1.4 A Het product van machten


Hoofdstuk 1 Rekenen met letters 

1.4 Machten vermenigvuldigen, optellen en aftrekken
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les


Hoofdstuk 1 Rekenen met letters 

1.4 Machten vermenigvuldigen, optellen en aftrekken

Slide 1 - Tekstslide

Waar gaat de les over?
Deze les hoort bij 1.4 Machten vermenigvuldigen, optellen en aftrekken

  • Theorie A: Het product van machten.


Leerdoel: 
Aan het eind van de les kun je een product (vermenigvuldiging) van machten herleiden.

Slide 2 - Tekstslide

Korte herhaling
37
spreek uit 'drie tot de macht 7'.
3 is het grondtal en 7 de exponent.

De exponent zegt hoe vaak je het grondtal met zichzelf moet vermenigvuldigen.
37=3333333=2187

Slide 3 - Tekstslide

Machten met letters
Met letters werkt het precies hetzelfde:
x4=xxxx
2a3=2aaa

Slide 4 - Tekstslide

Machten vermenigvuldigen
Als je machten vermenigvuldigt gebeurt er dit:




Bij vermenigvuldigen mag je de exponenten optellen!

Slide 5 - Tekstslide

De regel                 
Bij vermenigvuldigen van machten geldt:
apaq=ap+q
apaq=ap+q
Op de plaats van p en q vul je de exponenten in.
a3a2=a3+2=a5
Voorbeeld:

Slide 6 - Tekstslide

Even oefenen!

Slide 7 - Tekstslide


3b32ab=
A
6a3b4
B
6ab3
C
6ab4
D
6a4b4

Slide 8 - Quizvraag

bereken:

7pp
A
7p2
B
8p
C
7p2
D
8p

Slide 9 - Quizvraag

bereken
5a3b2ab3
A
kan niet (korter)
B
10ab6
C
10a3b3
D
10a4b4

Slide 10 - Quizvraag


12m33m3=
A
9
B
9m
C
4m3
D
9m3

Slide 11 - Quizvraag

Machten met een ander grondtal
Alleen bij machten met hetzelfde grondtal mag je de exponenten optellen.

Dus: 

En niet: 
2a35b4=10a3b4
2a35b4=10ab7

Slide 12 - Tekstslide

Video machten vermenigvuldigen

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag!
Opgaven bij deze les:
46, 47, 48 en 49

Deze maak je in de klas!
timer
20:00

Slide 14 - Tekstslide