Hoofdstuk 1: les 5 (afsluiting + toets)

• Rekenen
• MBO
• Studiejaar 1

Startrekenen Studiereader 2F

Leerdoelen vorige les:

Aan het einde van de les:

• Begrijp je het begrip 'negatief getal' en kun je hierbij  2 voorbeelden benoemen.
• Begrijp je het begrip 'positief getal' en kun je hierbij 2 voorbeelden benoemen.
• Kun je optellen en aftrekken met negatieve getallen.

Leerdoelen:

Aan het einde van de les:

Hebben we alle onderdelen van hoofdstuk 1 herhaald en de toets gemaakt:

• Je weet welke strategie jij fijn vindt om te gebruiken bij plus- en minsommen;
• Cijferend optellen en aftrekken;
• Waarde van een getal;
• Handig rekenen met nullen;
• Rekenen met negatieve getallen.

Strategie 5: cijferend rekenen

Bij plussommen en minsommen!

Schrijf de getallen goed onder elkaar!

1256 + 123 = 

946 - 473 =

Theorie 7: grote getallen

Het uitspreken van grote getallen

Theorie 7: grote getallen

Het uitspreken van afkortingen:

1,4 miljard

2 ton

2,1 miljoen

Theorie 8: rekenen met grote getallen

Bij plussommen:

Nullen weghalen - som uitrekenen - nullen weer terugzetten

17.000 + 5.000 = 

17.000 + 5.000 = 22 (+ de nullen) = 22.000

Bij minsommen:

17.000 - 5.000 = 

17.000 - 5.000= 17 - 5 = 12 (+ de nullen) = 12.000

Theorie 10 - negatieve getallen 1:

Lees theorie 10 in studiereader

• Je kunt een positief getal bij een negatief getal optellen

'Gisterennacht was het -5, vannacht was het 6 graden warmer. Wat was de temperatuur?'

Theorie 10 - negatieve getallen 1:

• Je kunt 2 positieve getallen van elkaar aftrekken met een negatieve uitkomst; 
  

'Gisterennacht was het 3 graden, vannacht was het 7 graden kouder. Wat was de temperatuur?'

• Je kunt een positief getal aftrekken van een negatief getal. De uitkomst is dan altijd een negatief getal.

'Gisterennacht was het -3 graden, vannacht was het 9 graden kouder. Wat was de temperatuur?

Theorie 11 - negatieve getallen 2:

Lees theorie 11 in studiereader

• Je kunt ook rekenen met negatieve getallen zonder herkenbare situatie.

4 - 7=

6 - 8=

Toets!

Maak de toets!

Schrijf de berekening op anders mis je punten;

Lever je kladblaadje ook in;

Wees stil als je klaar bent, doe iets voor jezelf.