Mavo 4 aanpassing planten en dieren

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 4

De meeste aanpassingen van planten gaan over de hoeveelheid licht of water in het milieu en huidmondjes.  

Aanpassing plant bij kou

- Wortels aan de oppervlakte

- Klein blijven

- Elkaar warm houden

- Bescherming donshaartjes

Aanpassingen planten in droge omgeving

• Bladeren met klein oppervlak, dikke waslaag en weinig huidmondjes.
  
• Huidmondjes diep verzonken in de opperhuid.
  
• Stengels en bladeren behaard.
  
• Vetplanten slaan water op in de bladeren.
  
• Cactussen, bevatten stekels en slaan water op in hun stengel.                  Ook hebben ze een groot wortelstelsel.
  

Aanpassingen planten aan het licht

• Zonplanten groeien waar veel licht is.
  
• Schaduwplanten groeien bij weinig licht
  
• Voorjaarsbloeiers
  
• Grote, dunne, donker groen bladeren.
  
• Klimplanten houden zich vast met hechtwortels of ranken.
  
• Sommige nemen voedingsstoffen op van gastheer.
  
• Groeien snel
  

Aanpassing plant bij hitte

- Diepe wortels

- Kleine bladeren

- Waslaagje

- Haren of stekels tegen de zon

Aanpassing plant bij kou

- Wortels aan de oppervlakte

- Klein blijven

- Elkaar warm houden

- Bescherming donshaartjes

Aanpassing bij dieren

Aangepast aan water

Aangepast aan land

Vogels

Vogels

Aanpassing 

aan kou

- dikke vacht

- verenkleed

- dikke vetlaag

- opzetten 

 verenkleed

Aanpassingen tegen de kou

Bouw:
Isoleren (vet, veren, haren)

Gedrag:
Winterrust
Winterslaap

Aanpassingen aan een warme omgeving 

Voorbeelden zijn:

1. dunne vacht

2. grote oren

3. lange poten

Het lichaamsoppervlak vergroten, zodat er zoveel mogelijk warmte weg kan.

Aanpassingen tegen warmte

Bouw: groot lichaamsoppervlak

Gedrag: nachtdieren, onder de grond.

Creëren van een luchtstroom of hijgen.

Aanpassing aan warmte 

Aanpassing aan kou