Overal NaSk Hst 3.3 Faseovergangen

Faseovergangen
Faseovergangen
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Faseovergangen
Faseovergangen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt aan het einde van de les:
  • eigenschappen van de fasen vaste stof, vloeistof en gas noemen;
  • uitleggen dat smeltpunt en kookpunt stofeigenschappen zijn;
  • de temperatuurlijn gebruiken om de fase van een stof te bepalen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat is temperatuur?
 'Temperatuur' is een wetenschappelijk begrip. 
Het wordt gebruikt om te meten 
hoe warm of hoe koud iets is. 

Slide 3 - Tekstslide

Hoe meet je temperatuur?
  • Temperaturen met je met een thermometer.
  • De temperatuur wordt uitgedrukt in graden Celsius.
  • Maar er is ruzie geweest over de naam en indeling.
  • Daarom is temperatuur niet overal hetzelfde...

Slide 4 - Tekstslide

Fasen en faseovergangen

Slide 5 - Tekstslide

Fasen en faseovergangen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Moleculen
  • Moleculen zijn de kleinste deeltjes van een stof
  • Die bestaan op hun beurt uit atomen
  • Een watermolecuul - H O (2 atomen waterstof en 1 atoom zuurstof)
2

Slide 8 - Tekstslide

Moleculen
  • Moleculen zijn altijd in beweging, behalve bij het absolute nulpunt 0 K
  • Als moleculen dicht tegen elkaar aan zitten, dan trekken ze elkaar aan

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Vaste stoffen
  • De moleculen van een vaste stof bewegen wel maar blijven op dezelfde plaats
  • Kunnen moeilijk samengedrukt of vervormd worden
  • Onderlinge aantrekkingskracht tussen moleculen is groot

Slide 11 - Tekstslide

Vloeistoffen
  • De moleculen hebben een hoge snelheid, maar trekken elkaar nog wel aan
  • Soms ontsnapt er een deeltje door de hoge snelheid
  • Ze kunnen op een andere plek in de stof terecht komen

Slide 12 - Tekstslide

Gassen
  • Moleculen bewegen zo snel dat ze niet meer aan elkaar vast blijven zitten, er is dus geen aantrekkingskracht meer
  • Ze verspreiden zich overal in de ruimte
  • Ze mengen zich met andere (gas)moleculen



Slide 13 - Tekstslide

Faseovergang
Bij een faseovergang veranderen de moleculen niet. 
Alleen de aantrekkingskrachten tussen de moleculen veranderen.

Slide 14 - Tekstslide

Zuivere stoffen en mengsels
Een zuivere stof bestaat uit 1 soort molecuul.
Een mengsel bestaat uit meerdere soorten moleculen

Slide 15 - Tekstslide

Temperatuurlijn
  • Bij een temperatuur lager dan het smeltpunt is een stof vast.
  • Bij een temperatuur tussen het smeltpunt en het kookpunt in is een stof vloeibaar.
  • Bij een temperatuur hoger dan het kookpunt is een stof gasvormig.

Slide 16 - Tekstslide

Celsiusschaal

Slide 17 - Tekstslide

Opdrachten maken
Wat: Opdracht 32 t/m 47
Hoe: 10 minuten stil
Hulp: Buurman/vrouw of docent
Tijd: 


Klaar?: Nakijken 
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

De faseovergang van gas naar vloeibaar noemen we
A
verdampen
B
rijpen
C
sublimeren
D
condenseren

Slide 19 - Quizvraag

De faseovergang van vloeibaar naar vast noemen we
A
verdampen
B
stollen
C
smelten
D
condenseren

Slide 20 - Quizvraag

De faseovergang van gas naar vast noemen we
A
verdampen
B
rijpen
C
sublimeren
D
condenseren

Slide 21 - Quizvraag

De faseovergang van vast naar vloeibaar noemen we
A
smelten
B
stollen
C
sublimeren
D
condenseren

Slide 22 - Quizvraag

Smeltpunt hoort bij:
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 23 - Quizvraag

Is de smeltcurve hiernaast van een zuivere stof of mengsel?
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 24 - Quizvraag

Is dit een stoldiagram van een zuivere stof of een mengsel?
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 25 - Quizvraag

Bekijk de grafiek hiernaast. Is dit een zuivere stof of een mengsel?
A
Zuivere stof
B
Mengsel
C
Kun je niet zeggen

Slide 26 - Quizvraag

(klik op het plaatje)
Het is -45 C welke fase heeft kwik?
A
Vloeibaar
B
Vast
C
Gas
D
Geen van allen

Slide 27 - Quizvraag

(klik op het plaatje)
Het is 25 C welke fase heeft azijnzuur?
A
Vloeibaar
B
Vast
C
Gas
D
Geen van allen

Slide 28 - Quizvraag