23 - W-H les 2

Wonen en Huishouden
Katern 6: Voeding


Lesdoelen: 
  • Producten, materialen en apparatuur
  • levensmiddelen bewaren
  • keuken materiaal,keukenapparatuur
  • bereidingstechnieken
  • werken volgens een werkplan
  • hygiënisch werken met voeding
  • HACCP

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Wonen en Huishouden
Katern 6: Voeding


Lesdoelen: 
  • Producten, materialen en apparatuur
  • levensmiddelen bewaren
  • keuken materiaal,keukenapparatuur
  • bereidingstechnieken
  • werken volgens een werkplan
  • hygiënisch werken met voeding
  • HACCP

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een product, materiaal en apparatuur?

Apparaat 

Materiaal
Apparaat
Materiaal 
Product 

Slide 2 - Sleepvraag

Materialen gebruik je in de keuken om bijvoorbeeld te koken of te snijden. Denk aan messen, pannen en schalen. 

Apparatuur bestaat uit de apparaten die je gebruikt, bijvoorbeeld een fornuis, een tostiapparaat of een keukenmachine. 

Producten zijn koffie, thee, koffiemelk en suiker. Daarnaast ook broodjes, eieren, kaas, vleeswaren, melkproducten en snacks.
Levensmiddelen bewaren

Als je boodschappen hebt gedaan is het belangrijk dat je de levensmiddelen op een goede manier bewaard. Doe je dit niet, dan is de kans aanwezig dat de levensmiddel sneller bederft. 

Je kunt levensmiddelen bewaren op 3 plekken: 
  1. De voorraadkast -> Hier bewaar je levensmiddelen die niet snel bederven.
  2. In de koelkast (tussen 2 en 7 graden Celsius) -> Levensmiddelen die snel bederven. 
  3. In de diepvries -> Ingevroren levenmiddelen (ingevroren voedingsmiddelen kun je 3 maanden bewaren, behalve voedingsmiddelen waar veel vet in zit, bijv. Vette vis.)


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar kun je eieren bewaren?
A
In de koelkast
B
In de diepvries
C
In de voorraadkast

Slide 4 - Quizvraag

  • In de koelkast 4 tot 6 weken houdbaar.
  • In de voorraadkast 2 tot 3 weken houdbaar. 
Waar moet je kaas bewaren?
A
In de koelkast
B
In de diepvries
C
In de voorraadkast

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar kun je voorgebakken broodjes bewaren?
A
In de koelkast
B
In de diepvries
C
In de voorraadkast

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet je vleeswaren bewaren (max. 2 dagen houdbaar)?
A
In de koelkast
B
In de diepvries
C
In de voorraadkast

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet je melkproducten bewaren?
A
In de koelkast
B
In de diepvries
C
In de voorraadkast

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Keukenapparatuur
De meest gebruikte keukenapparatuur is: 
  • fornuis, oven en magnetron 
  • koffiezetapparaat   
  • keukenmachine  -> kun je voedingsmiddelen hakken of snijden.   
  • mixer -> kun je voedingsmiddelen met elkaar mengen
  • tostiapparaat    
  • contactgrill   
  • friteuse  
  • afwasmachine 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bereidingstechnieken

Er zijn verschillende bereidingstechnieken: 
  1. Koken - is het verhitten van voedingsmiddelen in water van 100 graden Celsius, het water borrelt
  2. Bakken - is het verhitten van vlees in een koekenpan op hoog vuur. 
  3. Braden - doe je in de braadpan,  vlees staat een langere tijd op een laag pitje. 
  4. Grillen - is het verhitten  onder een gloeiendhete spiraal in de oven of in een losse gril. Grillen kan ook in een grillpan. 

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke snijtechnieken zijn er?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Snijtechnieken
Hakken -> je hakt het voedingsmiddel zo fijn mogelijk. 
Ciseleren -> in dunne plakjes snijden.
Snipperen -> in kleine stukjes snijden.
Jullienne-> in lange dunne reepjes snijden, die zoveel mogelijk hetzelfde zijn. 
Brunoise -> groente in kleine blokjes snijden, die zoveel mogelijk hetzelfde zijn
Chinouse -> groente in dunne ruitjes snijden, die zoveel mogelijk hetzelfde zijn.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werken volgens werkplan
Bij alles wat je doet, is het belangrijk dat je volgens planning werkt. In een werkplan geef je aan wat je doet tijdens:   
  1. de voorbereiding   
  2. de uitvoering   
  3. het opruimen. 
Je gaat een kaas omelet klaarmaken. Dan maak je daar een werkplan voor. Dit kan er zo uitzien:  
  • Alles klaarzetten: twee minuten   
  • Kaas raspen: drie minuten   
  • Eieren en kaas klutsen: één minuut   
  • Omelet bakken: drie minuten
  • Omelet opdienen: één minuut.

Je hebt dus in totaal tien minuten nodig voor het maken van de omelet. Stel, de omelet moet om 12.00 uur geserveerd worden. Dan weet je dat je er om 11.50 uur aan moet beginnen. Het is belangrijk dat je je werkplek netjes en schoonhoudt. Dat betekent dat je direct alles opruimt en materialen schoonmaakt. 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hygiënisch werken met voeding
Extra belangrijk bij mensen die oud, zwak  of ziek zijn. Waarom?


Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Persoonlijke hygiene 
  • Schoonhouden van je lichaam 
  • ziektekiemen en bacterien verwijderen 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nagels zijn
A
kunstnagels
B
kortgeknipt en schoon
C
D

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke schoenen draag je tijdens je werk?
A
Slippers
B
Schoenen met hak
C
Dichte afneembare schoenen zonder hak
D
Klompen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer je een wondje hebt
A
dek deze af met een vochtwerende pleister
B
alleen bij zorgverlening en handschoenen aan
C
hoeft niet verbonden te worden

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kruisbesmetting
Kruisbesmetting treedt op wanneer je een besmet product bereidt of bewaart en de bacteriën van dat product op een ander product brengt.







van
kruisbesmetting?


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is kruisbesmetting?

Slide 22 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Betekenis HACCP?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is HACCP en wat zijn de richtlijnen? 
In de keuken wordt gewerkt volgens de richtlijnen van HACCP. 
HACCP is een hygienecode, hierbij wordt gekeken naar naar kritische punten. 
Dat wil zeggen: 
- Punten wat er fout kan gaan bij de voedselbereiding
- Er moet gelet worden op de houdbaarheidsdatum
- De tempratuur van levensmiddelen. 
- Persoonlijke hygiene is bij het bereiden van voeding ook heel belangrijk. 

Er moeten tempratuurlijsten bijgehouden worden van voedingsmiddelen die binnen komen.
Als je voeding verzorgt, moet je voorkomen dat clienten/kinderen een voedselvergiftiging krijgen 

Slide 25 - Tekstslide

Bespreek met de studenten of zij weleens van HACCP hebben gehoord en of zij er wel eens mee gewerkt hebben? 
Afsluiting

  • Wat vond je van de les?
  • Wat heb je geleerd en wat vond je interessant?


Huiswerk
Lezen: Blz. 16 t/m 30
Maken: Opdr. 21 t/m 40


Slide 26 - Tekstslide

Stimuleer een open gesprek waarbij leerlingen kunnen aangeven wat ze hebben geleerd en wat ze nog willen leren. Bespreek eventuele vragen en onduidelijkheden.