Sterke werkwoorden in de verleden tijd
Van sommige werkwoorden verandert de klank als je de pv in de
verleden tijd zet.
Hele werkwoord: lopen, fluiten, snijden.
Ik-vorm tegenwoordige tijd: ik loop, ik fluit, ik snijd.
Verleden tijd enkelvoud: hij liep, zij floot, Herman sneed.