Overal NaSk Hst 3.3 Faseovergangen

Faseovergangen
Faseovergangen
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Faseovergangen
Faseovergangen

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kunt aan het einde van de les:
  • eigenschappen van de fasen vaste stof, vloeistof en gas noemen;
  • uitleggen dat smeltpunt en kookpunt stofeigenschappen zijn;
  • de temperatuurlijn gebruiken om de fase van een stof te bepalen.

Slide 2 - Tekstslide

Fasen en faseovergangen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Slide 5 - Tekstslide

Hoe meet je temperatuur?
  • Temperaturen met je met een thermometer.
  • De temperatuur wordt uitgedrukt in graden Celsius.
  • Maar er is ruzie geweest over de naam en indeling.
  • Daarom is temperatuur niet overal hetzelfde...

Slide 6 - Tekstslide

Celsiusschaal

Slide 7 - Tekstslide

Temperatuurlijn
  • Bij een temperatuur lager dan het smeltpunt is een stof vast.
  • Bij een temperatuur tussen het smeltpunt en het kookpunt in is een stof vloeibaar.
  • Bij een temperatuur hoger dan het kookpunt is een stof gasvormig.

Slide 8 - Tekstslide

Opdrachten maken
Weektaak:

Waar? Bladzijde 134 t/m 141
Wat? §3.3: Opdracht 42 t/m 64
Hoe? In je werkboek
Klaar? Nakijken



timer
10:00

Slide 9 - Tekstslide

De faseovergang van gas naar vloeibaar noemen we
A
verdampen
B
rijpen
C
sublimeren
D
condenseren

Slide 10 - Quizvraag

De faseovergang van vloeibaar naar vast noemen we
A
verdampen
B
stollen
C
smelten
D
condenseren

Slide 11 - Quizvraag

De faseovergang van gas naar vast noemen we
A
verdampen
B
rijpen
C
sublimeren
D
condenseren

Slide 12 - Quizvraag

De faseovergang van vast naar vloeibaar noemen we
A
smelten
B
stollen
C
sublimeren
D
condenseren

Slide 13 - Quizvraag

(klik op het plaatje)
Het is 25 C welke fase heeft azijnzuur?
A
Vloeibaar
B
Vast
C
Gas
D
Geen van allen

Slide 14 - Quizvraag

(klik op het plaatje)
Het is -45 C welke fase heeft kwik?
A
Vloeibaar
B
Vast
C
Gas
D
Geen van allen

Slide 15 - Quizvraag