Paragraaf 4 Internationale ontwikkelingen

Hoofdstuk 7 Paragraaf 4 Internationale ontwikkelingen
examenstof
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7 Paragraaf 4 Internationale ontwikkelingen
examenstof

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

een open Economie is:
A
Geen grenzen in dit land
B
Veel export
C
Veel import
D
Een land dat afhankelijk is van de import en export

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een gesloten economie heeft een
A
hoge importquote en lage exportquote
B
een lage importquote en hoge exportquote
C
een hoge exportquote en hoge importquote
D
een lage importquote en lage exportquote

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dekkingsgraad
Voor het lezen van een vreemdtalige tekst wordt gesteld dat je voor een redelijk begrip ongeveer ??? van de woorden moet kennen.
A
60%
B
70%
C
80%
D
90%

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe bereken je de dekkingsgraad?
A
export : import x 100
B
import : export x 100

Slide 5 - Quizvraag

De dekkingsgraad= export : import x 100
De betalingsbalans is...
A
Een overzicht van alle betalingen aan het buitenland en ontvangsten van het buitenland.
B
Is een overzicht van alle binnenlandse ontvangsten en betalingen.
C
Laat de inkomens van mensen over een heel jaar zien.
D
Geen van deze antwoorden is juist.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Europese Unie
Verenigde Staten
Protectie
Vrijhandel
Geen invoerrechten
Invoerrechten

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Europese Unie
Buiten de Europese Unie
Groot Brittanië
Nederland
paspoort
geen wisselkoers
vrij verkeer van mensen
eurozone
Wisselkoers
euro

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is vrijhandel?
A
Iedereen is vrij om te doen en laten wat hij/zij wil
B
Een land heeft hoge in- en uitvoercijfers
C
een land heeft dan geen in-/uitvoer beperkingen
D
een land mag dan niet meer dan 5.500 auto's uit Azië invoeren

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ellen woont in Nederland maar heeft een spaarrekening in Duitsland. Is er hier sprake van.....
A
Vrij verkeer van goederen/diensten
B
Vrij verkeer van personen
C
Vrij verkeer van kapitaal

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

protectie - maatregelen
Importbeperkende maatregelen
exportbevorderende maatregelen
.................................................
.................................................
.................................................
.................................................
.................................................
.................................................
.................................................
.................................................
timer
2:00
invoerrechten / douanerechten
invoerverbod
contingentering / importquota
exportsubsidie

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Protectie maatregelen
Importbeperkende 
maatregelenen

Exportbevorderende 
maatregel
Contigentering
exportsubsidie
invoerrechten
Importquota

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Invoerrechten 
BTW
Accijns
Consumptie afremmen
Geld ontvangen om de overheidsuitgaven te betalen
Import afremmen

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke EU-afspraak zorgt ervoor dat je in Frankrijk kunt gaan wonen en werken, zonder belemmeringen?
A
Vrij verkeer van goederen & diensten
B
Vrij verkeer van personen
C
Vrij verkeer van Kapitaal

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Om welke afspraak over vrijhandel gaat het?
Anas haalde zijn diploma in Nederland, maar werkt in Italië.
A
Vrij verkeer van personen
B
Vrij verkeer van kapitaal
C
Vrij verkeer goederen en diensten

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

EMU
 Europese monetaire unie:
In de EMU zitten alle landen die de Euro (€) als betaalmiddel hebben.

Wat is het voordeel van het gebruiken van de EURO?

Geen kosten voor het wisselen van geld
Meteen weten wat de prijs is in een ander EMU land

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen gezamenlijke munt 
"Euro"

  1. Je kan prijzen makkelijker vergelijken met andere EMU-landen

  2. Je heb geen kosten bij het omwisselen van *valuta

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de EMU?
A
Alle landen binnen Europa
B
Alle landen binnen de Europese Unie
C
Alle landen die met de euro betalen

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarvoor staat EMU
A
Europese money unie
B
European money union
C
fout het is EU oftewel Europese Unie
D
Europese monetaire unie

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de ECB de rente veranderd heeft dat gevolgen voor de eocnomie. zet de gevolgen in de juiste volgorde

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Taken ECB (2) 
Niet taken van ECB (2)
Geld lenen aan banken EU-lidstaten
Het begrotingstekort van EU-lidstaten oplossen
Het bewaken van de waarde van de euro
Het uitgeven van eurobiljetten

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Invloed van wisselkoersen
Koers van de euro stijgt t.o.v. andere valuta:
export/ onze producten worden naar verhouding duurder voor het buitenland.

