sem 39 herhaling être en écouter

  • Voca
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

  • Voca

Slide 1 - Tekstslide

Dans ce cours...
  • les absents
  • de persoonlijke voornaamwoorden répétition
  • week 41 SO, lesstof
  • Le verbe être répétition
  • de vreemde tekens
  • écouter (zelfstandig)

Slide 2 - Tekstslide

1E 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

les absents
je suis présent(e) / je suis ici / je suis là

Tu es neerlandais(e)/français(e)? Oui, je suis .......... Non je suis...

ça va? ça va (bien/mal)
Tu habites où? J'habite à Meppel, Steenwijk, Rouveen etc..

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

quiz

Je krijgt 3 minuten om de persoonlijke voornaamwoorden en het werkwoord être voor jezelf te herhalen (LB week 39-huiswerk)

EN SILENCE - in stilte
timer
3:00

Slide 7 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden
 In de volgende oefeningen moet je het persoonlijk voornaamwoord kunnen vinden

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het persoonlijk voornaamwoord in de volgende zin?
tu as un frère

Slide 9 - Open vraag

Wat is het persoonlijk voornaamwoord in de volgende zin?
je suis présente

Slide 10 - Open vraag

Wat is het persoonlijk voornaamwoord in de volgende zin?
il habite à Staphorst

Slide 11 - Open vraag

Wat is het persoonlijk voornaamwoord in de volgende zin?
elle a quel âge?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

On of nous? (=wij)
In spreektaal gebruik je vaak 'On' Let op: on betekent ook men.
Geschreven taal: nous
on: algemeen
nous: een specifieke, bepaalde groep

Slide 14 - Tekstslide

Être = zijn
je suis = ik ben
tu es = jij bent
il est = hij is
elle est = zij is
nous sommes = wij zijn
vous êtes = jullie zijn, u bent
ils/elles sont = zij zijn

Slide 15 - Tekstslide

chanson

Slide 16 - Tekstslide

Elle ... une fille.
A
es
B
est

Slide 17 - Quizvraag

Je ... Pierre.
A
suis
B
sont

Slide 18 - Quizvraag

Nous ... à l'école.
A
sommes
B
êtes

Slide 19 - Quizvraag

Tu ................ au collège.
A
est
B
suis
C
es
D
sont

Slide 20 - Quizvraag

Maxime et Claire ... des amies.
A
sont
B
est

Slide 21 - Quizvraag

Vous ... français?

Slide 22 - Open vraag

Tu ... mon ami.

Slide 23 - Open vraag

Non, je ... néerlandais.

Slide 24 - Open vraag

dernière question

Slide 25 - Tekstslide

Pierre ... grand.

Slide 26 - Open vraag

Ik begrijp welke vormen van être ik moet gebruiken.
oui
non

Slide 27 - Poll

Ik ken de vormen van être al uit mijn hoofd.
oui
non

Slide 28 - Poll

speciale tekens chromebook
Bewaar dit blad goed in je boek en neem het elke les mee.

Slide 29 - Tekstslide

zoek in je Google drive het volgende document: "aantekeningen Frans"

google / raster 9 puntjes/drive/nieuw/ google docs

Typ de volgende tekst mét de vreemde tekens over:
Mon école s'appelle collège Greijdanus. Dans ma classe il y a 25 élèves: 12 garçons et 13 filles. Il y a deux étages à l'école.

Slide 30 - Tekstslide

 week 41: lesstof voor SO doornemen

Slide 31 - Tekstslide

on va écouter
doornemen voca appr 4  /vocabulaire lire


Slide 32 - Tekstslide

klassenvocabulaire p 8/10 boek

Slide 33 - Tekstslide

zelfstandig werken
Maak de luisteroefeningen die klaarstaan in Learnbeat. Gebruik je oortjes. Luister altijd minimaal twee keer.

Klaar? Leren appr 4
week 41: lesstof SO staat klaar, lees dit goed door en start met leren

Slide 34 - Tekstslide

Ik begreep de luisterfragmenten
😒🙁😐🙂😃

Slide 35 - Poll

les devoirs/ huiswerk


voor de les van volgende week 
afm: opdr wk 39 
l: appr 4

Slide 36 - Tekstslide

evt être/quizlet

Slide 37 - Tekstslide