Positieve eigenschappen en hun betekenissen

Positieve eigenschappen en hun betekenissen
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Positieve eigenschappen en hun betekenissen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
- Aan het einde van de les ken je verschillende positieve eigenschappen en hun betekenissen. 
- Aan het einde van de les weet je welke eigenschappen bij jou passen. 
- Aan het einde van de les kun je benoemen welke eigenschappen bij anderen passen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over (positieve) eigenschappen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn eigenschappen?
Eigenschappen zijn (persoonlijkheids)kenmerken die aangeven hoe iemand denkt, zich voelt en gedraagt

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfreflectie over eigenschappen
Denk na over je eigen positieve eigenschappen. Welke passen bij jou?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toepassing van eigenschappen bij anderen
Benoem positieve eigenschappen van anderen. Hoe zie je deze eigenschappen terug?

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Betrouwbaar
Je doet wat je afgesproken hebt.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Harde werker
Je vindt het niet erg om veel te werken.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zorgzaam
Je zorgt graag voor anderen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nieuwsgierig
Je wilt weten hoe iets in elkaar zit.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Positief
Je kijkt altijd naar de goede kant.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Netjes
Je houdt van opruimen.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Actief
Je doet veel dingen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Georganiseerd
Je weet wat er moet gebeuren.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Belangstellend
Je hebt interesse in anderen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grappig
Je maakt anderen aan het lachen.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bescheiden
Je schept niet graag op over jezelf.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doorzetter
Je geeft niet snel op.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geduldig
Je vindt het niet erg om te wachten.

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sportief
Je bent goed in sport.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dapper
Je durft veel.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Serieus
Je doet dingen met zorg en aandacht.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doener
Je bent graag bezig.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vriendelijk
Je bent vriendelijk tegen anderen.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leergierig
Je leert graag nieuwe dingen.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Muzikaal
Je kunt goed muziek maken.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enthousiast
Je gaat ergens helemaal voor.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Denker
Je denkt goed na over dingen.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Flexibel
Je hebt geen moeite met veranderingen.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Avontuurlijk
Je doet graag nieuwe dingen.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zorgvuldig
Je werkt heel precies.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spontaan
Je doet wat in je opkomt.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Relaxt
Je maakt je niet snel druk om iets.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Behulpzaam
Je helpt graag anderen.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfverzekerd
Je gelooft in wat je doet.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Handig
Je werkt graag met je handen.

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Teamspeler
Je kunt goed samenwerken.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Veelzijdig
In veel dingen ben je goed.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Creatief
Je kunt goed nieuwe dingen bedenken.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rustig
Je maakt je niet snel druk.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Optimistisch
Je gaat ervan uit dat alles goed komt.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig
Je kunt goed alleen werken.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kritisch
Je controleert of dingen wel kloppen.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Duidelijk
Je zegt precies hoe het zit.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eerlijk
Je liegt nooit.

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociaal
Je

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 47 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 48 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 49 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.