Koers van de euro daalt t.o.v. andere valuta:
Export/ onze producten worden naar verhouding goedkoper voor het buitenland.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Euro, dollar, pond
De wisselkoers van de euro 
heeft gevolgen voor de 
export...





Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul in:
Appreciatie van de euro >
wisselkoers ... > export ...
A
wisselkoers stijgt, export stijgt
B
wisselkoers daalt export daalt
C
wisselkoers stijgt, export daalt
D
wisselkoers daalt, export stijgt

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als de koers van de euro stijgt, wat gebeurt er dan met de export? En met de werkgelegenheid?
A
Export stijgt, werkgelegenheid stijgt
B
Export stijgt, werkgelegenheid daalt
C
Export daalt, werkgelegenheid stijgt
D
Export daalt, werkgelegenheid daalt

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

oorzaken armoede
  • ongunstig klimaat
  • onvruchtbare grond
  • gebrek aan kennis 
  • gebrek technische ontwikkeling
  • natuurrampen
  • oorlogen
  • armoede
  • invoerrechten andere landen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Armoede is de bron van armoede
armoede
geen spaargeld
geen investering
lage productie
laag inkomen

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn geen kenmerken van armoede?
A
laag bbp
B
laag bbp per hoofd van bevolking
C
snelle bevolkingsgroei
D
werkloosheid

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De vicieuze cirkel van armoede
Lage besteding
Lage productie
Armoede
Werkloosheid

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is globalisering?
A
De groei van de totale wereldhandel
B
De verplaatsing van de wereldhandel
C
Steeds meer landen in de wereld die onderling gaan handelen
D
Dat alles meer globaal wordt in de wereld

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Economische groei van een land kan het best worden gemeten met ...
A
het nominaal nationaal inkomen per hoofd van de bevolking
B
het reëel nationaal inkomen per hoofd van de bevolking
C
de nominale stijging van de arbeidsproductiviteit
D
de reële stijging van de arbeidsproductiviteit

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stel dat in land A de prijzen in 2021 4,2% hoger zijn dan in 2020. Het reëel nationaal inkomen van land A is in 2021 2,2 % hoger dan in 2020. Het nominaal nationaal inkomen in 2021 is ...
A
6,4% hoger dan in 2020.
B
2,0% hoger dan in 2020.
C
1,9% hoger dan in 2020.
D
2,0% lager dan in 2020.

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Verschil in welvaart
Redenen voor verschil in welvaart:

Hoogte van de prijzen
Verschil in zelfvoorziening
Aanwezigheid en kwaliteit van collectieve voorzieningen, onderwijs, vrije tijd, milieu en gezondheidszorg

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geld geven met verplichting producten uit het land dat geeft te kopen. 

Scholing en wegen
Tenten en eten
Gebonden hulp
Structurele hulp
Noodhulp

Slide 34 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

gebonden hulp
noodhulp

structurele hulp

Thulp na een ramp of in oorlogsgebied
hulp onder voorwaarden
hulp om een land economisch zelfstandig te maken

Slide 35 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Internationale Organisaties
Wat zijn internationale organisaties en wat doen ze?
Welke zijn er? Belangrijke voorbeelden:
  • De Verenigde Naties zoals Unicef
  • De Wereldbank geeft leningen voor de ontwikkeling van arme landen
  • De Wereldhandelsorganisatie WTO wil lagere invoerrechten
  • IMF , actief schuldenproblemen voor landen


Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar houdt het IMF zich mee bezig?
A
Banken aanspreken bij te hoge renten
B
Iets met financiën
C
Geld lenen aan landen in financiële problemen
D
Bewaken van de vrede

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet de wereldbank?
A
Heeft als doel om ontwikkelingslanden te helpen
B
Heeft als doel om ontwikkelde landen te helpen
C
Heeft als doel om microkredieten te verstrekken
D
Heeft als doel om de wereld te verbeteren

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van de WTO?
A
de wereld welvarender maken door middel van vrijhandel
B
de wereld welvarender de wereld welvarender maken door middel van protectie
C
landen beschermen door middel van protectie
D
landen beschermen door middel van invoertarieven

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies