Taalverzorging 479 les 3

Taalverzorging
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Taalverzorging

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Taalverzorging
Grammatica
Spelling
Formuleren
Taalbewustzijn (taalfeitjes)

Slide 3 - Tekstslide

Vorige les
Grammatica: persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk gezegde, zin in zinsdelen verdelen

Bespreken huiswerk (opdracht 9 en 11)

Slide 4 - Tekstslide

Probeer deze zin te ontleden.
Volg alle stappen (pv, wg en het ow, verdeel de zin in zinsdelen).

Het meisje heeft gisteren pannenkoeken gegeten.

Slide 5 - Open vraag

Taalverzorging
Spelling en formuleren

Slide 6 - Tekstslide

Spelling
bekijk de tekst op blz. 107

Slide 7 - Tekstslide

Spelling
bijvoeglijk naamwoorden 

lettergrepen en woorden afbreken

Slide 8 - Tekstslide

het dure cadeau

'dure' is een:
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
lidwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Quizvraag

Een bijvoeglijk naamwoord staat altijd voor een zelfstandig naamwoord.
A
juist
B
onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord schrijf je zo kort mogelijk, zo lang de uitspraak klopt.

Het cadeau is duur - het dure cadeau
Het vliegtuig is geland - het gelande vliegtuig
De grond is omgespit - de omgespitte grond

Slide 11 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord
Komt het bijvoeglijk naamwoord van een voltooid deelwoord en eindigt dat vdw op 'en'? 

De pinda's zijn gezouten - de gezouten pinda's

Slide 12 - Tekstslide

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord 
Geeft aan van welk materiaal iets is gemaakt:
de katoenen kleding
een plastic bekertje

Slide 13 - Tekstslide

Staat 'te' voor het bijvoeglijk naamwoord?

Dan schrijf je het hele werkwoord op. 

de te repareren scooter

Slide 14 - Tekstslide

de ... boot
A
kunststof
B
kunststoffen

Slide 15 - Quizvraag

de ... schutting
A
van hout
B
houten

Slide 16 - Quizvraag

de ... ruit
A
gebarste
B
gebarsten

Slide 17 - Quizvraag

de ... weg
A
bestrate
B
bestraten

Slide 18 - Quizvraag

Lettergrepen 
let-ter-gre-pen en woorden af-
breken

Slide 19 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak vanaf bladzijde 105 de volgende opdrachten:
opdracht 11, 13, 14, 18abcd

Klaar?
Maak van blz. 117 opdracht 24 en/of werk aan je project werkwoordspelling.

Slide 20 - Tekstslide