijkt veel op een huwelijk, maar je hoeft elkaar niet het jawoord te geven en scheiden hoeft niet bij de rechter.

Slide 7 - Tekstslide

Welke manieren zijn er om afspraken over je relatie vast te leggen, leg ook uit wat deze manieren inhouden.

Slide 8 - Open vraag

Binnen een huwelijk heb je alleen rechten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Een regel om te mogen trouwen is......
A
Je moet rijk zijn.
B
Je moeder moet akkoord geven.
C
Je moet al getrouwd zijn.
D
Je moet 18 jaar of ouder zijn.

Slide 10 - Quizvraag

Aan de slag
Hoofdstuk 7 Relaties. Paragraaf 7.4, opdracht 1 t/m 9.
Tekstboek: blz. 112 en 113.
Werkboek: blz. 135 en 137.



Slide 11 - Tekstslide