Zinsvolgorde hoofdzin - bijzin; Muis

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Zinsvolgorde

Hoofdzin - bijzin

Welke zin is goed?

1. Ik lees omdat ik het leuk vind.
2. Ik lees want ik het leuk vind.
3. Ik lees omdat ik vind het leuk

Hoofdzin

Ik lees een boek op zondagavond.

Onderwerp - persoonsvorm - rest van de zin

twee hoofdzinnen:

Ik lees een boek op zondagavond en mijn kat kruipt dan lekker op schoot.

Twee keer onderwerp - persoonsvorm naast elkaar

Hoofdzin - bijzin

Ik lees een boek op zondagavond omdat ik dat fijn vind.

                                     Bijzin

                          onderwerp - persoonsvorm: niet naast elkaar

                          

              

Zet de volgende zinsdelen in de goede volgorde. Begin bij de hoofdletter.
1. heb – drie weken geleden – Ik – gekocht – een paar schoenen

Zet in de goede volgorde:
thuis – ik – heb – uitgepakt – de schoenen

Zet in de goede volgorde:
Ik – kleurverschil – zag – tussen beide schoenen

Zet in de goede volgorde. Begin met de hoofdletter.

teruggegaan – naar de winkel – De volgende dag – ik – ben

Inversie: 

Omdraaien onderwerp - persoonsvorm:

Vraagzin: Ben je goed thuisgekomen?

Hoofdzin begint met een ander zinsdeel dan onderwerp: Gisteren moest ik naar huis lopen.

Maak de tweede zin:
2a. We gaan volgende maand met fietsvakantie.
2b. Volgende maand …………………………………………………………………………….

Maak de tweede zin:

Ik wil dan een goede fiets hebben.
Dan …………………..……………………………………………………………………...

Maak de tweede zin:

a. Ik ga nu een advertentie op Marktplaats zetten.
b. Nu …….……….…………………………………………………………………………

Twee hoofdzinnen maken:

 Waarom is hij niet op school?

a. Hij is ziek.

b. Hij heeft geen zin.

Hij is ziek, of hij heeft geen zin.

Wat ga je vanavond doen?

a. Ik ga om 6 uur in een restaurant eten.
b. Daarna ga ik naar de bioscoop.

Wil je me even helpen?
b. Ik wil het wel.
c. Ik kan het niet.
d. Ik heb geen tijd

We gaan volgende week een weekend weg.

a. We nemen de hond mee.
b. De kat blijft thuis.