OMA, OEN, NIVEA, DIK, DIM, ANNA

1 / 10
volgende
Slide 1: Video
CommunicatieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Ezelsbruggetjes
  1. Wees een OEN: 
  2. Gebruik LSD: 
  3. Neem ANNA mee:   
  4. Smeer NIVEA: 
  5. Laat OMA thuis: 


Open, Eerlijk en Nieuwsgierig.
Luisteren, Samenvatten en Doorvragen
Altijd Navragen, Nooit Aannemen
Probeer je Oordelen, Meningen en Aannames/Adviezen voor je te houden 
Niet Invullen Voor Een Ander

Slide 2 - Tekstslide

Wees een OEN
Open, Eerlijk en Nieuwsgierig. Sta open voor de ander, wees eerlijk in hetgeen je duidelijk wilt maken en ben oprecht nieuwsgierig naar de ander.

Slide 3 - Tekstslide

Neem ANNA mee
Altijd Navragen, Nooit Aannemen. Vraag altijd na of je goed begrepen hebt wat de ander bedoelt.

Slide 4 - Tekstslide

Smeer met NIVEA
Niet Invullen Voor Een Ander. 
Niemand kan in het hoofd van een ander kijken en je weet dus nooit wat de ander wil gaan zeggen. Als iets onduidelijk is, vul dan niet in maar vraag na wat er bedoeld wordt.

Slide 5 - Tekstslide

Laat OMA thuis
Probeer je Oordelen, Meningen en Aannames/Adviezen voor je te houden en luister met een open houding naar de ander.

Slide 6 - Tekstslide

Maak je niet dik
Denk In Kwaliteiten. Besteed aandacht aan hetgeen goed is gegaan en probeer ‘om te denken’.

Slide 7 - Tekstslide

Herkenning in casussen
Maak een groepje van maximaal 3
Je leest de casus samen door
1.Welke van de 5 tips herken je in deze casus (mag meer dan 1)
2.Waarom is deze tip hier van toepassing?
3.Welk advies kun je geven op basis van de 5 tips?

Bespreken van de antwoorden

Slide 8 - Tekstslide

Intervisie:
De klas wordt ingedeeld in 4 groepen.
Bedenk een praktijksituatie die je op stage hebt meegemaakt (iedereen apart)
Lees 1 voor 1 de praktijksituatie voor
Beslis welke praktijksituatie jullie willen behandelen
Degene die de situatie heeft ingebracht mag niet reageren in de 1e ronde.

Slide 9 - Tekstslide

vervolg intervisie:
Tijdens de 1e ronde stelt iedereen een vraag over de situatie 
Tijdens de 2e ronde geeft iedereen een tip hoe om te gaan met de situatie.
Degenen die de praktijksituatie heeft ingebracht schrijft de tips op. Na de 2e ronde zegt de inbrenger wat volgens hem of haar de beste tip is en waarom
Is er gebruik gemaakt van OEN, ANNA, NIVEA, OMA en/of DIK?

Slide 10 - Tekstslide