Hfd.4-Spelling-Tussenletters in samenstellingen- H2

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weet je hoe je samenstellingen met en zonder tussenletters correct kunt spellen




1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?


Oftewel, wat is het doel van deze les?


Na deze les weet je hoe je samenstellingen met en zonder tussenletters correct kunt spellen




Slide 1 - Tekstslide

Als je twee woorden aan elkaar plakt, maak je een samenstelling: fiets + tas = fietstas. Soms moet je tussen die twee woorden tussenletters toevoegen: -(e)n-, -e- of -s-.
Zo bepaal je of je een -s- moet toevoegen
• Als je in een samenstelling een -s- hoort, dan schrijf je die ook:
– meningsverschil, Valentijnsdag.

Slide 2 - Tekstslide

Soms begint het tweede deel van de samenstelling met een s-klank. Vervang dan het tweede deel door een woord dat niet met een s-klank begint. Schrijf de -s- alleen als je hem bij de vervanging hoort:

– bruidssluier, want bruidsjapon; lievelingsschrijver, want lievelingsdier.

Maar: hoofdstad, want hoofdweg.

Slide 3 - Tekstslide

Zo bepaal je of je een -(e)n- moet toevoegen
Als het eerste deel van een samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud op -en heeft, schrijf je -en- tussen de woorden: paardenbloem, berenvel.


Schrijf geen -(e)n- (maar soms wel -e-) in deze gevallen:
• Het eerste deel heeft geen meervoud: rijstepap.
Het eerste deel verwijst naar iets waarvan er maar één is: zonnestraal, maneschijn. ( 1 zon - 1 maan)

Slide 4 - Tekstslide

Schrijf geen -(e)n- (maar soms wel -e-) :
Het eerste deel heeft (ook) een meervoud op -s: (seconde – seconden/secondes) – secondewijzer.
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord: knarsetanden (het eerste deel verwijst naar een werkwoord), armelui, blindedarm (het eerste deel is een bijvoeglijk naamwoord).
Het eerste deel versterkt een bijvoeglijk naamwoord: reuzefijn.

Kijk bij twijfel in een (online)woordenboek.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?


Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................

Slide 7 - Tekstslide

Aan de slag

Slide 8 - Tekstslide

Lees nu zelf de theorie op blz. 130 nog eens goed na

Maken:
blz. 130
Startopdr. + 
opdracht 1 t/m 4

Klaar?
laten zien en met  antwoordenboekje zelfstandig nakijken


Slide 9 - Tekstslide

H2E-2022

Slide 10 - Tekstslide