a. Omcirkel het plaatje/de plaatjes waar de reducenten zich (ongeveer) bevinden in de voedselkringloop hieronder.
b. Welke groepen organismen verstaan we onder reducenten?
Omcirkel de omzetting die wordt uitgevoerd door reducenten:
organische stoffen → anorganische stoffen
anorganische stoffen → organische stoffen
anorganische stoffen → anorganische stoffen
organische stoffen → organische stoffen
c. Leg uit waarom reducenten essentieel (noodzakelijk) zijn in de voedselkringloop.