2.2 deel 2

timer
5:00
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
- Ik kan de rentebedragen per jaar berekenen
- Ik kan de functies van geld noemen

Slide 2 - Tekstslide

Dat ik bijles geef in ruil voor een tas boodschappen is een vorm van:
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 3 - Quizvraag

Wanneer ik 'alleen mag pinnen' betaal ik met:
A
Chartaal geld
B
Giraal geld

Slide 4 - Quizvraag

Op 1 januari staat er €89,- op mijn rekening. Daar komt in januari €34 bij en gaat €28 af. Hoeveel is mijn saldo?

Slide 5 - Open vraag

Eind november is mijn saldo €80. Daar is in november €30 bijgekomen en €20 afgehaald. Wat was saldo op 1/11?

Slide 6 - Open vraag

Ik spaar inmiddels voor mijn volgende opleiding. Welk motief past daarbij?
A
Sparen voor een doel
B
Sparen voor de rente
C
Sparen uit voorzorg

Slide 7 - Quizvraag

Mijn chartale geld heb ik op mijn rekening gezet. Dit omdat het thuis niets extra oplevert. Wat is mijn motief.
A
Sparen voor een doel
B
Sparen voor de rente
C
Sparen uit voorzorg

Slide 8 - Quizvraag

Rentebedrag berekenen
Je zet €800 op je spaarrekening. Je ontvangt daar 1,8% rente over. Bereken het rentebedrag.

  • 1,8 / 100 = 0,018
  • 0,018 x €800 = €14,40

Slide 9 - Tekstslide

Op je spaarrekening heb je €1200,- staan. Daarover ontvang je 1,3% rente. Bereken het rentebedrag.

Slide 10 - Open vraag

3 functie's van geld
- Ruilmiddel
- Spaarmiddel
- Rekenmiddel

Slide 11 - Tekstslide

Een spijkerbroek kost €65,-
Wat is de functie van geld hier?
A
Rekenmiddel
B
Ruilmiddel
C
Spaarmiddel

Slide 12 - Quizvraag

De spijkerbroek uit het vorige voorbeeld koop ik aan de kassa.
Wat is de functie van geld hier?
A
Rekenmiddel
B
Ruilmiddel
C
Spaarmiddel

Slide 13 - Quizvraag

Ik wil geld opzij zetten voor een nieuwe laptop. Wat is de functie van geld hier?
A
Rekenmiddel
B
Ruilmiddel
C
Spaarmiddel

Slide 14 - Quizvraag

Maak 2.2 t/m opgave 28.
Maak heel 2.2.
De eerste 10 minuten werk je in stilte. 
Daarna mag je overleggen met je buurman/buurvrouw. 
Als je klaar bent kun je starten met het werken aan de plusopdrachten van 2.2. 
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Vragen: 
- Welke 3 functie's van geld zijn er?
- Noem de spaarmotieven.
- Wat is rente eigenlijk?

Slide 16 - Tekstslide