Rekenen

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 4

x Fabiënne heeft 50 koekjes gebakken. 

Lynn wil er 8 en Liam 12. 

Hoeveel blijven er over? 

 Dean heeft 48 eieren. 

In een doosje passen 10 eieren. 

Hoeveel doosjes kan Dean vol maken? 

 Tjé gaat van een grote glijbaan. 

Hij moet eerst een hoge trap op van 68 treden. 

Hij heeft er al 41 gehad. Hoeveel treden moet hij nog? 

 In de doos zitten 10 pakjes potloden.

In elk doosje zitten er 7. 

Hoeveel potloden zitten er in de doos?

 Dorka en Mell maken 8 loom-armbandjes. 

Ze gebruiken 3 bloemenhangertjes per armbandje.

Hoeveel bloemenhangertjes moeten de meiden gebruiken?

 Luca en Jamie hebben 12 goals gemaakt. 

Allebei evenveel. Hoeveel goals heeft ieder gemaakt? 

 Juf Maud geeft les aan 6 groepjes van 4. 

In elk groepje zitten 4 kinderen. 

Hoeveel kinderen zitten er in de klas van juf Maud? 

 Rafke heeft 21 donuts gekocht. 

In ieder doosje doet ze 3 donuts. 

Hoeveel doosjes kan ze vullen? 

 Luuk gaat naar Toverland en koopt 5 kaartjes van 7 euro per stuk. 

Hoeveel moet Luuk betalen? 

 Hoeveel maanden heeft een jaar? 

 Manu moet om kwart over 3 bij JOC zijn. 

Hij komt een half uurtje later. 

Hoe laat komt hij aan? 

 Hoeveel blokjes 

zitten er in dit 

blokkenbouwsel? 

 Hoeveel blokjes

zitten er in dit blokkenbouwsel? 

 Hoeveel blokjes

zitten er in dit blokkenbouwsel?