Les 6: Puberteit/ Ontwikkelingsstoornis

Les 6: Puberteit/ ontwikkellingsstoornis/ objectief
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Les 6: Puberteit/ ontwikkellingsstoornis/ objectief

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?

- Welke ontwikkelingsstoornis kennen we?
- Het bespreken van puberteit. Wat is dat precies?


Slide 2 - Tekstslide

Jeugdzorgvoorziening/ woonbegeleiding
Kinderen of jongeren die niet in hun eigen gezin kunnen blijven en niet naar een pleeggezin kunnen, worden in een residentiële jeugdzorgvoorziening geplaatst. Residentieel betekent dat het een instelling is waar je woont. De mate en duur van de verzorging, hulpverlening en het verblijf verschillen per type instelling.
De meeste kinderen groeien thuis op, in een gezin, maar dat lukt niet altijd. Daar kunnen verschillende redenen voor zijn. Het kan zijn dat ouders veel onderweg zijn. Kinderen van binnenvaartschippers bijvoorbeeld wonen dan in een schippersinternaat. Er zijn ook kinderen die in een pleeggezin wonen omdat hun ouders (tijdelijk) niet de zorg kunnen bieden die het kind nodig heeft.
In eenresidentiële jeugdzorgvoorziening wordt dag en nacht opvang geboden en wordt de jongere begeleid om zelfstandig te kunnen gaan wonen. Als pedagogisch medewerker kun jij deze kinderen en jongeren helpen door te zorgen voor een veilige en rustige omgeving. Je kunt ze helpen bij het oplossen van hun problemen en ondersteunen bij het groeien naar zelfstandigheid.

Slide 3 - Tekstslide

Werken in de jeugdzorg
In de jeugdzorg werk je met kinderen en jongeren. Je gaat je eerst verdiepen in je doelgroep.

Tim en Lianne hebben beiden de opleiding Pedagogisch Medewerker Jeugdzorg (niveau 4) gevolgd. Tijdens deze opleiding leer je hoe je kinderen en jongeren moet begeleiden met gedrags- en opvoedingsproblemen.

Lees de theorie: Werken in de jeugdzorg


 

Slide 4 - Tekstslide

De meeste kinderen en jongeren ontwikkelen zich voorspoedig. Maar in sommige gevallen is extra begeleiding of zorg nodig om de ontwikkeling van het kind of de jongere positief te laten verlopen. In een jeugdinstelling wordt zorg verleend aan kinderen en jongeren die orthopsychiatrische problemen hebben. Leg uit wat is orthopsychiatrisch?

Slide 5 - Open vraag

Gedragsproblemen
Alle kinderen en jongeren zijn wel eens lastig, dwars of boos, maar er is dan nog niet direct sprake van ernstige gedragsproblemen. Toch kan het zijn dat dit soort gedrag uit de hand loopt. Het kind komt dan door zijn gedrag steeds vaker in de problemen. Op school mag een jongere bijvoorbeeld de les niet meer in of wordt zelfs geschorst. Dit alles heeft ook negatieve invloed op de omgeving van de jongeren. Ouders ervaren dat ze de opvoeding niet aankunnen, en er zijn veel spanningen in het gezin.

Ernstige gedragsproblemen zijn:
- druk en impulsief gedrag: veel praten, anderen afleiden van hun werk, niet nadenken maar meteen doen;
- dwars en opstandig gedrag: niet luisteren naar ouders, docenten, ruzie maken;
- prikkelbaar/driftig gedrag: woedeuitbarstingen, geïrriteerd en boos reageren op de omgeving;
- asociaal gedrag: grof taalgebruik, liegen, stelen, vechten.

Of een kind een gedragsstoornis ontwikkelt, kan voor een deel erfelijk bepaald zijn en wordt daarnaast beïnvloed door omgevingsfactoren, zoals vrienden of de gezinssituatie.

Slide 6 - Tekstslide

Ontwikkelingsstoornissen
Naast ernstige gedragsproblemen heb je als begeleider ook te maken met ontwikkelingsstoornissen bij kinderen of jongeren. Een ontwikkelingsstoornis is een psychische aandoening bij kinderen die problemen geeft in de normale ontwikkeling. Hierdoor verloopt de ontwikkeling van het kind anders dan bij de meeste kinderen.

Voorbeelden van geestelijke ontwikkelingsstoornissen zijn:
- ADHD
- ASS (Autisme Spectrum Stoornis) 
- ODD (Oppositional Defiant Disorder)


Slide 7 - Tekstslide

Ontwikkelingsstoornissen
- ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) 
Kinderen en jongeren met ADHD zijn druk in hun gedrag.
Ze hebben problemen met concentratie en worden snel afgeleid door 
alles wat er om hen heen gebeurt.

- ASS (Autisme Spectrum Stoornis)
Bij kinderen/jongeren met autisme werkt de informatieverwerking in de hersenen op een andere manier. Ze vinden het vaak moeilijk om te communiceren met andere mensen. Een kind met autisme of een aan 
autisme verwante stoornis ervaart de wereld anders dan de meeste mensen dit doen. 
Autisme is een aangeboren stoornis, het wordt niet veroorzaakt door de opvoeding.


Slide 8 - Tekstslide

Ontwikkelingsstoornissen
-ODD (Oppositional Defiant Disorder)
Kinderen met ODD zijn opstandig en vertonen asociaal gedrag. Ze luisteren slecht, zijn vaak boos en zoeken snel ruzie met anderen. Dit gaat vaak samen met leer- en taaODD (Oppositional Defiant Disorder)
Kinderen met ODD zijn opstandig en vertonen asociaal gedrag. Ze luisteren slecht, zijn vaak boos en zoeken snel ruzie met anderen. Dit gaat vaak samen met leer- en taalproblemen, depressie en ADHD.lproblemen, depressie en ADHD.

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht 1,1 en 1,2
Maak opdracht 1.1 en 1.2 : 
Gedragsproblemen en ontwikkelingsstoornissen in de methode


Slide 10 - Tekstslide

 Theorie: puberteit

Slide 11 - Tekstslide

Puberteit 
  • Lichamelijke veranderingen
groei - lage stem - haargroei - geslachtsrijp
  • Mentale veranderingen
inzicht - verbanden leggen - discussie 
  • Sociale veranderingen
eigen leeftijd/geslacht - groepsdruk - kritisch 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Welke twee lichamelijke ontwikkelingen komen in de puberteit zowel voor bij jongens als bij meisjes?

Slide 15 - Open vraag

Opdrachten
Maak opdracht 1.3 en 1.4 (puberteit)

Maak opdracht 2: Opleiding Pedagogisch Medewerker Jeugdzorg.

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 5 Entreeprijzen zwemparadijs
Je gaat een uitje organiseren en wel een zwemuitje!
Maak opdracht 5 in Classroom (les 6 blok 3)

Succes!

Slide 17 - Tekstslide