Rekenen H2.3 en 2.4

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Van week naar maand en andersom
Vaste lasten betaal je soms eens per week, soms eens per maand. Als je de uitgave goed met elkaar wilt vergelijken, moet je ze omrekenen naar eenzelfde periode.

Eén jaar = 12 maanden = 52 weken

Bij het berekenen van een bedrag per week naar een bedrag per maand, of juist andersom, bereken je als tussenstap altijd het bedrag per jaar. Je kunt daarvoor een verhoudingstabel gebruiken


Periode
Per maand
Per jaar
Per week
Bedrag
€ ...
€ ...
€ ...
x 12
: 52
x 12
: 52

Slide 2 - Tekstslide

Van week naar maand en andersom
Omrekenen van maand naar week








Omrekenen van week naar maand

Periode
Per maand
Per jaar
Per week
Bedrag
€ ...
€ ...
€ ...
x 12
: 52
x 12
: 52
Periode
Per week
Per jaar
Per maand
Bedrag
€ ...
€ ...
€ ...
x 52
x 52
: 12
: 12

Slide 3 - Tekstslide

Je kleedgeld is € 13,50 per week. Hoeveel kleedgeld ontvang je per maand?

Kies het juiste antwoord.
A
€ 58,80
B
€ 162
C
€ 540
D
€ 702

Slide 4 - Quizvraag

Je loon is € 10,20 per week.
Bereken het bedrag dat je per maand ontvangt.

Slide 5 - Open vraag

Je zakgeld is € 40 per maand.
Bereken het bedrag dat je per week ontvangt.

Slide 6 - Open vraag

Sinds kort woont Thomas op kamers. Hij maakt een maandbegroting om meer inzicht in zijn uitgaven en ontvangsten te krijgen.

Bereken welk bedrag Thomas per maand tekortkomt of overhoudt

Slide 7 - Open vraag

Sinds kort woont Thomas op kamers. Hij maakt een maandbegroting om meer inzicht in zijn uitgaven en ontvangsten te krijgen.

Reken uit hoeveel procent van zijn inkomsten Thomas iedere maand besteedt aan dagelijkse uitgaven.

Slide 8 - Open vraag

Reservering per maand
Als je in de toekomst grote uitgaven verwacht, is het verstandig om geld te reserveren. Je zet dan geld opzij waarvan je later bepaalde uitgaven kunt betalen. Hoeveel je maandelijks moet reserveren, bereken je als volgt:

Reservering per maand = benodigd bedrag : aantal maanden

Slide 9 - Tekstslide

Over drie jaar wil Janneke voor € 3.150 een nieuwe scooter kopen.

Bereken het bedrag dat ze maandelijks moet reserveren.

Slide 10 - Open vraag

Jeppe wil over vier jaar voor € 15.000 een tweedehands auto kopen.

Bereken het bedrag dat hij per maand moet reserveren.

Slide 11 - Open vraag

Alice wil over drie jaar een nieuwe bedrijfswagen kopen. De bedrijfswagen kost € 18.450. Alice rijdt 23.000 kilometer per jaar.
Bereken het bedrag dat ze per kilometer moet reserveren.

Slide 12 - Open vraag